Panamaziekte of ‘Aids van de bananenteelt’ bereikt Zuid-Amerika en dat is een catastrofe

De Panamaziekte, een onbehandelbare schimmel die wereldwijd de belangrijkste bananensoort heeft aangetast, heeft nu ook Zuid-Amerika bereikt. Dat continent is de de grootste exporteur van fruit wereldwijd.  

De Panamaziekte is de populaire benaming voor een schimmel (Fusarium wilt) die al honderd jaar bananenplanten doodt in de ganse wereld. De voorbije jaren verspreidde de ziekte zich in een nieuwe, nog dodelijkere vorm, van Zuidoost-Azië naar plantages in Afrika, het Midden-Oosten en Australië. Nu de schimmel ook Latijns-Amerika (verantwoordelijk voor ruim 70% van de globale bananenexport) heeft bereikt,  vrezen experts het ergste voor het geliefkoosde fruit.

Colombia, de op vijf na grootste uitvoerder van bananen wereldwijd, heeft de noodtoestand uitgeroepen nadat de schimmel was gesignaleerd in een lokale plantage van 175 hectare.

Fruitgigant Chiquita noemde het risico altijd al beperkt. De Latijns-Amerikaanse bananenproductie was niet direct niet in gevaar, werd gesteld, maar dat bleek te optimistisch. Het is immers niet de eerste keer zijn dat de commerciële banaan geheel verdwijnt: vorige eeuw gebeurde dat met de Gros Michel. Nu is het de beurt aan de Cavendish.

Na de Gros Michel, nu ook de Cavendish

De Gros Michel was tot de jaren 1950 vrijwel de enige voor export gekweekte banaan vanwege zijn zoete, romige smaak en zijn resistentie tegen allerlei ziekten, tot een eerste variëteit van de Panamaziekte er korte metten mee maakte. De Cavendish-banaan was echter wél resistent en producenten schakelden er op over, ondanks de saaiere smaak en de gigantische kosten,.

95% van alle bananen die nu door mensen worden geconsumeerd zijn van de Cavendish-variëteit. De nieuwe versie van de Panamaschimmel is echter nog dodelijker dan degene die de Gros Michel uitroeide (en 2,3 miljard toenmalige dollars of 13,23 miljard huidige euro’s in schade aanrichtte). Nog erger is dat bijna alle andere bananensoorten eveneens vatbaar zijn voor de schimmel en er dus geen alternatief is.

Moest ook de Cavendish bezwijken aan de Panamaziekte, dan zouden de gevolgen rampzalig zijn. De banaan is immers het vierde meest waardevolle gewas en consumenten zouden hem erg hard gaan missen. Nog belangrijker is echter dat 400 miljoen mensen er afhankelijk van zijn voor 15 tot 27% van hun dagelijkse calorieën. Voor miljoenen anderen is de Cavendish de primaire bron van inkomsten.

Volgens specialisten is niet minder dan 5 tot 6 jaar nodig om een nieuwe variëteit van bananen te kweken die zowel tegen de Panama-schimmel bestand is en qua smaak en kwaliteit consumenten kan bekoren.

Waarom is de Panamaziekte (‘HIV van de bananenteelt’) zo gevaarlijk?

  • De schimmel infecteert geruisloos de wortel van de bananenplant. Hij neemt dan de water- en voedingstoevoer over, met als uiteindelijk gevolg het afsterven van de hele plant.

  • Er bestaat geen enkele manier om de ziekte te bestrijden. Wanneer ze wordt vastgesteld in een plantage is het al te laat. Er valt dan helemaal niets meer aan te doen.

  • De sporen van de schimmel hechten zich aan schoenen, machinerie, bagage en nog meer. Daardoor kan de schimmel zich zeer snel en effectief verspreiden.

  • De schimmel is een overlever. De sporen kunnen tientallen jaren na de dood van een besmette plant in stilte sluimeren tot er nieuwe prooien verschijnen.

  • De symptomen lijken sterk op eerdere, controleerbare variëteiten van de schimmel. Het gevaar bestaat dus dat boeren hun oogst zonder het te beseffen aan de ziekte verliezen.

  • De geïndustrialiseerde monocultuur van relatief zwakke Cavendish-bananen maakt geen enkele kans tegen de Panamaschimmel. Deze is immers geëvolueerd om te wedijveren met de sterkste en meest resistente wilde bananenplanten in de Maleisische regenwouden.

Meer