De Chinese autoriteiten gebruiken mobiele telefoongegevens om demonstranten op te sporen die hebben gedemonstreerd tegen de strenge COVID-beperkingen in het land.
Demonstranten in China krijgen telefoontjes van de lokale politie als hun mobiele telefoons werden gedetecteerd in de buurt van demonstraties, dat meldde nieuwsdienst CNN eerder deze week. Tijdens die gesprekken wordt door de politie vervolgens gevraagd waarom ze op dat moment op die plek aanwezig waren en met welk doel. Ook kregen de betogers te horen dat ze zich op een politiebureau moesten melden voor verdere ondervragingen. CNN zou meerdere van zulke telefoongesprekken hebben kunnen beluisteren.
De demonstranten konden worden gevolgd dankzij “cell phone triangulation”. Daarmee wordt de tijd gemeten die het signaal van een gsm-mast nodig heeft om van de telefoon terug te keren naar de telefoonmast. Aan de hand van deze vertraging, in combinatie met de vertragingen van meerdere masten, kan de algemene locatie van het toestel worden bepaald. De nauwkeurigheid hangt af van de concentratie gsm-masten in de omgeving.
Zelfs wanneer iemand niet belt of een bericht verstuurt, maakt de telefoon verbinding met de omliggende gsm-masten.
De Chinese surveillance vindt plaats tegen de achtergrond van een autoritaire staat, waar protestacties ontstaan als reactie op het strenge COVID-beleid van Beijing. In verschillende grote steden vonden de afgelopen weken hevige protesten plaats. Onder andere in de steden Wuhan, Beijing en Shanghai kwamen massa’s burgers de straten op, terwijl ze blanco papieren in de lucht staken, een symbool voor de protesten.
Beijing heeft een hightech controlestaat gebouwd
Sinds de Chinese leider Xi Jinping in 2012 aan de macht kwam, heeft de Communistische Partij haar greep op het dagelijks leven in China versterkt. Onder andere door een hightech controlestaat op te bouwen.
In het land worden mensen voortdurend in de gaten gehouden. Politiecamera’s op straathoeken en in metrohallen volgen forenzen op weg naar hun werk, terwijl smartphones een kostbare schat aan informatie met zich meedragen in de vorm van online chats en aankopen. De autoriteiten in het land verzamelen op deze manier grote hoeveelheden data in de vorm van beeldmateriaal, persoonsgegevens, DNA, gezichtsscans, stemgeluid en leefpatronen van individuen die helpen bij het identificeren van bedreigingen voor de Chinese regering.
Het surveillance systeem dringt daarbij steeds dieper door in het leven van gewone mensen. De grenzen van de sociale en politieke controle sluiten zich steeds nauwer rondom het individu. “Het controlesysteem van China is een onzichtbare kooi van technologie, die aan de samenleving wordt opgedrongen”, zegt Maya Wang, een onderzoeker bij Human Rights Watch tegen de New York Times.
De Chinese surveillance is echter niet uniek, de politie in de VS gebruikt bijvoorbeeld al jaren de locatiegegevens van mobiele telefoons.
Brandweer werd gehinderd door lockdownmaatregelen
De protesten in China begonnen aanvankelijk eind november in de Foxconn-fabrieken in Zhengzhou en Urümqi. Het strenge beleid op de fabrieksvloer van de Taiwanese fabrikant – als reactie op het COVID-beleid van Beijing – leidde tot onrust onder het personeel, dat massaal de fabriek ontvluchtte. Maar ook een zware brand in een appartementsgebouw vorige maand in de stad Urumqi, waarbij tien doden vielen, zorgde voor veel onvrede.
Op de beelden die achteraf op sociale media werden verspreid, was te zien hoe brandweerlieden door de lockdownmaatregelen werden gehinderd in hun werk. Als gevolg hiervan trok de bevolking van de stad de straat op om te protesteren. Ook braken sommigen door de lockdown-dranghekken en gingen op de vuist met overheidsfunctionarissen.
(kg)