Bij het afsluiten van een hypothecaire lening om een woning te kopen of (ver)bouwen, kan je vaak genieten van bepaalde belastingvoordelen. Wat die voordelen precies inhouden, hangt af van het gewest waarin de woning staat en het moment waarop je de lening afsloot. De verschillen tussen het Waalse, Brussels Hoofdstedelijke en Vlaamse Gewest zijn behoorlijk groot. In dit artikel kan je lezen over de fiscale voordelen in het Vlaamse Gewest.
De oude federale woonbonus
Sloot jij jouw hypothecaire lening af in de periode tussen 2005 en 2014? Dan geldt de oude federale woonbonus. Die bedraagt maximaal 3.120 euro, bestaand uit een basisbedrag van 2.280 euro plus 760 euro de eerste tien jaar van de lening. Dat is wel enkel indien het je enige woning blijft. Als je drie of meer kinderen had bij het aangaan van de hypothecaire lening, dan komt er nog 80 euro bij.
Bij de oude federale woonbonus wordt de belastingvermindering berekend tegen het zogenaamde marginaal belastingtarief. Dat bedraagt minimaal 30 procent en maximaal 50 procent, afhankelijk van het inkomen van de kredietnemer. Dat wil zeggen dat de belastingbesparing maximaal 1.560 euro is per kredietnemer: 3.120 x 50%.
Vlaamse woonbonus van de eerste generatie
Hypothecaire leningen die in 2015 zijn afgesloten, vallen onder de Vlaamse woonbonus van de eerste generatie. Daarbij geldt een maximale aftrek van 2.360 euro. Die bestaat uit een basisbedrag van 1.520 euro plus 760 euro de eerste tien jaar van de lening. Ook bij de woonbonus van de eerste generatie geldt dat enkel indien het je enige woning blijft. Wanneer je bij het aangaan van de hypothecaire lening minimaal drie kinderen had, komt daar eveneens 80 euro bij.
De Vlaamse woonbonus van de eerste generatie geeft je een belastingvermindering van 40 procent. Dat zorgt dus voor een belastingbesparing van maximaal 944 euro per kredietnemer: 2.360 x 40%.
Vlaamse woonbonus van de tweede generatie
Sinds 1 januari 2016 is de geïntegreerde woonbonus van toepassing in het Vlaamse Gewest. Om daarvoor in aanmerking te komen moet je voldoen aan een aantal voorwaarden:
- Tijdens de terugbetaling van de lening moet je echt in het betreffende huis wonen.
- Het geleende geld dien je te gebruiken voor de aankoop, bouw of renovatie van de woning.
- De lening moet een looptijd van minimaal 10 jaar hebben.
- De lening dient gewaarborgd te zijn door een hypotheek (hypothecaire inschrijving).
Bij de nieuwe regeling telt de geïntegreerde woonbonus ook voor een tweede, derde, … huis.
Iedereen gelijk
Elke belastingplichtige krijgt dezelfde woonbonus, onafhankelijk van het belastbare inkomen. Je krijgt op het bedrag van de door jou betaalde interesten en kapitaalaflossingen 40 procent belastingvermindering. Dat wordt verhoogd met de gemeentelijke opcentiemen. Er gelden sinds 2016 de volgende maximumbedragen, die niet meer worden geïndexeerd:
- Basisbedrag van 1.520 euro.
- De eerste 10 jaar van je hypothecaire contract wordt dat bedrag verhoogd met 760 euro.
- Heb je drie of meer kinderen ten laste op 1 januari van het jaar nadat je de lening afsloot, dan komt er nog 80 euro bij. In dat geval telt men een gehandicapt kind voor twee.
Bij het meest gunstige scenario heb je dus recht op: 1.520 + 760 + 80 = 2.360 x 40% = 944 euro belastingvoordeel, exclusief de gemeentebelasting.
Ga je als koppel een hypothecaire lening aan, dan worden de voorwaarden per persoon gecontroleerd. Beide partners maken dus aanspraak op een woonbonus.
Heb je nog een andere woning, die je bijvoorbeeld verhuurt? Dan beperkt de woonbonus zich tot het basisbedrag van 1.520 euro. Dat wil zeggen dat je vanwege de belastingvermindering van 40 procent maximaal een voordeel van 608 euro hebt: 1.520 x 40%.
Eventueel komen de premies van een schuldsaldoverzekering, die de terugbetaling van de lening waarborgt, ook in aanmerking voor de woonbonus. In de meeste gevallen zal echter je korf voor de woonbonus al gevuld zijn met de hypothecaire aflossingen en interest. Voorbeeld: heb je een lening van 150.000 euro met een looptijd van 20 jaar en een rente van 2 procent, dan betaal je maandelijks 757,54 euro. Dat maakt dat de som van aflossingen en interesten op jaarbasis 9.090,48 euro bedraagt. Een bedrag dat veel hoger is dan het aandeel dat twee partners het maximale belastingvoordeel oplevert.
Wat is een schuldsaldoverzekering?
Het is een soort van levensverzekering. Wanneer je overlijdt voordat je de lening volledig terugbetaalde, moeten jouw partner of andere erfgenamen de rest van het geld niet meer terugbetalen aan de bank. Je bent niet wettelijk verplicht om die verzekering af te sluiten. Wel bieden banken gunstigere rentetarieven wanneer je een hypothecaire lening en schuldsaldoverzekering bij hen combineert.
Wordt de woonbonus afgeschaft?
Er is sprake van het afschaffen van de woonbonus in de ontwerpnota voor de nieuwe Vlaamse Regering. Er staat beschreven dat het fiscale voordeel verschoven moet worden. Nu ligt dat op het ‘hebben’ van een woning en dat moet verschoven worden naar het ‘verwerven’ van een woning. Concreet betekent dat dat de registratierechten opnieuw verlaagd worden.
In 2018 was er al een hervorming van de registratierechten. Het zogenaamde groot en klein beschrijf werden afgeschaft. Daardoor is er niet langer een tarief van 10 procent en een tarief van 5 procent, maar slechts één tarief van 7 procent. Koop je een woning van maximaal 200.000 euro, dan krijg je bovendien vrijstelling op de eerste 80.000 euro. Dat is dus een korting van 5.600 euro: 80.000 x 7%.
Hoe de registratierechten precies verlaagd worden, is momenteel nog niet duidelijk. Mogelijk wordt het tarief van 7 procent verlaagd. Ook zou het kunnen dat de vrijstelling van 80.000 euro eveneens gaat gelden voor duurdere woningen of dat dit bedrag wordt verhoogd.
Lenen voor een pand waarin je niet gaat wonen
Ga je lenen voor een pand waarin je niet zelf wilt gaan wonen, dan heb je ook recht op fiscaal voordeel. Daarbij gaat het dan om een belastingvermindering van de federale overheid. De vermindering bedraagt 30 procent. Het wordt berekend op 169,20 euro + 6 procent van je netto belastbaar inkomen. Het globale maximum is daarbij 2.310 euro, wat betekent dat je in het beste geval 693 euro minder belasting dient te betalen: 2.310 x 30%.
Het maximum omvat de kapitaalsaflossingen van de lening, de premies voor de schuldsaldoverzekering en premies die je stortte voor het langetermijnsparen via een levensverzekering. De interesten mag je aftrekken van de onroerende inkomsten van je tweede woning.