Laatste Amerikaans vliegdekschip met dieselmotoren naar de schrootwerf

Op een schrootwerf in Texas wordt binnenkort een eindpunt gezet achter een opmerkelijk hoofdstuk uit de militaire geschiedenis van de Verenigde Staten. Het beroemde vliegdekschip USS Kitty Hawk zal er immers op de werven van International Shipbreaking Limited in Brownsville helemaal worden afgebroken. De Kitty Hawk was het laatste Amerikaanse vliegdekschip dat door conventionele fossiele brandstoffen werd aangedreven. Zijn opvolgers zouden immers door kernenergie worden voortgestuwd. 

De USS Kitty Hawk verliet half januari zijn jongste ligplaats op de Puget Sound Naval Shipyard in de staat Washington voor zijn allerlaatste reis naar Brownsville. Die operatie zal naar schatting ongeveer honderddertig dagen in beslag nemen, waarbij het schip in totaal 16.000 mijl zal moeten afleggen.

Door zijn afmetingen – met een breedte van 85 meter en een lengte van 325 meter – kan het schip immers geen gebruik maken van het Panamakanaal om van de Stille Oceaan naar de Atlantische Oceaan door te steken. De Kitty Hawk wordt daarom verplicht om langs Kaap Hoorn rond het uiterste zuidelijke punt van Zuid-Amerika te varen.

Eigen klasse

De Kitty Hawk werd door de Amerikaanse marine zestig jaar geleden in dienst genomen. Het schip was volgens een compleet nieuw concept gebouwd en werd dan ook het boegbeeld van een eigen klasse vliegdekschepen van de Amerikaanse Navy. Het schip werd aangedreven door turbines die door acht stoomketels werden gevoed. Voor de opwekking van de stoom werd beroep gedaan op het verbranden van diesel.

In totaal zouden in de klasse Kitty Hawk nog twee andere schepen – de USS America en de USS Constellation – worden gebouwd. Die twee carriers werden al rond de eeuwwisseling uit dienst genomen. De Kitty Hawk was dan ook het laatste overblijvende schip uit zijn klasse en bleef daarmee nog het enige Amerikaanse vliegdekschip dat door fossiele brandstoffen werd aangedreven.

Tom Parker, een gewezen bevelvoerder van het schip, merkte daarbij op dat zijn hoofdmechanieker geregeld te kennen gaf dat de dieselmotoren van de Kitty Hawk een van de meest complexe machines moeten zijn geweest die ooit door mensen werden gebouwd.

Volgens de bevelvoerder was het naar eigen zeggen ook bijzonder moeilijk om personeel te vinden die de nodige vaardigheden en expertises hadden om de motor aan de gang te houden. “Vaak moesten voormalige technici van het schip opnieuw uit hun pensioen worden gehaald om een helpende hand toe te steken”, herinnerde hij zich.

De USS Kitty Hawk kan op een bewogen geschiedenis terugblikken. Het vliegdekschip werd in de jaren zestig ingezet in de oorlog in Vietnam, waar zijn vliegtuigen duizenden missies uitvoerden. Later zou de USS Kitty Hawk ook nog actief zijn in Operation Restore Hope (Somalië) en vervolgens in de conflicten Enduring Freedom, Southern Watch en Iraqi Freedom (Irak en Afghanistan).

Museum

Dertien jaar geleden werd de Kitty Hawk uit dienst genomen en vervangen door de USS George Washington, die door kernenergie werd aangedreven. Sindsdien lag het schip op de Puget Sound Naval Shipyard. In oktober vorig jaar werd de Kitty Hawk verkocht aan International Shipbreaking Limited.

Datzelfde schrootbedrijf kocht tegelijkertijd ook de USS John F. Kennedy, een ander afgeschreven vliegdekschip dat eveneens zal worden afgebroken. Voor de schepen betaalde de werf telkens een bedrag van 1 dollarcent. De afbraak van de Kitty Hawk voorziet International Shipbreaking met 60.000 ton metaal, dat als schroot zal worden verkocht.

Een poging van de USS Kitty Hawk Veterans Association om het schip om te bouwen tot een drijvend museum dat in Long Beach (Californië) zou worden ingericht, mislukte. De organisatie slaagde er slechts in om de helft van het geld te verzamelen dat voor de decontaminatie, de ontwikkeling en het onderhoud als een museum nodig zou zijn geweest.

Een Hornet F/A-18C stijgt op van het dek van de Kitty Hawk. – Foto: Pixabay

De Kitty Hawk werd gebouwd op de New York Shipbuilding in Camden (New Jersey). Dat kostte de Amerikaanse overheid een bedrag van 178 miljoen dollar. Dat zou vandaag een bedrag van 1,7 miljard dollar vertegenwoordigen. De bouw van de het jongste Amerikaanse vliegdekschip – de USS Gerald R. Ford, die door kernenergie wordt aangedreven – kostte het Amerikaans leger een som van 13 miljard dollar.

De bouw van de Kitty Hawk betekende tevens het einde van een tijdperk in de technologische ontwikkeling van de Amerikaanse Navy. Datzelfde jaar werd immers ook de USS Enterprise, het eerste nucleaire vliegdekschip van de Amerikaanse marine te water gelaten. De Enterprise zou het eerste exemplaar van een klasse met in totaal tien Amerikaanse nucleaire vliegdekschepen worden.

De Kitty Hawk had een bemanning van ruim 5.600 officieren en matrozen en kon vijfentachtig vliegtuigen meevoeren. Het vliegdekschip kon een maximale snelheid van 33 knopen (61 kilometer per uur) halen. De turbines waarmee de Kitty Hawk werd aangedreven, werden door het bedrijf Westinghouse geleverd.

Meer