Het totaalverbod op erediensten gedurende de coronapandemie is disproportioneel. Dat heeft de Raad van State beslist in kortgeding.
Sinds de tweede lockdown mogen erediensten, zoals huwelijken, nog doorgaan, maar er mogen maximum 40 personen in het gebouw zijn. Voor grote religieuze feesten, zoals Kerstmis of het Joodse Chanoeka dat ook in december plaatsvindt, is dat een groot probleem. Maar ook de misvieringen en dagelijkse gebedsdiensten mogen niet doorgaan, volgens de regering.
Disproportioneel
Dat totaalverbod wordt nu verworpen door de Raad van State, het hoogste rechtscollege in ons land. Zij oordelen dat de maatregelen van de regering buitenproportioneel zijn in verhouding tot het gezondheidsrisico dat ze stellen.
‘Er is een disproportionele beperking van de vrijheid van eredienst doordat de overheid zelfs niet in de mogelijkheid heeft voorzien om de collectieve uitoefening van de eredienst ten minste – bij wijze van uitzondering en onder voorwaarden – te laten plaatsvinden in bepaalde gevallen, eventueel enkel op aanvraag met opgave van plaats en tijdstip’, staat er te lezen in het oordeel.
Dit is nog een uitspraak in kortgeding, die ten gronde moet nog gebeuren, maar het is erg onwaarschijnlijk dat de Raad daar een ander oordeel velt.
Veiligheidsmaatregelen
Dat wil niet noodzakelijk zeggen dat kerken, moskeeën en tempels opnieuw opengaan zoals voor de coronapandemie. Maar vanaf 13 december zal er wellicht een versoepeling zijn, die de geloofsgemeenschappen moeten laten overeenstemmen met de veiligheidsmaatregelen. Dat bevestigt ook de advocate van de klagers, Elke Cloots, aan de VRT. ‘Dat zal gebeuren op een veilige manier, met de maatregelen die de minister samen met de gemeenschappen zal uitwerken.’
Die minister, in dit geval Vincent Van Quickenborne (Open VLD), zal op donderdag samenzitten met de geloofsgemeenschappen. Zij gaan samen op zoek naar een werkbare oplossing, die het evenwicht tussen godsdienstvrijheid en de volksgezondheid moet bewaren.
Lees ook: