Indonesië denkt aan kartel voor batterijmaterialen

Indonesië denkt aan de oprichting van een kartel – vergelijkbaar met de Organisation of Petroleum Exporting Countries (Opec) – voor nikkel en andere metalen die belangrijk zijn voor de productie van autobatterijen. Dat heeft Bahlil Lahadalia, Indonesisch minister van Investeringen, gezegd. De plannen tonen volgens analisten het geopolitieke vertrouwen van landen die rijk zijn aan grondstoffen voor de bouw van elektrische wagens.

“De Opec heeft bewezen het beheer van de oliehandel in goede banen te leiden en de voorspelbaarheid voor potentiële investeerders en consumenten te garanderen”, benadrukte Lahadalia. “Indonesië bestudeert de mogelijkheid om een soortgelijke bestuursstructuur te vormen met betrekking tot de mineralen – waaronder nikkel, kobalt en mangaan – die het land in zijn ondergrond heeft.”

Prijzen

Indonesië is de grootste nikkelproducent ter wereld en vertegenwoordigt 38 procent van het wereldwijde aanbod aan geraffineerde producten. Het land bezit ook een kwart van de wereldwijde reserves van het metaal.

Lahadalia zegt dat Indonesië momenteel bekijkt onder welke vorm een kartel zou kunnen worden gecreëerd. “Het zal echter niet eenvoudig zijn om een kartel te vormen dat de wereldprijzen voor nikkel onder controle zou moeten houden”, merkt de Britse zakenkrant Financial Times echter op.

“Rusland levert een vijfde van de totale voorraden hoogzuivere nikkel dat in batterijen wordt gebruikt, terwijl ook Canada en Australië grote producenten zijn.” Verwacht wordt echter dat Indonesië de komende jaren de grootste bron van groei zal zijn. 

Een complicatie is volgens de Financial Times nog dat Indonesië voor de winning van nikkel afhankelijk is van buitenlandse bedrijven zoals het Chinese Tsingshan en het Braziliaanse Vale. Bij de Opec wordt de productie daarentegen vooral door staatsbedrijven gedomineerd.

Indonesië was zelf trouwens een oorspronkelijk lid van de Opec, maar schortte zijn lidmaatschap op uit bezorgdheid over de effecten van de hoge olieprijzen op zijn economie en de productiebeperkingen van het kartel op zijn overheidsfinanciën. Indonesië werd achttien jaar geleden een netto-importeur van olie.

Bovendien wordt opgemerkt dat Indonesië nog altijd slechts een beperkte capaciteit heeft om nikkel met batterijkwaliteit te leveren. “Een groot gedeelte van de productie bestaat uit materiaal met een lagere zuiverheid dat wordt gebruikt in roestvrij staal”, zegt de Financial Times. “Er moet dan ook zwaar in infrastructuur worden ingezet om zijn grondstoffen voor een gebruik in batterijen geschikt te maken.”

Exportverbod

Sinds begin dit jaar heeft Indonesië de export van nikkelerts verboden. Die maatregel was een poging om de binnenlandse verwerkingsindustrie te laten groeien. De Indonesische regering plant tevens belastingen op de uitvoer van halfafgewerkte producten, in de hoop de ontwikkeling van een volledige binnenlandse toeleveringsketen voor elektrische voertuigen te kunnen aanmoedigen.

Indonesië maakte duidelijk zich niet van dit beleid te zullen laten afleiden, ook al leidde het exportverbod tot een geschil bij de Wereldhandelsorganisatie met de Europese Unie.

Hoewel Indonesië rijk is aan mineralen, ligt zijn rol als leverancier van nikkel aan westerse autofabrikanten niet zo eenvoudig. Grote delen van de productie van mineralen is in Indonesië immers in handen van Chinese bedrijven.

Bovendien is die productie in belangrijke mate afhankelijk van energieleveringen door steenkoolcentrales. Daarmee heeft de sector een zware ecologische voetafdruk. Consulent Frank Fannon meent bovendien dat de vorming van een kartel voor batterijmetalen westerse investeringen in de Indonesische nikkelsector zou afremmen.

(lb)

Meer