In India werd het internet vorig jaar 106 keer geblokkeerd of verbroken. Daarmee blijft het land voor het vierde jaar op rij wereldwijd lijstaanvoerder in de verstoring van de online communicatie. Dat is de conclusie van een rapport van de organisatie Access Now. Het rapport merkt op dat vorig jaar het internet wereldwijd in totaal 182 keer, gespreid over vierendertig landen, bewust werd afgesloten.
Het jaar voordien was er nog sprake van 159 shutdowns in negenentwintig landen. Na India kende Myanmar het voorbije jaar het grootste aantal onderbrekingen (15), gevolgd door Soedan en Iran (5).
Onderdrukking
“Met een geleidelijke terugkeer naar de normaliteit na het uitbreken van de coronapandemie, beleefde de wereld vorig jaar ook een dramatische heropleving van acties van overheden om het internet te sluiten”, wordt opgemerkt in het rapport van Access Now, een organisatie voor de verdediging van de digitale burgerrechten.
“Uit de documentatie blijkt dat de voorbije vijf jaar autoriteiten in toenemende mate zijn overgegaan tot het verstoren van internet tijdens gebeurtenissen die de politieke situatie in hun land beïnvloeden. Vaak geven verkiezingen, protesten, staatsgrepen of gewelddadige campagnes aanleiding tot het blokkeren van de online communicatiemogelijkheden.”
“Deze acties hebben niet alleen het dagelijks leven verstoord”, beklemtoont Felicia Anthonio, campagnemanager bij Access Now. “De cijfers tonen dat het voorbije jaar 182 keer een leider heeft beslist om een volk opzettelijk het zwijgen op te leggen in plaats van de burgers te machtigen zich uit te spreken.”
In India werden minstens 85 onderbrekingen opgetekend in de onrustige regio Jammu en Kasjmir. “Een internetstop is geen oplossing”, zegt Raman Jit Singh Chima, beleidsdirecteur Asia-Pacific bij Access Now, in een commentaar op die cijfers.
“Het is een onevenredige, collectieve straf die de mensenrechten schendt en onaanvaardbaar is in een samenleving van de 21ste eeuw. De grootste democratie ter wereld kan alleen worden behouden en versterkt indien inspanningen worden gedaan om de toegang tot het internet voor iedereen te vergemakkelijken.”
“Ongeacht de context of grondgedachte, het afsluiten van internet is een aanval op de mensenrechten. De wereldwijde coronapandemie heeft alleen de zware impact van het loskoppelen van internet voor mensen benadrukt.”
“Het medium vormt immers een belangrijke pijler voor de samenleving, waarbij gezorgd wordt voor een toegang tot het onderwijs, de arbeidsmarkt, financiële diensten, informatie, cultuur en entertainment en tot basiscommunicatie voor het dagelijks leven.”
Pakistan
De langste sluiting werd opgetekend in de Federally Administered Tribal Areas (Fata) in Pakistan, waar het medium gedurende meer dan drie jaar ontoegankelijk bleef. Daarnaast waren er ook onderbrekingen van meer dan vijfhonderd dagen in de staat Rakhine in Myanmar, de regio Jammu en Kashmir in India en Tigray in Ethiopië.
Steeds vaker werden sluitingen geïnitieerd in actieve conflictgebieden, waaronder de Gazastrook, Myanmar en Tigray. Zeven onderbrekingen – Tsjaad, de Republiek Congo, Iran, Niger, Oeganda en Zambia – waren anderzijds gelinkt aan verkiezingen. In Algerije, Syrië en Soedan werd het internet tijdens de periode van de nationale examens verstoord of gesloten.
In Burkina Faso, Niger, Palestina, Senegal, Zuid-Soedan, Eswatini (voorheen Swaziland) en Zambia werd vorig jaar voor de eerste keer tot een sluiting overgegaan. Meer dan twintig landen blokkeerden specifieke platformen zoals Twitter, Facebook, TikTok, YouTube, Telegram en Signal.
“Internetsluitingen en de opkomst van autoritarisme gaan hand in hand”, beklemtoonde Marianne Díaz Hernández, campagnevoerder bij Access Now. “Ook vorig jaar heeft dit online despotisme over de hele wereld opnieuw bewezen hoe krachtig black-outs kunnen zijn als instrumenten om de controle over de bevolking te verkrijgen.“
(am)