Olieprijs zakt onder belangrijke drempel: “Niet het einde van groei energieaandelen”

De Amerikaanse referentieprijs voor ruwe olie, de West Texas Intermediate (WTI), nam maandag een duik van bijna 5 procent, naar 93,89 dollar per vat. Dit was de eerste keer sinds december vorig jaar dat WTI onder zijn 200-daags voortschrijdend gemiddelde handelde. Ook op het moment van schrijven handelt WTI nog onder 94 dollar.

Waarom is dit belangrijk?

Doorbraken boven of onder voortschrijdende gemiddelden kunnen beleggers een signaal geven van komende prijstrends.

De belangrijke olieprijs mag dan voor het eerst in 7 maanden onder een belangrijke drempel zijn gezakt, dit betekent niet het einde voor de groei in energieaandelen. Dat zegt het onafhankelijke onderzoeksbureau Bespoke, in een op dinsdag gepubliceerde nota waarover Business Insider bericht.

De laatste streak boven het voortschrijdende gemiddelde strekte zich uit over 152 handelsdagen en was de 12de langste reeks sinds het begin van de jaren 1980, zegt het onderzoeksbureau. “Met andere woorden, het is een behoorlijk sterke run geweest voor ruwe olie.”

“Amerikaanse energieaandelen dit jaar met 39 procent gestegen”

Die fameuze koersbeweging zal niet noodzakelijk resulteren in een daling van de energiesector van de S&P 500, oppert Bespoke. Energie is tot nu toe in 2022 de sterkste van de 11 sectoren geweest van de belangrijke beursindex.

De S&P 500 geldt als brede graadmeter omdat de index de grootste Amerikaanse aandelen verenigt. Aandelen van onder meer de energiereuzen ExxonMobil, Conocophillips, Occidental Petroleum en Chevron worden erin gebundeld.

De WTI-prijs ligt overigens nog steeds zo’n 25 procent hoger dan vorig jaar, en deze winsten hebben geholpen om de S&P 500-energiesector met 39 procent te doen stijgen. De nutssector van de S&P 500 is de enige andere die dit jaar naar omhoog is gegaan, met een stijging van meer dan 3 procent.

Beleggers hebben grotendeels uit vrees voor een recessie de olieprijs omlaag getrokken. De Amerikaanse regering zei vorige week dat het bruto binnenlands product (bbp) van de VS met 0,9 procent is gekrompen. In het eerste kwartaal kromp de activiteit met 1,6 procent, waardoor ’s werelds grootste economie technisch gezien op weg is naar een recessie – al woedt daar tegenwoordig een grote semantische discussie in de VS over.

Voortschrijdend gemiddelde

“In de huidige omgeving zou het zien dalen van de olieprijzen en het breken onder hun 200-daily moving average (DMA) velen ertoe brengen te speculeren dat de vooruitzichten voor olie en oliegerelateerde aandelen slecht zijn, met positievere vooruitzichten voor de bredere aandelenmarkt”, stipt Bespoke aan. “Op grond van ervaring en vooral op korte termijn heeft echter het tegendeel de neiging het geval te zijn.”

Bespoke gaf ook een tabel van de prestaties van de energiesector nadat WTI-olie reeksen boven zijn 200-DMA had doorbroken. Meestal bleven energieaandelen hierna (in verschillende maanden in 6 van de 11 jaar) toch stijgen.

Overigens zijn er ook energiebedrijven die voor goede resultaten niet (of minder) hoeven te teren op verhoogde olieprijzen. Hun aandelen dragen de goedkeuring weg van in dit stuk aangehaalde beleggingsexperten.

“Geen gunstige omgeving”

“Lagere energieprijzen zijn altijd met instemming begroet door de consumenten, vooral in een klimaat waarin de inflatie de grootste zorg was voor de beleggers. Maar de prijzen dalen om één van twee redenen – ofwel meer aanbod, ofwel minder vraag. Meer aanbod is geweldig voor ongeveer iedereen behalve voor de energieproducenten, maar een lagere vraag wijst op een tragere groei, en dat is gewoonlijk geen gunstige omgeving voor hogere aandelenkoersen”, concludeert het onderzoeksbureau.

Meer