Neanderthalers die aan de kust woonden van wat nu Italië is, doken onder water om schelpen te verzamelen waarmee ze vervolgens gereedschap maakten, blijkt uit een onderzoek.
Een team onderzoekers verkende de Grotta dei Moscerini – een van de twee Italiaanse archeologische sites waar gemodificeerde schelpen te vinden zijn van ongeveer 100.000 jaar oud. Ze publiceerden woensdag hun bevindingen in het bekende wetenschapsblad Plos One.
Veel van de schelpen die de wetenschappers op de site aantroffen, zijn omgebouwd tot schraapgereedschap. Het team, onder leiding van Paola Villa van de Universiteit van Colorado, onderzocht 171 van deze gemodificeerde schelpen om duidelijkheid te scheppen over deze oeroude objecten.
Tot nu toe werd gedacht dat alle schelpen die op het strand gevonden zijn, waren aangespoeld na de dood van de kokkels. Maar op basis van de analyse van de wetenschappers concludeerden die dat bijna een kwart van de schelpen van de zeebodem was verzameld. Schelpdieren die op stranden aanspoelen kunnen namelijk worden onderscheiden van zij nog leefden toen ze werden verzameld.
‘We kunnen bewijzen dat op Moscerini ongeveer 40 schelpgereedschappen rechtstreeks van de zeebodem werden verzameld door duikende neanderthalers’, zegt Villa aan Newsweek.

Hoewel bekend was dat neanderthalers gereedschappen gebruikten, was er nog veel onduidelijkheid over de mate waarin ze in staat waren om hiervoor de beschikbare kustgebieden te benutten.
Daarnaast vonden de onderzoekers bewijs in de grot dat neanderthalers er ook vulkanische puimstenen verzamelden. Die stenen zouden daar mogelijk beland zijn door oceaanstromingen veroorzaakt door uitgebarste vulkanen in de Golf van Napels. Volgens de studie gebruikten de neanderthalers deze stenen wellicht als schuurgereedschap.
Deze nieuwe bevindingen dragen bij aan het bewijs dat neanderthalers onder water doken in kustgebieden om grondstoffen te verzamelen – lang voordat de Homo sapiens hetzelfde deed.
‘We bewijzen dat het gebruik van waterbronnen en het verzamelen van puimstenen een onderdeel waren van de gedragingen van de neanderthalers, ruim voor de komst van moderne mensen in West-Europa’, zei Villa. ‘Neanderthalers hadden de technische competentie, het vermogen om te innoveren en een brede kennis van natuurlijke hulpbronnen die over het algemeen alleen aan moderne mensen worden toegeschreven.’