Blauwe M&M’s of donuts met een roze suikerlaag lijken chemische bedenksels van de voorbije eeuw, maar dat is buiten de Romeinen gerekend.
Het volk uit de oudheid kleurde ook al hun gerechten hier en daar een beetje bij, zo schrijft de Nederlandse Charlotte Kleyn in Archeologie Magazine. In ‘De re coquinaria van Apicius’, zowat het enige overgebleven kookboek uit de oudheid, lees je een recept voor een ‘groene saus’ bij gevogelte. Door verse groene kruiden toe te voegen, moet die saus de juiste kleur krijgen. Stoofpotjes gaven ze dan weer een rodere kleur door ‘defritum’ toe te voegen, een siroop op basis van druivensap.
In de middeleeuwen werd kleur in voeding nog belangrijker, zo schrijft hoogleraar Middelnederlandse letterkunde Herman Pleij in het boek Van karmijn, purper en blauw: over kleuren in de Middeleeuwen en daarna. Goud en geel werden verkregen door saffraan en eidooers, spinazie en peterselie zorgden voor groen en de rode kleur verkregen de chef-koks avant la lettre met rood fruit, rozen, bloed, sanehout en rood pigment van hars van de drakenbloedboom.