Het Britse Lagerhuis keurde premier Johnson’s voorstel af om wetten die de brexit moeten regelen op drie dagen door het parlement te jagen.

Het begon nochtans goed voor de Britse premier Boris Johnson op dinsdagavond. Het Britse Lagerhuis keurde het brexitakkoord goed dat hij vorige week sloot met de EU. Iets wat zijn voorganger Theresa May ondanks drie pogingen niet voor elkaar kreeg. In een volgende fase kunnen parlementsleden het akkoord amenderen.

Luttele minuten later moest Johnson echter een nederlaag slikken. Zijn voorstel om de zogenaamde ‘Withdrawal Agreement Bill’ in slechts drie dagen door het parlement te jagen werd afgekeurd met 308 stemmen tegen 322. Dat is een wetsvoorstel dat het akkoord met de EU in Britse wetgeving giet. Complexe materie, en het gaat om een document van 100 pagina’s. Johnson wou snel schakelen om uit de EU te kunnen stappen tegen zijn zelf opgelegde deadline van 31 oktober. Het Lagerhuis zag het echter niet zitten om het wetsvoorstel in zo’n strak tempo te verwerken, te amenderen en te stemmen.

Liever creperen dan uitstellen?

Dat maakt het zo goed als onmogelijk dat Groot-Brittanië de Europese Unie zal verlaten op 31 oktober met een akkoord. Boris Johnson heeft nochtans al verschillende keren aangegeven ‘liever te creperen’ dan de brexit nogmaals uit te stellen.

Onmiddellijk na de stemming nam hij het woord. ‘De overheid moet de enige verantwoordelijke koers nemen en onze voorbereidingen op een brexit zonder akkoord versnellen.’ Daarna klonk minder stoere taal en zei de premier dat hij het antwoord van de EU zal afwachten, en intussen het wetsvoorstel ‘on hold’ zet.

De bal ligt nu in het kamp van Europa. Omdat de Britten er niet zullen in slagen om de EU op 31 oktober te verlaten mét akkoord, moet Brussel uitstel verlenen. Zo niet komt het eind oktober tot een ‘no-deal-brexit’, wat geen van beide partijen wil.