Gunstige handelstoegang voor Oekraïne is ook voordelig voor de EU

Tegen 5 juni moet de Europese Unie beslissen of ze de gunstige handelstoegang die Oekraïne op dit moment geniet verlengt. In een brief aan de Europese Commissie daarover waarschuwen enkele Europarlementsleden, waaronder Bernd Lange, voorzitter van de Commissie internationale handel van het Parlement, en Oekraïne-rapporteur Karin Karlsbro dat het opnieuw invoeren van douanetarieven voor imports uit dat land “de solidariteit van de EU in twijfel trekt” op een cruciaal moment in de oorlog. Daarbij sporen ze de Commissie aan om minstens te zoeken naar “overgangsmaatregelen” die de weg vrijmaken voor een volledig geliberaliseerde, voor beide partijen voordelige handelsovereenkomst.

Het huidige ‘autonome handelsakkoord’ werd afgesloten in 2022, na de start van de Russische agressie, en voorzag voor Oekraïne de schrapping van bijna alle EU-importtarieven en andere handelsbelemmeringen. Enkel voor een klein aantal landbouwproducten, zoals gevogelte, eieren, honing en suiker, kwam er later nog een tijdelijk noodstopmechanisme, dat in werking treedt ingeval bepaalde indien de import van die landbouwproducten uit Oekraïne bepaalde maximumdrempels overschrijdt.

Voor de Europese Unie is de verlenging tot einde dit jaar economisch niet van groot belang, al versterkt het de Europese voedselzekerheid. Voor Oekraïne kan het echter miljarden euro’s aan inkomsten schillen. Aangezien Europese landen Oekraïne militair steunen, zou het dus bijzonder onverstandig zijn om dit handelsakkoord niet gewoon te verlengen.

Het belang van het voortzetten van vrijhandel met Oekraïne

Daarmee kan de EU ook een internationaal signaal geven dat het in tegenstelling tot het huidige Amerikaanse beleid gewoon verder gaat met vrijhandel, zeker met bondgenoten zoals Oekraïne.

Jammer genoeg is dit volgens geruchten niet wat de EU van plan is. Men zou verkiezen om een nieuwe handelsdeal te onderhandelen “met quota’s”. “Ik beschouw dit als pure Trump-praktijken”, stelt het Zweedse EU-parlementslid Karin Karlsbro hierover. Dit zou Oekraïne in elk geval veel geld kosten, dat diezelfde EU-lidstaten dan zullen moeten bijpassen in de vorm van militaire hulp, ook al omdat het er niet naar uitziet dat Trumps vredesplan Rusland heeft kunnen overtuigen.

Een andere reden is de interne weerstand binnen de EU. Omdat hun markten overspoeld werden met goedkoop Oekraïens graan, protesteerden boeren in EU-lidstaten als Polen, Bulgarije, Slowakije en Roemenië al meermaals tegen de toegang die landbouwbedrijven uit Oekraïne krijgen tot de Europese markt, ook over de import van graan en pluimvee naar de EU. Wat pluimvee betreft, is de invoer van Oekraïens pluimvee naar de EU sinds vorig jaar echter aan het dalen, waarbij landen in het Midden-Oosten de belangrijkste exportmarkten voor Oekraïense kip zijn geworden. In Frankrijk bijvoorbeeld maakt Oekraïense kip minder dan 1 procent van de totale invoer uit en lijkt deze eerder leveranciers uit niet-EU-landen te vervangen dan dat ze negatieve gevolgen heeft voor EU-producenten.

Daarenboven is het onverstandig om betrouwbare leveranciers van landbouwproducten te gaan hinderen op een moment dat de Europese landbouwsector al te kampen heeft met ernstige verstoringen. Zo zijn er de uitbraken van vogelgriep en de paniek over mond- en klauwzeer. Het vestigt de aandacht op de kwetsbaarheid van de binnenlandse voedselproductie in Europa en het belang van open en gediversifieerde toeleveringsketens.

In elk geval is een importregeling met quota’s geen verstandige manier om met de bezorgdheden om te gaan. Vaak komen er klachten over de niet-naleving van Europese normen door Oekraïne. De Europese Unie zou als structureel antwoord hierop beter de normen voor de eigen landbouwers wat kunnen rationaliseren. Het is immers niet enkel de industrie die te kampen heeft met Europese overregulering. Ook voor de Europese landbouwsector is dit een bezorgdheid, niet enkel omdat het de winst aantast, maar dus ook wanneer men in concurrentie moet treden met niet-Europese producenten die niet altijd even goed worden gecontroleerd. Quota’s zouden daarentegen zowel Oekraïne als de Europese consument treffen. Die laatste krijgt immers de eindfactuur voor doorgeschoten regulering.

