Hoe via de vennootschap beleggen in aandelen?

Heb je een vennootschap met een geldoverschot? Wil je dat graag optimaal structureren en beheren en natuurlijk maximaal laten renderen? Dan heb je wellicht al een keer nagedacht over beleggen in aandelen. Maar hoe doe je dat precies en waar moet je vooral op letten? Dat bespreken we in dit artikel.

Rechtstreeks beleggen vanuit vennootschap

Sinds een aantal jaren stijgt de populariteit van het rechtstreeks beleggen vanuit een vennootschap. Dat is niet vreemd: een spaarboekje brengt al sinds 2013 vrijwel niets meer op. Omdat de rente lager is dan de inflatie daalt de waarde van je geld zelfs. Bovendien zorgen verschillende fiscale ingrepen ervoor dat geld langer in de vennootschap blijft.

Starten met beleggen

Voordat je gaat beleggen via jouw vennootschap, is het erg belangrijk om na te kijken of je bijvoorbeeld jouw voordeeltarief of de vennootschapsbelasting niet in het gedrang brengt. Het uitgangspunt is hetzelfde als bij particulieren, namelijk: beleg enkel geld waarvan je weet dat je het minstens vijf jaar niet nodig hebt. Maar verder zijn de regels rond fiscaliteit voor beleggingen binnen een vennootschap geheel anders dan voor particulieren. Dat zorgt er ook voor dat beleggingen die fiscaal interessant zijn voor particulieren dat niet per se ook voor vennootschappen zijn.

Vennootschapsbelasting

Het zogenaamde zomerakkoord maakt beleggen in aandelen fiscaal een stuk minder interessant voor vennootschappen. Tot en met boekjaar 2017 was het relatief makkelijk om ervoor te zorgen dat de meerwaarde van aandelen werd vrijgesteld van belasting: de vennootschap moest onderworpen zijn aan een ‘normaal belastingstelsel’ en de aandelen moesten langer dan een jaar worden aangehouden. Sinds boekjaar 2018 wordt alle meerwaarde gerealiseerd op aandelen aan vennootschapsbelasting onderworpen. Helaas zijn daarbij de minwaarden niet aftrekbaar, zoals bij beleggingsfondsen wel het geval is.

DBI-aftrek

De enige manier om als vennootschap nog in aandelen te beleggen en geen vennootschapsbelasting te moeten betalen, is voldoen aan DBI-aftrek. DBI staat voor ‘Definitief Belaste Inkomsten’. Het werd in het leven geroepen om economisch dubbele belasting op dividenden te vermijden. Echter is de DBI-aftrek niet voor veel vennootschappen weggelegd. Om ervan te mogen genieten, gelden nog steeds deze voorwaarden:

  • De aandelen moeten minimaal 1 jaar worden aangehouden.
  • De uitkerende vennootschap moet onderworpen zijn aan de Belgische vennootschapsbelasting of aan een buitenlandse belasting die niet beduidend gunstiger is dan de Belgische.

Maar daar is ook de volgende voorwaarde bijgekomen, die veel minder haalbaar is:

  • De vennootschap moet minimaal een participatie van 10 procent hebben in het kapitaal van de vennootschap die de aandelen uitgeeft.

Of

  • De aanschafwaarde van de participatie moet minimaal 2.500.000 bedragen.

 

DBI-bevek

Gelukkig is er nog een alternatief dat wel voor veel ondernemers interessant is: DBI-bevek. DBI-bevek is een distributiefonds in de vorm van een vennootschap. Natuurlijk moet die vennootschap zelf aan specifieke voorwaarden voldoen: ze mag uitsluitend beleggen in aandelen uitgegeven door bedrijven die onderworpen zijn aan het normale belastingregime. Ook moet het fonds 90 procent van zijn inkomsten uitkeren in de vorm van een jaarlijkse dividend.

100 procent fiscale aftrek

Tot en met aanslagjaar 2018 werden ontvangen dividenden door middel van de DBI-aftrek voor 95 procent vrijgesteld van vennootschapsbelasting. Vanaf aanslagjaar 2019 is dit 100 procent. Daarom zijn niet enkel de dividenden volledig vrijgesteld van belastingen, maar ook de gerealiseerde meerwaarde. Wel zal de bank nog steeds roerende voorheffing inhouden. Maar dat bedrag is op een eenvoudige manier integraal te recupereren via een afgeleverd fiscaal attest van je boekhouder.

Nadelen DBI-bevek

Ook al is dat bij een gewone distributiebevek wel het geval, bij een DBI-bevek geniet je niet van een notionele interestaftrek. Nu is dat nadeel echter verwaarloosbaar, aangezien die aftrek flink wordt afgebouwd.

Een ander en erg belangrijk punt om rekening mee te houden: een DBI-bevek wordt beschouwd als een aandelenbelegging. Wil je als vennootschap aanspraak maken op het verlaagde tarief van vennootschapsbelasting (20,40 procent op de eerste schijf van 100.000 euro)? Dan moeten de beleggingen in aandelen minder bedragen dan 50 procent van de som van haar fiscaal kapitaal, de belaste reserves en de herwaarderingsmeerwaarde. Bedragen de beleggingen toch meer dan 50 procent? Dan moet de vennootschap het normale tarief van 29,58 procent afdragen.

Nog een nadeel van DBI-bevek, is de beperkte spreiding. Er wordt door de beheerder voor 100 procent belegd in aandelen. Wanneer die een beurscrash verwacht, kan hij het gewicht van de aandelen dus niet verlagen. Daarnaast hebben veel DBI-beveks een beperkte spreiding omdat ze bijvoorbeeld enkel in Europese aandelen beleggen. Dit vanwege de noodzaak dat het om landen gaat waarvan de belasting niet beduidend gunstiger is dan de Belgische.

Ook vragen beheersmaatschappijen van deze fondsen vaak hoge instap- en beheerskosten. Er is ook geen vast rendement en daarnaast is er ook geen kapitaalsbescherming. Laat jezelf dus altijd heel goed adviseren voordat je ermee aan de slag gaat.

Alternatief voor DBI-bevek

Vind je de nadelen van DBI-bevek toch te zwaarwegend? Of wil je bijvoorbeeld slechts deels daarin beleggen? Kijk dan ook naar alternatieven. Je kan onder andere kiezen voor beleggen in een goed gespreid fonds of een goed gespreide tracker die compleet gelijkloopt met jouw profiel. De inkomsten (coupons) die je daarmee genereert, worden wel belast in de vennootschapsbelasting. Maar je kan er dan wel voor kiezen om ‘op maat’ te beleggen. Zoek een fonds of tracker uit die goed presteert, maar beperkt is inzake kosten.

Ben je een dynamische belegger? Beleg dan in een aandelenfonds of -tracker. Is jouw profiel eerder neutraal te noemen? Beleg dan in een fonds dat voor ongeveer 50 procent in aandelen belegt en 50 procent in obligaties. Ook een ‘flexibel’ fonds behoort tot de opties. Daarbij belegt de beheerder meer of minder in aandelen, afhankelijk van het beursklimaat.

Let wel: verwezenlijkte meerwaarden worden wel belast, maar minwaarden zijn niet aftrekbaar. Daarom beleg je het best in één heel goed gespreid fonds. Beleg je bijvoorbeeld in tien verschillende fondsen, dan riskeer je belast te worden op winst die er niet is.

Meer