‘Landbouwers zijn de helden van de toekomst’

Bio-ingenieur Laurens De Meyer over ons nakende voedseltekort

De helft minder vlees produceren én consumeren. Daarin ligt volgens ingenieur in de voedingsindustrie Laurens De Meyer de oplossing als we de komende decennia nog voedsel op ons bord willen. Wij spraken hem over koetjes, kalfjes en kweekvlees.

‘Melk of suiker bij de koffie?’ Als Laurens De Meyer het vraagt, twijfelen we even of het geen strikvraag is. Kan een wolkje koemelk wel, in aanwezigheid van de voorvechter van een meer plantaardig dieet voor iedereen? Het antwoord is ja, want De Meyer is – alle stereotypen over vegetariërs en veganisten ten spijt – geen messias met bekeringsdrang. Wel een bewuste bourgondiër, die er om goed onderbouwde redenen voor pleit onze bien cuit ingebakken vleescultuur niet af te schaffen, maar terug te schroeven. ‘Ikzelf ben een ‘veggievooral’, iets tussen een flexitariër en een vegetariër’, vertelt De Meyer. ‘Ik eet bewust zo veel mogelijk plantaardig. Maar in een spaghetti carbonara proef ik graag spekjes, en over mijn ovenschotel strooi ik ‘echte kaas’. Ik vind niet dat we vlees en zuivel volledig moeten schrappen, maar ons huidige consumptie- en productiepatroon is niet houdbaar.’

Bio-ingenieur Laurens De Meyer

De 31-jarige ingenieur in de voedingsindustrie is sinds november 2016 beleidsmedewerker bij de Bond Beter Leefmilieu, op de afdeling Voeding en Landbouw. In april verscheen zijn recentste boek Moet er nog vlees zijn?, een sterk onderbouwd pleidooi dat aan de hand van alarmerende cijfers oproept om onze vleesproductie en -consumptie niet vaagweg te minderen, maar concreet te halveren. Voor onze eigen gezondheid, maar zeker ook voor die van onze planeet en onze toekomstige voedselvoorziening, verduidelijkt De Meyer.

‘Tot nu bleef het aspect voeding altijd ondergesneeuwd in de klimaatdiscussie’

‘Blijven we voedsel produceren zoals we dat vandaag doen, dan heeft straks niemand nog te eten’, duidt hij. ‘Het rapport van het IPCC (het klimaatpanel van de VN, red.) bevestigde begin augustus wat wetenschappers al jaren zeggen: op deze manier kampen we tegen 2050 met voedseltekorten. Dat rapport is een belangrijke doorbraak. Niet uit wetenschappelijk oogpunt, want de bevindingen zijn niet nieuw. Wel omdat voor het eerst een duidelijk signaal gegeven wordt dat dit dringend op de beleidsagenda móét komen. Tot nu bleef het aspect voeding altijd ondergesneeuwd in de klimaatdiscussie.’

Die cijfers uit het IPCC-rapport en ook in jouw boek lijken te suggereren dat het al lang vijf óver twaalf is. Zo is landbouw, bosbouw en ander landgebruik verantwoordelijk voor 23 procent van de menselijke uitstoot van broeikasgassen en palmt de landbouw alleen 70 procent van het voorradige drinkwater in, schrijft het klimaatpanel van de VN. Hoe komt dat?

‘Er zijn in hoofdzaak twee grote problemen: we consumeren én we produceren te veel vlees en zuivel. Al zijn beide aspecten natuurlijk aan elkaar gelinkt. Om te beginnen produceren we in ons land alleen al een stuk meer dieren dan we zelf opeten. In België lopen vandaag meer dan 2,4 miljoen runderen, 6,1 miljoen varkens en bijna 41 miljoen kippen rond. Voor elk varken dat we produceren, exporteren we er 1,6 naar het buitenland. Ik heb in principe geen probleem met export, op voorwaarde dat het ecosysteem van een land zich daartoe leent. Maar dat is voor onze streken niet het geval. We produceren zó intensief met het oog op het maken van kortetermijnwinsten, dat we het milieu afbreken.’

‘Wereldwijd gebruiken we vandaag een derde van de ijsvrije oppervlakte op aarde om dieren te houden of hun voer te kweken. Dat is in de eerste plaats qua ruimte-inname al problematisch. Verder zitten we door die massaproductie met grote overschotten aan mest die de bodem en het water verontreinigen, vervuilende methaanemissies die verdubbeld zijn de voorbije zestig jaar en het enorme waterverbruik. Voor één kilo steak heb je 15.000 liter water nodig. Ter vergelijking: voor 1 kilo aardappelen is dat 500 liter water, en voor één van de minst duurzame groenten – avocado – 1.000 liter. Wetende dat de klimaatopwarming ons steeds meer droge periodes oplevert en waterschaarste dreigt, is dit niet vol te houden.’

