Key takeaways
- De landbouwprijzen in de EU zijn in het eerste kwartaal van 2025 met 2,6 procent gestegen.
- Belangrijke landbouwproducten zoals melk, eieren en granen kenden aanzienlijke prijsschommelingen.
- De gemiddelde prijs van goederen en diensten die landbouwers gebruiken, zoals dierenartskosten en meststoffen, stegen ook licht.
In het eerste kwartaal van 2025 stegen de landbouwproductieprijzen in de hele EU met 2,6 procent, waarmee de opwaartse trend van het vorige kwartaal werd voortgezet. Deze stijging ging gepaard met een lichte (0,2 procent) stijging van de gemiddelde prijs van agrarische productiemiddelen, zoals energie, meststoffen en diervoeder. Dit was de eerste prijsstijging voor deze productiemiddelen sinds begin 2023. Dit meldt Eurostat.
Bij de belangrijkste landbouwproducten werden aanzienlijke prijsschommelingen vastgesteld. De melkprijzen stegen met 12,6 procent, de eierprijzen met 10,7 procent en de graanprijzen met 9,6 procent in vergelijking met dezelfde periode in 2024. Daarentegen daalden de prijzen voor olijfolie met 43,5 procent, aardappelen met 13,4 procent en varkens met 11,2 procent.
Dierenartskosten stijgen het sterkst onder niet-investeringsinputs
Binnen de categorie van de niet-investeringsinputs zagen de dierenartskosten de grootste stijging (3,0 procent), gevolgd door gematigde stijgingen in kunstmest (0,9 procent) en energie en smeermiddelen (0,7 procent).
De trend van stijgende landbouwprijzen was wijdverspreid in de EU. Van de 23 landen waar de prijzen stegen, noteerden Ierland (+19,3 procent), Luxemburg (+15,6 procent) en Hongarije (+14,6 procent) de scherpste stijgingen. Daarentegen daalden de prijzen in Spanje (-9,7 procent), Griekenland (-7,1 procent), Portugal (-2,8 procent) en Malta (-2,0 procent).
Wat betreft niet-investeringsinputs, meldden 14 landen prijsstijgingen in het eerste kwartaal van 2025 in vergelijking met dezelfde periode in 2024. Hongarije (+6,8 procent), Nederland (+6,2 procent) en Roemenië (+5,8 procent) voerden de lijst aan met de grootste prijsstijgingen. Litouwen (-5,0 procent), Cyprus (-3,8 procent), en Letland (-3,6 procent) kenden de sterkste prijsdalingen.