De bevolking van de ontwikkelde wereld moet zijn vleesconsumptie dringend terugschroeven. Indien dat niet gebeurt, wordt het heel moeilijk om de klimaatverandering tegen te houden. Dat zegt het rapport State of Climate Action van het Systems Change Lab, een coalitie van analisten en belangengroepen, waarin wordt aangegeven welke concrete maatregelen moeten worden doorgedrukt om de opwarming van de aarde af te remmen.
Opgemerkt wordt dat vlees verantwoordelijk is voor bijna 60 procent van de broeikasgassen die door de voedselproductie worden gegenereerd.
Dringende ingrepen
“Als de wereld de ergste verwoestingen van de klimaatcrisis wil voorkomen, moet de vleesconsumptie in de ontwikkelde wereld worden teruggebracht tot het equivalent van ongeveer twee hamburgers per week”, wordt in het rapport opgemerkt. “Tegelijkertijd dient het openbaar vervoer wereldwijd ongeveer zes keer sneller te groeien dan momenteel het geval is.”
“De uitfasering van steenkool moet eveneens met een factor zes worden versneld. Daarnaast dient ook de ontbossing drastisch te worden teruggedrongen. Ook zware industrieën zoals cement en staal vorderen onvoldoende met het terugdringen van hun emissies. Anderzijds moeten de snelle uitbreiding van hernieuwbare energie en het gebruik van elektrische voertuigen worden volgehouden.”
Het rapport, dat een analyse maakte van veertig indicatoren die de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen tegen eind dit decennium kunnen helpen halveren, schetst een somber beeld. “Iets meer dan de helft van de indicatoren zit niet op schema om de doelstellingen, die de opwarming van de aarde tot 1,5 graden Celsius tegenover het begin van het industriële tijdperk moeten beperken, te halen”, luidt het.
“Bovendien blijken vijf andere indicatoren de compleet verkeerde richting uit te gaan. Daarbij moet onder meer worden verwezen naar het gebruik van gas, dat een snelle groei kent, terwijl een vermindering ten gunste van hernieuwbare energie zou moeten worden verwezenlijkt.”
“Daarnaast is er echter ook de staalindustrie, die onvoldoende een beroep doet op technologieën om zijn emissies te reduceren. Maar ook het aantal verplaatsingen met personenwagens, het snelle verlies aan mangrovebossen en de uitstoot van de landbouw dreigen een klimaatcatastrofe in de hand te zullen werken.”
Extreme weersomstandigheden
Ani Dasgupta, directeur van het World Resources Institute, wees op het extreme weer dat dit jaar over de hele aarde moest worden vastgesteld. “De wereld is getuige geweest van de verwoesting die wordt aangericht door een temperatuurverhoging van amper 1,1 graad Celsius”, benadrukte Dasgupta.
“In de strijd om de planeet te redden, is elke fractie van een graad van belang. Het gevecht tegen de klimaatverandering vertoont wel een belangrijke vooruitgang, maar nog in geen enkele sector zijn we aan de winnende hand.”
Bill Hare, chief executive van Climate Analytics, waarschuwde voor het toenemende gebruik van gas voor de wereldwijde opwekking van elektriciteit, ondanks de beschikbaarheid van goedkope en gezondere alternatieven.
“De aanhoudende crisis als gevolg van schokken, zoals de coronapandemie en de inval van Rusland in Oekraïne, heeft heel duidelijk getoond dat een voortdurende afhankelijkheid van fossiele brandstoffen niet alleen slecht is voor het klimaat, maar ook ernstige risico’s voor de veiligheid en economie met zich meebrengt”, merkt hij op.
Het rapport wijst echter ook op enkele lichtpunten die konden worden opgemerkt. “De opwekking van zonne-energie is de voorbije drie jaar met bijna de helft toegenomen”, wordt er opgemerkt. “Bij de wereldwijde verkoop van personenwagens koos een op tien klanten vorig jaar voor een elektrische auto. Dat betekende een verdubbeling tegenover het jaar voordien.”
De analyse concludeert echter dat er veel meer investeringen nodig zijn om de wereldeconomie op een koolstofarme basis te laten functioneren. “Het volgende decennium zouden jaarlijks ongeveer 460 miljard dollar aan extra middelen in die strategie moeten worden geïnvesteerd”, wordt er opgemerkt.
“Bovendien moeten de regeringen een einde maken aan de voorkeursbehandeling van fossiele brandstoffen. Financiële instellingen mogen niet langer voor de productie van fossiele brandstoffen en industrieën met een zware ecologische voetafdruk garant staan.”
(ns)