Laatste scheepswerf van Wallonië is failliet verklaard

De ondernemingsrechtbank van Namen heeft het faillissement van de scheepswerf Meuse & Sambre uitgesproken. Daarmee valt definitief het doek over een sector die in België ooit een belangrijke pijler van de nationale economie was. Meuse & Sambre was immers het laatste bedrijf in België dat nog schepen bouwde en herstelde.

De ondernemingsrechtbank heeft een curator aangesteld. Die moet naar mogelijke overnemers op zoek gaan.

Riviertoerisme

Meuse & Sambre, dat bijna honderdtwintig jaar geleden werd opgestart, telde vier scheepswerven. Het bedrijf was actief in Seilles, Namen, Luik en Charleroi. De werven hadden zich de voorbije periode vooral toegespitst op de bouw van schepen voor het riviertoerisme. 

Daar moet volgens een aantal betrokkenen ook een belangrijke oorzaak voor de teloorgang van de onderneming worden gezocht. De toeristische sector is immers door de uitbraak van de coronapandemie zwaar geraakt.

Daardoor zouden ook de orders voor Meuse & Sambre zijn verminderd, terwijl een aantal klanten tegelijkertijd zelf met belangrijke financiële problemen zouden zijn geconfronteerd. Dat zou een negatieve impact hebben gehad op de kaspositie van het bedrijf.

De scheepswerf had naar eigen zeggen nog voor ongeveer 10 miljoen euro aan bestellingen in zijn orderboek staan. De directie zou nog een voorstel hebben gedaan om de activiteiten verder te zetten, maar kreeg daarvoor van de rechtbank geen toestemming.

Bij Meuse & Sambre werken momenteel zeventig mensen. Hun tewerkstelling komt door het faillissement in het gedrang, maar onder leiding van de curator worden de activiteiten van de onderneming voorlopig wel verder gezet.

Waals Gewest

Lahoucine Ourhribel, secretaris van de vakbond ACV-CSC Metea, benadrukte in een reactie op de uitspraak van het faillissement dat er nochtans voldoende werk is om de werf operationeel te houden.

“Bovendien telt het bedrijf ook werknemers met bijzonder specifieke vaardigheden, die zouden moeten worden beschermd”, voerde hij aan. Ourhribel voegde eraan toe van mening te zijn dat het Waalse Gewest zich achter de laatste scheepswerf op zijn grondgebied zou moeten scharen.

Woordvoerders van de vakbond zeggen echter dat er tegenover de sector een algemene sfeer van onverschilligheid lijkt te zijn gegroeid, terwijl tegelijkertijd nochtans over een lokale verankering van activiteiten en de promotie van de zachte mobiliteit over bevaarbare waterwegen wordt gesproken.

Lahoucine Ourhribel maakt wel gewag van enkele controversiële projecten die de financiële stabiliteit van de onderneming hebben ondermijnd.

Meer