De coronacrisis maakt pijnlijk duidelijk hoe België en West-Europa zelfs voor het eenvoudigste medische materiaal afhankelijk zijn van verre landen. De roep om het terughalen van ‘cruciale industrie’ klinkt almaar luider, maar dat is makkelijker gezegd dan gedaan.
Ondanks zijn eeuwenoude textieltraditie, is België op dit moment niet in staat om stoffen maskers op grote schaal zelf te produceren, zo stelde Koen Geens (CD&V), een van de ministers bevoegd voor mondmaskers. ‘We hebben niet zoveel bedrijven meer die duizenden naaimachines opgesteld hebben’, verklaarde hij maandag. En dus moet België rekenen op de naai-ateliers in landen als Roemenië, Bulgarije, Tunesië of India.
Eerder bleek al dat geen enkel bedrijf in België medische maskers produceert. De coronacrisis leidt wel tot nieuwe initiatieven, maar die zijn nog in opstartfase. Wat wel in eigen land gemaakt kan worden, zijn de in te voegen filters voor de stoffen maskers. De firma’s Sioen en Deltrian zullen er 22 miljoen van maken, of twee per Belg.
De bevoorradingsproblemen blijven niet beperkt tot de maskers. ‘We zijn te afhankelijk van landen als China en India voor strategische producten’, vindt europarlementslid en voormalig Vlaams minister-president Geert Bourgeois (N-VA). Zijn partij pleit voor het terughalen van ‘strategische productie’, zoals hoogwaardige geneesmiddelen, maskers en beschermende kledij.
Europese renaissance
Ook elders in Europa woedt het debat. De regering-Macron zet de ‘repatriëring van producten en materialen van strategisch karakter’ hoog op de agenda. De hard getroffen regio Grand Est (de streek rond Straatsburg) lanceert samen met lokale financiële partners een ‘pacte de relocalisation’. Het doel: ‘Lokale bedrijven helpen om een deel van hun toeleveringsketen terug te halen naar de regio, Frankrijk of Europa, in plaats van in Azië.’
Ook de Oostenrijkse minister van Economie Margarete Schramböck (ÖVP) vindt het hoog tijd voor een ‘Europese renaissance van de productie in sleutelsectoren’. Daarbij denkt ze aan de gezondheids- en farmasector, maar ook aan activiteiten in computerchips en energie. ‘Dit verzekert onze onafhankelijkheid in het geval van een crisis en creëert banen’, zegt ze aan Handelsblatt. Het wordt volgens haar het best op Europese schaal georganiseerd. Wat betreft geneesmiddelen, zit de Europese Commissie op dezelfde lijn.
Wie betaalt?
De grote vraag is wie de ‘reshoring’, zoals het terughalen van productie ook genoemd wordt, gaat betalen. Dat de productie van stoffen mondmaskers niet op grote schaal mogelijk is in België, en dat van filters wel, heeft volgens Geens te maken met een economische logica. De eerste is in essentie kleinschalig en arbeidsintensief, de tweede grootschalig en sterk geautomatiseerd. Sioen wijst erop dat het materiaal waaruit de filter is gemaakt, behoort tot de categorie van technisch textiel.
Als de overheid ook de arbeidsintensieve activiteiten weer naar België wil halen, zullen daar subsidies, belastingverlagingen of andere steunmaatregelen voor nodig zijn. Sommige zullen groen licht van Europa vergen.
‘Strategisch’
Een tweede moeilijkheid is hoe ruim de definitie van ‘strategisch’ ingevuld moet worden. Het is ook niet makkelijk te voorspellen bij welke hulpmiddelen de schaarste zich zal voordoen tijdens volgende gezondheidscrisissen.
Bij de zogenaamde wissers, de staafjes om stalen af te nemen in de neus, heeft het noodlot gespeeld. Copan, de grootste producent wereldwijd, is in de EU gelegen, maar toevallig in de uiterst zwaar getroffen Italiaanse regio Lombardije, met alle bevoorradingsproblemen vandien. Het Luikse 3D-printingbedrijf Any-Shape springt in de bres en hoopt er circa 100.000 per week te kunnen maken, maar dat productieaantal ligt beduidend lager dan bij een klassieke industriële producent als Copan. De behoefte in België wordt geschat op 20.000 wissers per dag in de komende weken.
Gesteld nog dat er voldoende Europese productie is van een bepaald instrument of medicijn, rijst de politiek delicate kwestie wie er zal beslissen over de verdeelsleutels. De EU probeerde tijdens deze crisis wel een coördinerende rol op zich te nemen, maar in de praktijk draaide het vaak uit op een race tussen landen om het broodnodige medische materieel.