Op weg naar een wereldwijde antibioticacrisis?

De bacteriën die we met antibiotica bestrijden, worden resistenter. Er moeten dus nieuwe antibiotica ontwikkeld worden. Maar voor de grote farmabedrijven zou dit niet winstgevend genoeg zijn.

Het coronavirus heeft aangetoond hoe kwetsbaar onze geglobaliseerde geneesmiddelenindustrie is in tijden van crisis. Maar volgens schrijfster en wetenschapsjournaliste Maryn McKenna is het vooral een gelegenheid om te beseffen dat er al 20 jaar een nieuwe gezondheidscrisis broeit, en dat die ons in de zeer nabije toekomst wel eens zou kunnen overvallen. In een interview met Marketplace waarschuwt ze dat we op het punt staan de antibiotica-oorlog te verliezen.

Ten eerste omdat onze tegenstander, de enorme coalitie van schadelijke bacteriën, nooit is opgehouden met zijn arsenaal te verbeteren. Dit is nu eenmaal de aard van bacteriën: ze evolueren voortdurend in een darwinistische wedloop die in sneltempo lijkt te verlopen. En zo nu en dan wordt een stam resistent tegen onze meest gebruikte wapens, de welbekende antibiotica die ons sinds de jaren 40 helpen infecties te overwinnen.

Kanker is winstgevender

En onze wapens evolueren niet meer. Volgens Maryn McKenna hebben de grote spelers in de geneesmiddelenindustrie het onderzoek naar nieuwe antibiotica minstens 20 jaar stilgelegd: “De laatste keer dat je een antibioticum moest nemen, heb je het waarschijnlijk niet lang genomen – een paar dagen, een paar weken, misschien een maand of twee als je pech had. Het kostte je niet veel… en toen was de infectie die je had weg. Het is niet kosteneffectief vanuit het oogpunt van de geneesmiddelenindustrie. Het duurt tien tot vijftien jaar om een nieuw geneesmiddel te ontwikkelen en het kost miljoenen. Maar uiteindelijk valt er veel meer te winnen bij de ontwikkeling van een geneesmiddel tegen kanker of tegen hart- en vaatziekten dan bij het onderzoek naar een nieuw antibioticum”.

Voor de farma-industrie is het interessanter om ons nieuwe, langdurige behandelingen aan te bieden, zelfs geneesmiddelen die je levenslang moet nemen, dan middelen die we slechts in kleine doses en zo weinig mogelijk moeten gebruiken. 

De twee valleien des doods

McKenna vergelijkt de ontwikkeling van nieuwe antibiotica met een tocht door de ‘vallei des doods’: de periode waarin een bedrijf operationeel is maar nog geen winst genereert. De journaliste betoogt dat, nu de grote bedrijven zich uit de antibiotica-race hebben teruggetrokken, de kleine bedrijven niet genoeg middelen hebben voor de vele tests en de nodige certificaten om hun product op de markt te mogen brengen. 

Maar er is nog een tweede ‘vallei des doods’. Zelfs als zo’n start-up erin slaagt om een nieuw antibiotica op de markt te brengen, moet het nog steeds wachten tot er voldoende geld binnenstroomt om de investeringen te compenseren – niet eenvoudig in het geval van antibiotica. Veel kleine biotechbedrijven zijn onlangs om deze reden failliet gegaan, verklaart McKenna.

Om ons antibacteriële arsenaal te herfinancieren is er financiële steun nodig tijdens de ontwikkeling van de geneesmiddelen, maar ook daarna, wanneer het product op de markt is gekomen maar nog niet winstgevend is. De ontwikkeling van de verschillende vaccins tegen Covid-19 had dezelfde economische duw in de rug nodig. Liever vandaag dan morgen, want intussen slijpen de bacteriën de messen. (tb) (lb)

Meer