We kweken 75 procent meer dieren in vergelijking met 1961, schrijf je. Enerzijds omdat de populatie verdubbeld is, maar de westerse vleesconsumptie is daarnaast ook verdrievoudigd. Waarom zijn we zoveel gaan produceren?

Bio-ingenieur Laurens De Meyer

‘Die massaproductie is een restant van na de wereldoorlogen. In het kader van de heropbouw van Europa konden we vanuit de Verenigde Staten goedkoop soja invoeren dat als veevoer gebruikt wordt. Zo is geleidelijk steeds meer grondloze veeteelt aan havens ontstaan. Bij ons, in onder meer West-Vlaanderen, de Kempen en Zeebrugge, houden boeren hun vee in stallen zonder dat ze zelf grond hebben voor het produceren van voeder of het verwerken van de mest. Die import van soja alleen al is niet klimaatvriendelijk en zorgt ervoor dat grote stukken bos gerooid worden over de oceaan. Daarnaast blijven boeren in ons land met grote overschotten mest zitten die ze niet op hun akker kwijt kunnen. Die verontreinigen dan de bodem en het water.’

‘Ook de overheid heeft een aandeel in die toename van landbouw en veeteelt. Na de Tweede Wereldoorlog kregen boeren fikse subsidies en kwamen er campagnes om de vlees- en zuivelconsumptie te stimuleren. Tot de jaren 70 kregen boeren een vaste prijs van de overheid voor hun vlees, kaas en melk. Voor rundvlees is dat vandaag de dag nog steeds zo. Doordat vlees en zuivel op grote schaal zo massaal geproduceerd konden worden, kelderden de prijzen en gingen we ook steeds meer dierlijke producten eten. Denk bijvoorbeeld ook aan het Belgisch witblauw, een rundersoort die speciaal gekweekt wordt met het oog op grootschalige productie en consumptie.’

‘Ter vergelijking: vóór de oorlogen haalden we in Vlaanderen ongeveer 40 procent van onze eiwitten uit dierlijke producten, en 60 procent uit plantaardige. Onze overgrootouders aten hooguit één à twee keer per week vlees. Vandaag is die balans net omgekeerd. Die typisch Vlaamse vleescultuur met klassiekers als stoofvlees en vol-au-vent is echt iets van de laatste decennia.’

Massaproductie is één aspect, maar zelf kunnen we dat stuk worst in ons winkelkarretje ook moeilijk laten. Onze Belgische vleesconsumptie is tussen 2005 en 2016 dan wel met 22 procent gedaald, volgens de normen van de Hoge Gezondheidsraad eet 89 procent van de Belgen nog altijd te veel vlees.

‘Het klopt dat de laatste jaren onze vleesconsumptie afneemt, en ook onze melkconsumptie daalde het voorbije decennium met 15 procent. Maar we consumeren nog altijd te veel dierlijke eiwitten, zowel voor onze eigen gezondheid als voor de planeet. Idealiter moeten we onze consumptie halveren om weer het juiste evenwicht te bereiken tussen dierlijke en plantaardige voeding.’

‘Het ene houdt het andere natuurlijk in stand. Zolang de vraag blijft, zal de productie niet minderen. Terwijl ons voedingspatroon een heel belangrijke factor is in de klimaatproblematiek. Eén vierde van de CO2 -uitstoot van Vlaamse gezinnen is afkomstig uit voedingsgewoonten, met als grootste factor dierlijke consumptie. Willen we iets doen aan onze ecologische voetafdruk op het vlak van eetgewoonten, dan zijn er twee grote maatregelen die het meeste impact hebben. Het eerste is meer plantaardig eten, het tweede is minder voedsel verspillen. Andere dingen die je kunt doen, zoals bijvoorbeeld alleen Belgische tomaten of aardbeien kopen, zijn uiteraard ook toe te juichen. Maar die hebben in verhouding een stuk minder draagwijdte, weten we uit duurzaamheidsonderzoek.’

Waarom blijven we het dan toch zo moeilijk vinden om vlees en eventueel zuivel te laten?

‘Voeding gaat gepaard met emotie. We doen het elke dag, we hebben er allemaal een mening over en we raken niet graag aan die gewoonten. Vaak wordt ervan uitgegaan dat plantaardig eten niet past binnen onze gastronomische eetcultuur. Maar je kunt perfect een bourgondisch potje koken zonder vlees. Kijk naar Arabische culturen, waar ze heerlijke plantaardige dips maken zoals hummus of auberginetapenade. Niets zo feestelijk als een tafel vol kleurrijke groentebereidingen. Het vraagt alleen een mentaliteitswijziging. Ik vergelijk het vaak met spaghetti bolognese. Pas rond de Expo 58 zijn we dat toen nog ‘exotische’ gerecht beginnen te omarmen, met onder meer campagnes van de Boerinnenbond. Vandaag heeft elke Vlaamse grootmoeder haar eigen recept ervan.’

