Inflatie eurozone duikt onder grens van 2 procent: is het gevaar van een renteverhoging geweken?

De inflatie in de eurozone kwam in juni uit op 1,9 procent. Dat zijn tien basispunten minder dan in mei. Daarmee ligt het inflatiecijfer in lijn met de de doelstelling van de Europese Centrale Bank (ECB). Die mikt op een inflatie van net geen 2 procent.

Waarom is dit belangrijk?

De inflatie geeft weer hoe sterk de prijzen in een bepaalde regio, zoals de eurozone, zijn gestegen. De ECB mikt op een inflatie van net geen 2 procent. De toezichthouder probeerde de afgelopen jaren die doelstelling te bereiken door de belangrijkste rentes, waaronder de depositorente, laag te houden en schuldpapier op te kopen (QE genaamd). Nu de Europese economie stilletjesaan aan het heropenen is, stijgt de inflatie. De ECB verwacht weliswaar niet dat de inflatie de komende jaren over de grens van 2 procent zal springen.

Terwijl de Verenigde Staten te kampen hebben met enorme prijsstijgingen, blijft de inflatie in de eurozone eerder bescheiden. De inflatie in de VS kwam in mei uit op 5 procent. In de eurozone bedroeg die in diezelfde maand 2 procent. Vandaag heeft Eurostat het inflatiecijfer voor juni bekendgemaakt. Dat cijfer kwam uit op 1,9 procent.

Stijgende energieprijzen

De inflatie van 1,9 procent is voornamelijk het gevolg van de stijgende energieprijzen. Die zijn op jaarbasis gestegen met 12,5 procent. Dat is weliswaar een minder grote stijging dan vorige maand. Toen waren de prijzen op jaarbasis gestegen met 13,1 procent.

“Verwacht wordt dat de energie-inflatie in de rest van het jaar verder zal dalen als de olieprijs niet opnieuw sterker gaat stijgen”, merkt Bert Colijn, econoom bij ING. “Het Spaanse besluit om de BTW op elektriciteit te verlagen, zal de energie-inflatie in de tweede helft van het jaar zelfs sterker drukken dan aanvankelijk werd verwacht.”

De kerninflatie bedroeg in juni 0,9 procent. In mei kwam dat cijfer uit op 1 procent. Desalniettemin verwacht Colijn dat de kerninflatie de komende gaat oplopen. “Die daling was vooral toe te schrijven aan de afnemende diensteninflatie, die ten dele werd beïnvloed door het tijdstip van de pinkstervakantie.”

Inflatiecijfers – Eurostat

Doelstelling ECB

Het huidige inflatiecijfer ligt in lijn met de doelstelling van de ECB. De toezichthouder mikt op een inflatie van net geen 2 procent. Die doelstelling moet wel behaald worden op middellange termijn.

Tijdens de jongste rentevergadering heeft de toezichthouder de inflatieverwachtingen voor de komende jaren uit de doeken gedaan. Voor 2021 verwacht ECB een inflatie van 1,9 procent. De daaropvolgende jaren zullen de prijsstijgingen minder sterk zijn. In 2022 zal de inflatie volgens de ECB op 1,5 procent uitkomen om vervolgens in 2023 te dalen tot 1,3 procent. De ECB maakt zich dan ook sterk dat het nog niet meteen het monetaire beleid moet verstrakken.

Colijn wijst er echter op dat de inflatie mogelijk niet tijdelijk is. “Al bij al is de kleine daling van de algemene inflatie in juni niet zo relevant. Belangrijker is de ophanden zijnde stijging van de goederen- en diensteninflatie”, merkt de econoom op. “Voorlopig wijzen de meeste aanwijzingen erop dat dit grotendeels tijdelijk is, maar de opwaartse risico’s voor de inflatievooruitzichten zijn in jaren niet zo groot geweest en moeten de ECB op het puntje van haar stoel houden. Laat ze nog maar even genieten van die 1,9 procent. Het zijn spannende tijden voor centrale banken.”

Beleggers lijken op het eerste gezicht negatief te reageren op het inflatienieuws. Omstreeks 12 uur ’s middags noteerde de Bel20 0,8 procent in het rood. De Eurostoxx50 noteerde 1,2 procent in de min. De beleggers baren zich overigens ook zorgen de deltavariant van het coronavirus.

(am)

Lees ook:

Meer