De Vlaamse regering kon 2019 afsluiten met een begrotingsoverschot van 275 miljoen euro. Ideaal om enkele besparingen te schrappen? ‘Kan niet. Overschotten gaan rechtstreeks naar schuldafbouw’, reageert minister van Begroting Matthias Diependaele (N-VA) in ‘De Ochtend’ op Radio 1.

In september maakte de Vlaamse regering bij haar aantreden bekend dat de woonbonus zou verdwijnen. Daarbij kregen kopers van een gezinswoning een belastingvermindering tijdens de looptijd van hun lening. De overheid schrapte die omdat de woningprijzen te hard stegen.

305 miljoen extra

In de laatste maanden van 2019 kwam het tot een ware rush op de vastgoedmarkt. Kopers wilden nog snel profiteren van de fiscaal gunstige regeling, die op 1 januari vervangen werd door een verlaging van de registratierechten. In oktober verwerkten de notarissen 8.000 extra dossiers, oftewel een stijging van 43 procent.

Dat had dus ook implicaties voor de Vlaamse begroting, die 2019 afsloot met extra opbrengsten uit registratierechten. 305 miljoen euro om precies te zijn. Diependaele vreest ook niet voor een terugval van de inkomsten. ‘De rush heeft zich in 2020 nog niet vertaald in een mindere verkoop. We vermoeden dat investeerders, die sowieso geen recht hadden op de woonbonus, gewacht hebben op de verlaging van de registratierechten’, stelt hij.

‘Overschotten niet meenemen’

In het algemeen noemt Diependaele het begrotingswerk van de Vlaamse regering ‘voorzichtig’ en ‘accuraat’. ‘De totale Vlaamse begroting bedraagt 45 miljard euro. Met een overschot van 275 miljoen euro of 0,3 procent kunnen we dit eerder een begroting in evenwicht noemen’, gaat de N-VA-minister verder.

Met het bedrag van 275 miljoen zijn overigens niet veel mogelijkheden. De middelen kunnen niet aangewend worden om bepaalde besparingen te schrappen, maakt Diependaele duidelijk. ‘We kunnen dit geld spijtig genoeg niet doorschuiven. Overschotten gaan rechtstreeks naar schuldafbouw’, besluit Matthias Diependaele.