Is Big Tech in Silicon Valley een Amerikaans succesverhaal, of versmachten de ‘big four’ concurrenten en ondermijnen ze de democratie? Over die vraag buigen Amerikaanse congresleden zich de komende dagen. In een ongezien schouwspel worden de CEO’s van zowel Google, Amazon, Apple als Facebook op de rooster gelegd.
Leden van de antitrust-commissie van het Huis van Afgevaardigden onderzoeken de vier internetkolossen al meer dan een jaar, om na te gaan of ze concurrentie onderdrukken en handelen tegen de belangen van de consument in. Vanavond om 21 uur Belgische tijd moeten de vier keizers van het internet de modus operandi van hun tech-imperia (via videoconferentie) verdedigen tegenover de commissieleden.
Er staat veel op het spel voor Sundar Pichai van Google, Jeff Bezos van Amazon, Tim Cook van Apple en Mark Zuckerberg van Facebook. Op basis van de hoorzitting kan het Congres, het Amerikaanse parlement, mogelijk aansturen op drastische hervormingen of strikte regulering.
Big Tech, de nieuwe Big Tobacco?
Bovendien kan de uitkomst van de hoorzitting andere mededingingszaken tegen de techfirma’s vooruithelpen. Zo stelde de concurrentiewaakhond van de EU twee onderzoeken in tegen Facebook, een over misbruik van gebruikersgegevens door het sociale medium, en een over oneerlijke concurrentie in de online verkooprubriek marketplace.
In de VS onderzoekt de Federale Handelscommissie Facebook, het ministerie van Justitie gaat binnenkort een zaak inspannen tegen Google, en Apple wordt beschuldigd van oneerlijke concurrentie in verschillende staten.
Waarnemers vergelijken het met de verhoren van de 7 grote tabaksbedrijven in de jaren 90. Ondanks het feit dat zij destijds ontkenden dat nicotine verslavend was, hebben die hoorzittingen geleid tot het erkennen van de gezondheidseffecten van tabaksgebruik en de verslavende werking van nicotine. Daarop werden wetten aangenomen die het roken verminderende en de volksgezondheid verbeterde. Daarbij moet wel gezegd zijn dat de tabakslobby erin slaagde om de initiële wetsvoorstellen af te zwakken.
Deze keer gaat het niet over de gezondheidseffecten van internetgebruik, maar over de vraag of de techbedrijven te machtig geworden zijn. De commissieleden namen beschikken over honderden uren aan ondervragingen en bemachtigden meer dan 1,3 miljoen documenten over de ‘grote vier’.
Amazon
De thema’s die worden aangepakt zijn complex en verschillen per bedrijf. Amazon wordt ervan beschuldigd om zijn dubbelrol als retailverkoper en online marktplatform te misbruiken. Bezos zal moeilijke vragen moeten beantwoorden over hoe zijn bedrijf zijn schaal misbruikt om kleinere spelers uit de markt te duwen.
Kleinhandelszaken zijn bijvoorbeeld genoodzaakt om via Amazon te verkopen, omdat ze anders onvindbaar zijn online. Maar Amazon gebruikt die data om consumenten dezelfde producten aan te bieden tegen een lagere prijs. Zonder twijfel zullen ook de arbeidsomstandigheden in de magazijnen van Amazon aan bod komen.
Apple
Apple moet zich verantwoorden voor aantijgingen dat het zijn app store misbruikt om rivaliserende app-ontwikkelaars uit sluiten, en van andere app-bouwers een commissie van 30 procent te eisen, wat de eigen applicaties een oneerlijk voordeel geeft.
Concurrenten beweren dat Apple de eigen diensten bevoordeelt ten koste van andere techbedrijven. Er is de geruchtmakende zaak van streamingdienst Spotify, die stelt dat Apple rivalen benadeelt ten voordele van de eigen muziekdienst Apple Music, door kosten aan te rekenen aan de concurrentie.
Facebook moet aantonen dat het geen monopolie heeft op sociale netwerken. Het wordt ervan beschuldigd om concurrenten die de hegemonie van het medium bedreigen op te kopen in een vroeg stadium. Zo maken de populaire fotoapplicatie Instagram, en chatdienst WhatsApp intussen deel uit van het Imperium van Mark Zuckerberg.
Het is mogelijk dat Zuckerberg het hardst wordt aangepakt. De voorbije jaren ligt Facebook zwaar onder vuur wegens de verspreiding van valse informatie en haatberichten via het sociale medium. Toen het Cambridge Analytica-schandaal uitkwam in 2016, zag men Facebook als niets minder dan een bedreiging van de democratie. Recent deden het langdurig verzet tegen het factchecken van politieke boodschappen, en de boycot van adverteerders wegens de vele haarberichten op het platform die reputatie geen deugd.
Google, of beter het moederbedrijf Alphabet, veroorzaakt volgens de commissie meerdere mededingingsproblemen vanwege de dominantie van de techgigant in online advertenties, zoekmachines en besturingssystemen voor smartphones. Die macht misbruikt het dan om de eigen diensten prominenter aan te bieden. Zo zouden Youtubevideo’s -Youtube is eigendom van Alphabet- hoger prijken in de resultaten van een zoekopdracht dan video’s van andere platformen. Ook het feit dat (Android-)smartphonefabrikanten verplicht worden om Googlediensten standaard te installeren op hun producten, is een doorn in het oog voor de commissieleden.
‘Het internet is kapot’, zei commissievoorzitter David Cicilline bij aanvang van het onderzoek meer dan een jaar geleden. Daarom viseerde het onderzoek volgens hem niet één specifiek bedrijf, maar pakt het de nefaste situatie aan waarbij een kleine groep techfirma’s gigantisch veel economische macht in handen hebben. Het viertal heeft daardoor aanzienlijke controle over een groot deel van het leven van consumenten, met desinformatie, oneerlijke concurrentie en inbreuken op de privacy tot gevolg. De komende dagen zal blijken of de politiek nog in staat is om de geest terug in de fles te krijgen.