Handelsakkoorden en regelgeving

Een ander belangrijke onderhandeling betreft de goedkeuring van het handelsakkoord tussen de EU en het Latijns-Amerikaanse handelsblok Mercosur. De Europese Commissie bereikte na jaren moeizaam onderhandelen een akkoord hierover afgelopen herfst. Een belangrijke reden dat het zo lang duurde was dat de EU eiste dat die landen allerlei Europese regelgeving zouden overnemen. Zo vroeg de EU bijvoorbeeld om een duurzaamheidsbijlage toe te voegen aan de handelsovereenkomst, op het moment dat er in feite al een overeenstemming over was bereikt. Dat werd door Brazilië, Argentinië, Uruguay en Paraguay helemaal niet op prijs gesteld, waardoor alles nog heel wat langer duurde.

Trumps handelsoorlog zorgt er nu wel voor dat Frankrijk wat positiever staat ten opzichte van het akkoord, maar eigenlijk is het Italië dat de doorslaggevende stemmen binnen de Raad van de EU kan leveren. De beslissing hierover gebeurt met gekwalificeerde meerderheid. Italië probeert naar verluidt het dossier te koppelen aan geld voor de eigen landbouwsector uit de Europese meerjarenbegroting.

Ook in de onderhandelingen tussen de V.S. en de EU is de Europese neiging om handel te bezwaren met allerlei zogenaamde “non-tarifaire belemmeringen” een complicatie. USTR, het Amerikaanse handelsagentschap, wil bijvoorbeeld dat de EU de eigen ontbossingsverordening schrapt. Het stelt dat deze nieuwe Europese wet, die imports van producten zoals vee, cacao, palmolie en rubber nieuwe bureaucratische verplichtingen oplegt, “de landbouw- en industriële export van de VS. 8,6 miljard dollar per jaar zal kosten.”

Dit soort wetgeving is een goed voorbeeld van hoe de EU regelgevende keuzes probeert op te dringen aan handelspartners en daarmee goede handelsbetrekkingen ondermijnt. Eerst waren het de Zuidoost-Aziatische palmolie-exporteurs Maleisië en Indonesië die hierover kloegen. Deze landen vinden het bijzonder oneerlijk dat, ondanks het feit dat NGO’s hen loofden voor het bereiken van een sterke vermindering van bosverlies, de EU weigert om hun normen als gelijkwaardig te verklaren. Dit ondanks het feit dat de meest recente versie van de Maleisische anti-ontbossingsstandaard MSPO nog strenger wordt dan de Europese. 

Nadat ook Brazilië en de Verenigde Staten – toen nog met Joe Biden als President – begonnen te klagen, zag de EU zich gedwongen om de inwerkingtreding van de wetgeving met een jaar uit te stellen. Nu vraagt Trump dus gewoon om dit soort handelsverstorende non-tariffaire belemmeringen te schrappen.

Een schuldbekentenis door de Europese Commissie

Het moet gezegd dat men zich op het hoogste niveau van de EU-Commissie bewust is van het feit dat handelspartners het hebben gehad met dit soort Europese wetgeving. Verleden jaar merkte Sabine Weyand, de directeur-generaal voor Handel van de Europese Commissie, bijvoorbeeld op dat landen steeds meer vraagtekens zetten bij het gebruik van handelsbeleid door de EU om op te treden als “mondiale regelgever”. Daarbij stelde ze:

“We hebben een aantal partners die we nodig hebben weggeduwd door ons toegenomen gebruik van autonome handelsmaatregelen; unilaterale maatregelen die andere landen zien als het opleggen van extraterritoriale effecten van onze wetgeving. En dat vinden ze kwalijk. (…) We moeten dus nadenken over onze aantrekkelijkheid voor onze handelspartners. (…) Het Zuiden en de opkomende en zich ontwikkelende economieën willen niet zomaar onze wetgeving kopiëren en stellen daarbij: ‘Wie heeft jullie tot wereldregulator benoemd’?”

Zowel wat betreft de aanpak van de handelsoorlog met Trump als de goedkeuring van het Mercosurakkoord of de verlenging van het handelsakkoord met Oekraïne is dit exact de aanpak die de EU moet vooropstellen: bescheiden, met als doelstelling het vrijmaken van de onderlinge handel.

Meer

Ontvang de Business AM nieuwsbrieven

De wereld verandert snel en voor je het weet, hol je achter de feiten aan. Wees mee met verandering, wees mee met Business AM. Schrijf je in op onze nieuwsbrieven en houd de vinger aan de pols.