Waarom zetten we geen beeld van Paul op de maan?’ Op een ochtend in maart, vijftig jaar geleden, was de Antwerpse kunstenaar te gast in galerij Waddell in Manhattan, toen hij galerijdirectrice Deutschman die vraag aan Dick Waddell hoorde stellen. ‘Ben je gek? Hoe zouden we dat doen?’, zei Van Hoeydonck. Maar Deutschman hield woord en tot vandaag is Paul Van Hoeydonck (94) met zijn Fallen Astronaut de enige sterveling met een kunstwerk op een ander hemellichaam.
Paul Van Hoeydonck en zijn vrouw Marleen ontvangen ons in hun huis in Wijnegem. Je stapt er recht in de leefwereld van de kunstenaar, in een ruime kamer, die Marleen omschrijft als ‘de loft’, maar die in werkelijkheid een heleboel kunstwerken van Paul etaleert in een fraaie, met daglicht overgoten kamer. De kwieke 94-jarige werkt nog elke dag in zijn atelier: ‘Van zeven tot zeven en dat zeven dagen per week. Ik ben een tijd geleden geridderd, dus wil ik in het harnas sterven!’ Al van jongs af was Paul Van Hoeydonck gefascineerd door ruimtevaart, sterren, planeten en de oneindigheid van de kosmos. ‘Ik groeide als kleine jongen op in een café, op honderd meter van de kathedraal van Antwerpen. Als ik door het zolderraam naar buiten keek, zag ik de kathedraaltoren. Die wijst naar de ruimte. Als snotaap kocht ik boeken over het heelal en de ruimtevaart, maar ik had nooit gedacht dat mijn leven erdoor beheerst zou worden. Maar blijkbaar was ik ervoor geboren.’
Nixons zegen
Als jonge kunstenaar maakte Paul Van Hoeydonck in de jaren vijftig en zestig furore met zijn space art: beeldengroepen met astronauten, ruimte-installaties, en beelden van robots en mutanten. Zijn werk leverde hem al snel exposities in binnen- en buitenland op én een galerij in New York. Daar zouden Dick Waddell en zijn vasthouden- de galerijdirectrice uiteindelijk zorgen voor een ontmoeting met de driekoppige bemanning van de Apollo 15, die in de zomer van 1971 met de fameuze maanwagentjes op de maan zou rondrijden.
‘Ik ontmoette de drie astronauten tijdens een dinertje, toen ik een tentoonstelling had in de VS’, herinnert Paul zich. ‘Ze waren onmiddellijk mee met het idee dat ik een kunstwerk voor op de maan zou maken. ‘You’re one of us!’, zeiden ze.’ De NASA en de commandant van de missie, David Scott, vroegen Van Hoeydonck uiteindelijk om een miniatuurbeeldje te creëren, dat de bemanning kon achterlaten op de maan. De voorwaarde van de NASA was dat er geen publiciteit over het beeldje en de maker ervan gemaakt mocht worden tijdens de Apollomissies.
Eenmaal dat overeengekomen, was het enige obstakel dat een Belgisch kunstwerk op de maan toen nog in de weg stond dat toenmalig president Richard Nixon ermee akkoord moest gaan dat de beeldhouwer een buitenlander was. ‘En uiteindelijk bleek het feit dat ik een Belg was net een voordeel te zijn’, lacht Paul van Hoeydonck. ‘Is he a Democrat or a Republican?’, vroeg Nixon. Toen hij hoorde dat ik Belg was, ging hij meteen akkoord. Zo kon hem zeker geen partijdigheid verweten worden.’
Dankzij de zegen van Nixon ligt inmiddels al 48 jaar een aluminium beeldje van 8,1 centimeter groot op de maan. Het was commandant David Scott zelf die het kunstwerkje op 2 augustus 1971 tijdens de missie met de Apollo 15 in het maanstof neerlegde. Het kreeg de naam Fallen Astronaut. Al was dat oorspronkelijk niet de bedoeling …
‘‘Is he a Democrat or a Republican?’, vroeg Nixon. Toen hij hoorde dat ik Belg was, ging hij meteen akkoord. Zo kon hem zeker geen partijdigheid verweten worden’
Fallen Astronaut wordt eerbetoon
‘Toen ik die opdracht officieel toebedeeld kreeg, vloog ik terug naar België, waar ik het er met mijn zoon over had. Hij was als 12-jarige al een veelbelovend kunstenaar, maar helaas is hij op zijn 24ste overleden’, zucht Paul. ‘Maar goed, daar zaten we dan, met ons tweeën. Wat heb ik me nu weer op mijn nek gehaald, dacht ik. Want de NASA had me allerlei restricties opgelegd het beeldje moest neutraal en universeel zijn, het mocht man noch vrouw voorstellen en niet refereren aan een ras of een cultuur. Scherpe hoeken waren uit den boze, omdat ze de ruimtepakken van de astronauten zouden kunnen beschadigen, en het beeldje mocht geen brandbaar materiaal bevatten én moest bestand zijn tegen extreme temperatuurschommelingen. Vanzelfsprekend moest het ook licht en klein zijn.’
Van Hoeydonck en zijn zoon maakten uiteindelijk een eerste model van plasticine. Het ontwerp was een feit. Paul Van Hoeydonck liet het beeldje zweven in een container van plexiglas, maar dat werd door de NASA afgewezen, wegens breek- en brandbaar. Dus bleef alleen een aluminium figuurtje van goed acht centimeter over.
