Tweede lockdown minder schadelijk voor Belgische economie dan eerste

Het omzetverlies van de Belgische ondernemingen als gevolg van de coronacrisis komt in de lockdownmaand november uit op gemiddeld 17 procent. Dat is een zware klap, maar wel de helft minder erg dan tijdens de eerste lockdown.

Dat blijkt uit de maandelijkse enquêtes van de werkgeversorganisaties die gebundeld worden door de Economic Risk Management Group (ERMG), een crisiscel binnen de Nationale Bank.

De tweede lockdown weegt vooral op de omzet van de horeca, de detail- en groothandel en de vastgoedsector, maar de impact is er minder groot dan tijdens de eerste lockdown. ‘Bovendien wordt er in de andere bedrijfstakken geen verslechtering opgetekend in november, terwijl vele van hen in de eerste lockdown hard werden getroffen’, stelt de ERMG vast.

Zo is het omzetverlies in de industrie, de bouw, de ondersteunende diensten, het vervoer en de logistiek en de financiële sector in november vergelijkbaar met de daling in oktober. Of nog: de lockdown heeft geen bijkomende impact. Het omzetverlies in die sectoren is ook beduidend beperkter dan tijdens de eerste lockdown.

De huidige lockdown treft zelfstandigen en kleine bedrijven het zwaarst. Bij die kleinere ondernemingen is het risico op een faillissement ook het grootst, zegt de crisiscel. Ook de voorbije maanden bleek al dat de coronaklap erg kan uiteenlopen per sector en per bedrijfsgrootte.

Tijdelijke werkloosheid

De Nationale Bank wijst er ook op dat bedrijven minder gebruik maken van tijdelijke werkloosheid door overmacht. Volgens de enquête zijn in november 11 procent van de werknemers in de private sector tijdelijk werkloos. Dat is nog ver van de 32 procent. die de ondervraagde ondernemingen begin april hadden meegedeeld. ‘Een andere indicatie dat de directe impact van de nieuwe lockdown kleiner is dan die in de lente’, besluit de crisiscel ERMG.

Meer