‘Ook heerst nog steeds de opvatting dat we niet zonder dierlijke eiwitten kunnen, terwijl je met de juiste vervangingsproducten perfect alle voedingsstoffen kunt vervangen. Wist je trouwens dat 80 procent van de wereldbevolking in meer of mindere mate lactose-intolerant is? De verschillen zijn lokaal heel groot – in Vietnam is dat bijvoorbeeld 100 procent, in Vlaanderen ongeveer 15 procent. Maar het toont aan dat we melk eigenlijk niet nodig hebben. Dat komt omdat we bij de geboorte allemaal het gen bezitten dat ervoor zorgt dat we lactose – melksuiker – kunnen afbreken, om moedermelk te kunnen verteren. Logischerwijze wordt dat gen na de zoogperiode uitgeschakeld. Bij slechts 20 procent blijft dat gen geactiveerd, de rest reageert gevoelig op melksuikers.’

Bio-ingenieur Laurens De Meyer

Dat het al vijf óver twaalf is, hoeft volgens De Meyer niet te betekenen dat we niks meer kunnen ondernemen. Integendeel.

‘Volgens het wetenschappelijk tijdschrift The Lancet kunnen we op drie manieren onze ecologische voetafdruk via voedingsgewoonten verkleinen’, vervolgt De Meyer. ‘Eén: door onze eigen voedingsgewoonten aan te passen. Twee: de landbouwsector moet duurzamer. En drie: door technologie aan te wenden om volwaardige alternatieven op de markt te brengen.’

‘Als je kijkt naar het tweede aspect, de landbouw, zitten boeren op een unieke positie. Ze vormen een probleem omdat ze zo sterk bijdragen aan klimaatopwarming. Anderzijds hebben ze enorm veel potentieel om het klimaateffect te milderen, omdat zij de natuur voor een groot deel kunnen inrichten. In zekere zin zijn landbouwers de potentiële helden van de toekomst. In de nieuwe landbouwhervorming van de EU hebben lokale boeren veel invloed op het landschapsbeleid. Want Europa legt geen algemene richtlijnen op, maar geeft doelen mee die bereikt moeten worden. Lidstaten mogen zelf de maatregelen bepalen waarmee ze die doelen willen bereiken.’

Hoe kunnen landbouwers die rol van ‘helden van de toekomst’ opnemen?

‘In de eerste plaats door de helft minder te produceren. We moeten onze veestapel afstemmen op de ruimte die we hebben. Gaan kijken naar hoeveel grasland we hebben dat begraasd moet worden, hoeveel voeder we lokaal kunnen produceren, welke afvalstromen uit de voedingsindustrie verwerkt moeten worden … Je zult zien dat je dan bij ongeveer de helft van de huidige productie uitkomt. Minder vlees, maar wel van betere kwaliteit dan de industrieel gekweekte kippen en runderen van vandaag. Zelfs als we de helft minder produceren, blijft er nog evenveel over om onze vleesconsumptie van vandaag stabiel te houden – gezien het exportverhaal.’

‘Een pata negra of een sappige steak zie ik nog niet meteen van kweekvlees gemaakt worden’

‘Kringlooplandbouw is een interessant alternatief. Je gaat dieren inzetten in een duurzaam ecosysteem dat zichzelf volledig sluit. Je gebruikt bijvoorbeeld een akker om plantaardige voeding voor de mens te produceren – granen, peulvruchten en groenten. Dieren die op akkers of graslanden komen te staan, worden gevoed met het gras of de oogst van die akkers. De mest wordt opnieuw gebruikt om de bodem te voeden. Daarnaast kun je reststromen uit de voedingsindustrie gebruiken om bijvoorbeeld varkens en kippen van eten te voorzien – denk aan aardappelschillen of bierdraf.’

‘Ook aquaponics is een duurzame optie, waarbij je in het water gaat kweken in plaats van in aarde en het gebruikte water opnieuw recycleert. Een andere interessante piste waar het ILVO mee experimenteert sinds 2013 zijn sojavelden in Vlaanderen. Hoopgevend, want het eerste product met Belgische soja ligt sinds dit jaar in de winkel. Door meer zelfvoorzienend te zijn in eiwitrijke plantages die we zowel voor menselijke consumptie als veevoeder kunnen gebruiken, zijn we niet langer afhankelijk van vervuilende import die ook nog eens bossen rooit in Latijns-Amerika. Soja is een fantastisch product voor mens en dier, omdat het qua voedingswaarde 100 procent overeenkomt met vlees.’

