Ondanks stijgende rente woonleningen kunnen gezinnen met een laag inkomen alsnog in aanmerking komen voor een gunsttarief

De rente op een woonlening is de afgelopen maanden fors gestegen. Dat is voornamelijk slecht nieuws voor mensen met een laag inkomen. Zij kunnen weliswaar in aanmerking komen voor een Vlaamse woonlening. Wat is dat juist?

De bodemtarieven voor een hypothecaire lening liggen achter ons. Sinds de start van 2022 is een woonkrediet fors duurder geworden. In vergelijking met vorig jaar betaal je bijna 20.000 euro meer voor een lening van 250.000 euro met een looptijd van 25 jaar en een vaste rentevoet.

De duurdere woonlening is het gevolg van de hogere langetermijnrente. Eerder deze week had de rente op tienjarig Belgisch overheidspapier zelfs even nipt de kaap van 1 procent gerond, het hoogste peil sinds februari 2018.

Grote hap uit het gezinsbudget

Een duurdere lening is voornamelijk slecht nieuws voor mensen met een laag inkomen. De hogere maandelijkse aflossingen nemen immers een grotere hap uit het gezinsbudget. Mensen met een beperkt inkomen kunnen aankloppen bij het Vlaams Woningfonds voor een sociale lening, ook wel een Vlaamse lening genoemd. De overheidsorganisatie heeft in 2021 die taak overgenomen van de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen.

De rente op de lening is afhankelijk van de looptijd. Voor een lening met een looptijd van 20 jaar of minder bedraagt de rentevoet 1,6 procent. Ter vergelijking: de gemiddelde rentevoet voor een lening op 20 jaar met een vast tarief (en quotiteit hoger dan 80 procent) bedraagt momenteel 2,02 procent, volgens de rentebarometer van Immotheker-Finotheker.

Er gelden wel strikte voorwaarden om in aanmerking te komen voor een sociale lening. Zo mag je inkomen een bepaald plafond niet overschrijden. Dat maximumbedrag is onder meer afhankelijk van je gezinssituatie en de regio waar je woont. Je kan op de site van het Vlaams Woningfonds nagaan hoe hoog je geïndexeerde inkomen mag zijn. Het jaarinkomen mag alvast niet lager zijn dan 9.929 euro. In sommige gevallen wordt er wel een uitzondering gemaakt.

Gemiddeld leenbedrag net lager dan 200.000 euro

Uit het jaarverslag van het Woningfonds blijkt dat de organisatie vorig jaar 3.452 woonleningen heeft toegekend. Het gemiddelde leenbedrag kwam toen uit op 196.029,70 euro. In 2020 was dat 173.654 euro. Volgens de overheidsorganisatie is de stijging het gevolg van een groter aantal leningen dat werd toegekend voor de aankoop van een sociale woning.

Het gemiddelde leenbedrag voor de aankoop (en renovatie) van een sociale woning bedroeg 231.105,03 euro in 2021. Voor de aankoop van een gewone woning was dat 209.042,21 euro. De kredietnemers betaalden een gemiddelde rentevoet van 1,8 procent.

De cijfers tonen ook aan dat voornamelijk tweeoudergezinnen een beroep doen op de Vlaamse lening. Bijna 52 procent van de leningen werd vorig jaar toegekend aan zulke gezinnen. De in totaal 3.452 ontleners telden gemiddeld 3,43 personen per gezin en hadden gemiddeld 1,74 kinderen ten laste. Eind 2021 beheerde het Vlaams Woningfonds een portefeuille van 33.254 hypothecaire kredieten voor een bedrag van 3,6 miljard euro.

Via het Woningfonds is het voor huurders ook mogelijk om een renteloze financiering van de huurwaarborg te krijgen. In 2021 heeft de organisatie 4.463 huurwaarborgleningen vereffend voor een totaalbedrag van 7,1 miljoen euro. Het gemiddeld ontleend bedrag bedroeg 1.601,98 euro. De maandelijks terug te betalen som kwam uit op 66,75 euro.

(evb)

Meer