Pro-Ierse nationalisten trekken de straten op in Noord-Ierland: “Stuiptrekkingen in een moeizaam vredesproces”, zegt expert Lieven Buysse

In Londonderry, Noord-Ierland, zijn een paar een pro-Ierse nationalisten de straat opgetrokken die tegen het Goedevrijdagakkoord zijn. En vandaag is het ook de tweede dag dat de Amerikaanse president Joe Biden een bezoek brengt aan Noord-Ierland. Business AM vroeg aan Lieven Buysse, professor Engelse taalkunde en Britse cultuur aan de KU Leuven, om wat extra duiding te geven.


Beluister hier het interview met Lieven Buysse:


Waarover gaat het eigenlijk?

Buysse: “Het Goedevrijdagakkoord, ook wel het akkoord van Belfast genoemd, was een belangrijke stap in het vredesproces in Noord-Ierland. Dat werd ondertekend op 10 april 1998 (Goede Vrijdag) door de regeringen van het Verenigd Koninkrijk en Ierland. Het akkoord maakte een einde aan een lange periode van gewelddadige conflicten rond de jaren zestig, bekend als The Troubles, en aan een periode van zogenoemd rechtstreeks bestuur door de Britse regering.”

Bij een hoop nationalisten valt het Goedevrijdagakkoord nog steeds niet in goede aarde, blijkbaar.

“Het is inderdaad een zeer moeizaam proces. Na het akkoord zijn er heel veel wonden geslagen tussen de Britten en de Ieren. En dat uit zich nog altijd in de generaties van vandaag.”

“Opvallend is dat de relschoppers van vandaag mensen zijn die niets anders hebben gekend dan de toestand na het afsluiten van het Goedevrijdagakkoord. Met andere woorden, eigenlijk zijn dit wat men noemt peace babies. Kinderen die geboren zijn in een tijd van vrede, maar toch op de een of andere manier worden opgejut door marginale nationalistische groeperingen langs beide kanten.”

Het zijn heel vaak splintergroeperingen. Hebben die voldoende macht om iets te doen?

“Ja, met geweld kun je heel veel macht afdwingen. Politiek gezien hebben ze die veel minder. Als je kijkt naar de resultaten van de verkiezingen van de afgelopen jaren, dan zie je toch wel een behoorlijke verschuiving. Gematigde partijen winnen aan belang, zoals bijvoorbeeld de Alliance Party die net instaat voor verzoening.”

“Het geweld is eerder een vorm van stuiptrekkingen. Eigenlijk is het een poging om toch nog een aantal zaken gedaan te krijgen. En dat gebeurt traditioneel op dezelfde momenten van het jaar. Zoals de Oranjemarsen in juli bijvoorbeeld, of zoals nu de herdenking van de Easter Rising in Ierland in 1916. Altijd rond Pasen uiteraard. Als je kijkt naar het aantal mensen dat heeft deelgenomen aan die mars, dan gaat dat echt maar om een handvol mensen, die ook meer en meer veroordeeld worden vanuit hun eigen gemeenschap.”

Biden is er nu op bezoek, dus alle ogen zijn op Ierland gericht. Maar wat kan de Amerikaanse president teweegbrengen?

“Aangezien hij zelf een katholiek is, zal hij heel voorzichtig te werk moeten gaan. Ook heeft Biden Ierse voorouders. Dat valt goed in de Republiek Ierland, maar in Belfast ligt dat moeilijk. Wat hij dan zegt, zal toch eerder de verzoenende richting moeten uitgaan, eerder dan het verhaaltje dat we al langer kennen. Bij Ierse politici moet hij een evenwicht zoeken tussen aan de ene kant betrokkenheid tonen en aan de andere kant toch voldoende afstand houden.”

(evb)

Meer