De helft minder produceren, en toch kunnen rondkomen. Hoe financieel haalbaar is dat?

‘Het is een argument dat boeren vaak aanhalen, dat minder intensief aan landbouw doen hen economisch duur te staan kan komen. Maar duurzame vormen van landbouw kunnen net zo intensief en hoogtechnologisch zijn, doordat je elke schakel op je boerderij en akkers optimaal gaat benutten. Bovendien resulteert het in minder maar kwalitatievere producten, waar je een hoger prijskaartje aan kunt ophangen. Natuurlijk is er ook een taak weggelegd voor overheden, die de omslag naar meer duurzame veeteelt moeten stimuleren.’

Vormt kweekvlees – dat volgens kenners tegen 2020 op ons bord kan liggen – geen dankbaar alternatief voor klassieke vleesproductie?

Bio-ingenieur Laurens De Meyer

‘Het verhaal van kweekvlees is zeker boeiend, maar we moeten het met de nodige voorzichtigheid behandelen. De klimaatpotentie van de techniek is nog niet bewezen, omdat je voorlopig nog veel fossiele energie nodig hebt om het te creëren. Dat maakt het daarom op dit moment nog niet duurzamer dan een steak. Bovendien is het in deze fase nog waanzinnig duur: de eerste burger in 2013 koste 250.000 euro om te maken.’

‘Op het vlak van water- en landgebruik is het natuurlijk wél tot 90 procent efficiënter en daardoor milieuvriendelijker. Mogelijk worden op termijn nog innovatieve technieken gecreëerd waardoor het kweken in reactoren ook met hernieuwbare energie kan. Maar kweekvlees ligt nog niet binnen de tien jaar op ons bord, sterrenrestaurants of vakspecifieke events even buiten beschouwing gelaten. Ik denk eerder aan 2050 à 2060. Maar zelfs dan denk ik niet dat het ooit de klassieke vleesproductie helemaal zal vervangen. Een pata negra of een sappige steak zie ik nog niet meteen van kweekvlees gemaakt worden. Wel kan het een oplossing zijn voor het industriële bulkvlees, zoals de kilo’s gehakt of de plofkippen van vandaag.’

Zijn vleesvervangers dan haalbaarder? Door pakweg een vegetarische hamburger of worst aan te bieden, verander je de klassieke ‘vlees-groenten-aardappelen’-mentaliteit niet waar we van af moeten.

‘Dat is waar, maar toch vind ik het een goede tussenstap naar meer plantaardige voeding. Voor iemand die drukbezet is of voor een heel gezin moet koken, verlaagt het de drempel om vlees toch een keertje te laten liggen. Dat is een eerste stap. Bovendien zijn die producten de laatste jaren heel erg geëvolueerd. Aanvankelijk ging het om een vette hap met veel kaas en paneermeel, maar vandaag vind je voedzame vervangproducten die een nutriscore A halen.’

‘Boeren worden vandaag via subsidies nog steeds richting het landbouwmodel van industriële massaproductie geduwd’

‘Natuurlijk koken we in een ideale wereld voornamelijk plantaardig, en vertrekken we van groenten als basis aangevuld met peulvruchten en sojaproducten. Maar een mentaliteitswijziging heeft tijd nodig. Ik durf voorzichtig positief te zijn – vooral dan aan de zijde van de consumenten. Het aantal vegetariërs en flexitariërs blijft groeien. Topchefs zoals Seppe Nobels bewijzen dat je met uitsluitend groenten heerlijke combinaties kunt maken. De Israëlisch-Britse kok Yotam Ottolenghi heeft een soort sterrenstatus bij het grote publiek, terwijl hij ook heel vaak vanuit groenten vertrekt. Het bewustzijn sijpelt door bij consumenten.’

‘Wie wel nog achterophinken, zijn de sector zelf en het politieke beleid’, besluit De Meyer. ‘Dat is in Vlaanderen helaas oerconservatief. Boeren worden vandaag via subsidies nog steeds richting het landbouwmodel van industriële massaproductie geduwd. Je moet als landbouwer al zeer avontuurlijk en idealistisch zijn om uit dat stramien te stappen. Een landbouwer die Moet er nog vlees zijn? las, sprak me er zelfs over aan. ‘Ik ben blij dat je het allemaal eens neergeschreven hebt’, zei hij. Dat is waarschijnlijk het mooiste compliment dat ik al over mijn boek gekregen heb.’

Meer premium artikelen
Meer

Ontvang de Business AM nieuwsbrieven

De wereld verandert snel en voor je het weet, hol je achter de feiten aan. Wees mee met verandering, wees mee met Business AM. Schrijf je in op onze nieuwsbrieven en houd de vinger aan de pols.