‘Het stelt een rechtopstaande mens voor. Ik vond dat het iets optimistisch had’, aldus de schepper ervan. ‘Ik zag het als een universeel humanistisch symbool van het mensdom.’

In zijn verbeelding zag Van Hoeydonck het beeldje trots rechtop op de maanbodem staan, maar vlak voor hun lancering bedacht de bemanning van Apollo 15 dat ze het beeldje beter konden gebruiken als een soort memorial om zeventien van hun collega’s te eren – Russen en Amerikanen gelijk – die in de ‘race naar de maan’ omgekomen waren. Gezagvoerder David Scott plaatste tijdens zijn laatste ruimtewandeling op de maan het beeldje vlak bij de maanlander en zette er een plaquette bij met de namen van de overleden astronauten en kosmonauten. Fallen Astronaut.
’s Anderendaags keerde de crew van Apollo 15 terug naar de aarde. Na hun landing vertelden de astronauten op de persconferentie wel over het kunstwerk dat ze achterlieten, maar – zoals afgesproken – zonder de naam van de artiest te vermelden.
Geen cent
Het was uiteindelijk de bekende Amerikaanse tv-journalist Walter Cronkite die op CBS de naam van Van Hoeydonck bekendmaakte. Dat gebeurde tijdens de lancering van Apollo 16, toen Cronkite Paul Van Hoeydonck bij hem in de studio uitgenodigd had. Cronkite noemde hem ‘the only man, the only artist with work on the moon’.
Dat maakte Paul Van Hoeydonck in één klap wereldberoemd. En dat tot grote vreugde van kunstgalerij Waddell in New York, die natuurlijk wel brood zag in het maken van replica’s van het ‘maanbeeldje’. ‘Toen begon de miserie’, herinnert zich Paul Van Hoeydonck. De NASA en vooral gezagvoerder David Scott lieten zich negatief uit over die commerciële aanpak en plots lag alles erg gevoelig in de States. Er kwam een hele heisa van. Van Hoeydonck trok zijn toestemming voor de reproductie van de beeldjes in. ‘Ikzelf heb nooit geld aan dat beeldje op de maan willen verdienen. Het heeft me geen cent opgebracht, en ik wilde dat ook niet’, benadrukt de kunstenaar. ‘Maar in plaats van dat ik geëerd werd, kreeg mijn carrière een serieuze knauw. Ik moest zowat van nul herbeginnen. Op die manier kun je wel zeggen dat het beeldje me ongeluk gebracht heeft, maar ik blijf er toch trots op. Zeker is dat het mijn leven bepaald heeft. De mens ontdekte de kunst in de oertijd. Kijk maar naar de grotten van Altamira. En ik, een eenvoudige jongen uit Antwerpen, bracht die kunst voor het eerst naar een ander hemellichaam.’
‘De maan geeft mijn leven zin. Als ik de maan zie, denk ik aan mijn beeldje’
Maanbeeldje 2.0
Dat hij in eigen land destijds nooit de eer kreeg die hem toekwam, frustreert Van Hoeydonck. Dat geeft hij toe. ‘De Belgische kunstwereld verdroeg toen niet dat iemand grote carrière maakte in het buitenland. Maar in de Verenigde Staten ben ik een vip. De NASA draagt mij op handen en president Nixon was een fan van mij. In de Verenigde Staten ben ik een Apollo 15-man en maak ik deel uit van dat project. Daarvoor ben ik dankbaar.’ Met David Scott werden de plooien nooit gladgestreken. Maar Apollo 15-astronaut Alfred ‘Al’ Worden, de piloot van de commandomodule, werd een goede vriend die bij Paul thuis in Wijnegem over de vloer kwam.
De kunstenaar verklaarde een jaar of tien geleden dat er in totaal vijftig stuks van de Fallen Astronaut gemaakt zijn. Naast het unieke exemplaar op de maan ligt er eentje in het Smithsonian in Washington. En elk van de Apollo 15-astronauten kreeg er eentje, net als koning Boudewijn. Verder bestaan er nog enkele exemplaren in verschillende musea en verzamelingen. Eén Fallen Astronaut werd door Paul Van Hoeydonck zelf in de Vesuvius gegooid bij een actie in 1973. De resterende beeldjes blijven in zijn bezit.

Eén ding is zeker, met het jubileumjaar van de maanlanding en de nieuwe maanmissies die op stapel staan, zal de maan niet meer uit het nieuws zijn. Paul staat ineens weer midden in
de belangstelling. Vorig jaar al bezocht koningin Mathilde hem thuis. Hij werd geridderd en er werd een ster naar hem vernoemd. De volgende maanden en jaren is de ene expositie na de andere van hem gepland, in binnen- en buitenland. ‘Ondertussen heb ik van mijn oorspronkelijke model een nieuw beeldje gemaakt dat zweeft in een plexiglazen omhulsel, net als in het eerste ontwerp. En deze keer ligt mijn beeldje niet dood op de grond in het maanstof, maar staat het rechtop. Er worden 1971 replica’s van gemaakt, naar het jaar dat mijn beeldje op de maan belandde.’ Want de maan blijft het middelpunt van de kunstenaar zijn bestaan: ‘De maan geeft mijn leven zin. Als ik de maan zie, denk ik aan mijn beeldje. Ik spreek met de maan, ik zeg er goeiendag tegen. Ik ben in de ruimte, ik leef in de ruimte en ik kijk vanaf de maan naar de aarde en zie wat er gebeurt. En ik zie ook hoe klein ons planeetje is. Maar toch zo mooi.