Een vooruitblik op de volgende premier van het Verenigd Koninkrijk

Op 5 september weten we wie Boris Johson opvolgt als de nieuwe premier van het Verenigd Koninkrijk. Deze zomer krijgen 175.000 leden van de Britse Conservatieve Partij de gelegenheid om te kiezen tussen de Britse Minister van Buitenlandse Zaken, Liz Truss, en Rishi Sunak, die onder Boris als Minister van Financiën diende, alvorens op te stappen. Die twee werden geselecteerd door de parlementaire fractie van de Tories, nadat Boris in ongenade was gevallen, wat toch wel contrasteert met de particratie in ons eigen land. 

Hieronder ga ik nader in op de verschillen tussen beide kandidaten. Die zijn groter dan men veronderstelt.

Truss, die volgens de vaak betrouwbare “bookmakers” maar liefst 90 procent kans heeft om te winnen, begon als lid van de centrum-linkse liberaal-democraten. Ze was ook geen voorstander van Brexit, maar die tijd ligt ver achter ons. Vandaag de dag is ze een overtuigd “brexiteer”, en als het op economisch beleid aankomt, is ze voluit overtuigd van het Thatcherisme. Ook zou ze volgens sommige peilingen Labour-leider Keir Starmer verslaan bij de komende Britse verkiezingen, wat een belangrijk element is voor de leden van de Britse Conversatieve Partij.

Immigratie, buitenlands beleid en de relatie met de EU

Truss en Sunak verschillen meest op vlak van economisch beleid. Zeker, op vlak van immigratie komt Truss wat forser uit de hoek dan Sunak, omdat ze het baanbrekende Rwanda-beleid wil uitbreiden naar andere landen dan Rwanda. Daarbij worden mensen die op irreguliere wijze het VK binnenkomen verplicht asiel aan te vragen in veilige derde landen, met als doel het bedrijfsmodel van mensensmokkelaars te doorbreken. Ook Sunak heeft echter beloofd “alles te doen wat nodig is” om dat beleid, dat nog volop juridisch wordt gecontesteerd, van de grond te krijgen.

Truss lijkt ook minder buigzaam dan Sunak als het gaat om de relatie met de EU, die nog steeds niet volledig uitonderhandeld is, maar Sunak heeft nu ook wel gesteld om verder te zullen gaan dan de belofte van Truss voor een “vreugdevuur” van EU-bureaucratie tegen het einde van 2023. Hij wil reeds in zijn eerste 100 dagen alle resterende post-Brexit EU-wetgeving herzien of schrappen en presenteert dit in een pittige campagnevideo waarin te zien is hoe EU-regelgeving in stukken wordt gescheurd.

Wat het buitenlands beleid betreft, zijn beide kandidaten behoorlijk fors ten opzichte van Rusland en China, waarbij Truss de Chinese ambassadeur heeft ontboden vanwege de houding van het Chinese regime tegenover Taiwan.

Schaliegas

Ook op het gebied van milieu- en energiebeleid hebben de twee veel gemeen. Ja, Rishi Sunak wil de bouw van nieuwe woningen in de – volgens velen overdreven – beschermde “groene gordel” rond Londen verbieden, maar beide kandidaten zijn uiteindelijk wel groot voorstander van het vrijmaken van meer grond voor de bouw van woningen.

Opmerkelijk is dat Truss heeft toegezegd het verbod op “fracking” of ontginning van schaliegas op te heffen op voorwaarde dat de betrokken lokale gemeenschappen daarmee instemmen, een standpunt dat ook door Sunak wordt gesteund

Daarmee zou het Verenigd Koninkrijk het eerste Europese land worden dat fracking omarmt, een techniek die de VS heeft geholpen om van veel lagere gasprijzen te genieten dan Europa. De invoer van Amerikaans LNG-gas naar Europa is de laatste tijd sterk gestegen. Ironisch genoeg gaat het daarbij vaak om schaliegas, wat dus overal op het continent verboden is. 

Truss wil ook af van de habitatrichtlijn van de EU om in plaats daarvan eigen Britse doelstellingen op vlak van biodiversiteit invoeren. Deze specifieke richtlijn speelt een rol bij de recente massale protesten van Nederlandse boeren tegen de stikstofbeperkingen. Als het VK van deze aanpak afstapt, zullen de mensen op het vasteland er nota van nemen.

Economisch beleid

Zoals gezegd situeren de grootste verschillen tussen de twee zich op binnenlands economisch beleid. Truss heeft een belastingverlaging van 30 miljard pond beloofd, maar wil de overheidsuitgaven niet verhogen, behalve op een paar gebieden, waaronder defensie. Ze stelt dat “belastingverlaging en hervormingen aan de aanbodzijde” haar hoofddoel zijn.

Dit omvat het schrappen van groene heffingen op energierekeningen. Dit ziet zij als een betere manier dan overheidspremies om mensen te helpen het hoofd te bieden aan astronomische energieprijzen, wat Sunak dan weer verkiest, ook al heeft hij zijn plannen op dit vlak nog niet exact becijferd. Volgens Truss is “geld van mensen aftroggelen door belasting te heffen en het terug te geven in de vorm van aalmoezen, economisch beleid naar het model van Gordon Brown “, een verwijzing naar de voormalige Britse Labourpremier, die ook lange tijd minister van Financiën was, onder Tony Blair, en onder wiens bewind er een enorme stijging van de Britse overheidsuitgaven kwam.

Rishi Sunak was van 2020 tot 2022 minister van Financiën van het Verenigd Koninkrijk en en ook onder zijn bewind was er een zeer grote stijging van de overheidsuitgaven, die uiteraard vooral verband hielden met maatregelen ter compensatie van de Corona-lockdowns. In een poging om de begroting in evenwicht te brengen, voerde Sunak ook belastingverhogingen in, iets wat hem nu achtervolgt, vooral omdat hij van plan is vast te houden aan zijn plan om de Britse vennootschapsbelasting in 2023 te verhogen van 19 naar 25 procent, iets waar Truss net van af wil.

Sunak is wel van plan een aantal belastingen te verlagen, maar dit heeft ertoe geleid dat hij ervan is beschuldigd te veel te draaien – bijvoorbeeld over de vraag of de BTW op energie moet worden verlaagd. Bronnen uit het Truss-kamp vertrouwden het volgende toe aan journalisten: “Sunak zou niet weten hoe mensen van een belastingverlaging profiteren, want hij heeft nog nooit in zijn leven een belasting verlaagd.”

Inflatie en monetair beleid

Sunak rechtvaardigt zijn aanpak door te stellen: “Onze eerste economische prioriteit is het aanpakken van de inflatie”, niet belastingverlagingen, ook al “zal ik in dit parlement de belastingen verlagen, maar ik zal dat op verantwoorde wijze doen, want ik verlaag de belastingen niet om verkiezingen te winnen, ik win verkiezingen om de belastingen te verlagen”.

In een commentaarstuk schrijft het Conservatieve parlementslid John Redwood, die Truss steunt, het volgende over Sunak’s aanpak:

“Een van zijn belangrijkste mantra’s is dat we de belastingen nu moeten verhogen om de inflatie te beteugelen. Dus als hogere belastingen de inflatie stoppen, waarom vielen de hogere belastingen dit jaar dan samen met hogere prijsstijgingen? Hoe zullen een hogere vennootschapsbelasting en sociale bijdragen de prijzen precies omlaag brengen? Denken ze echt dat het creëren van 450 miljard pond nieuw geld om obligaties te kopen en zo de rente heel laag te houden geen rol heeft gespeeld in de inflatie waar we nu onder lijden?”

Jammer genoeg is het niet zo duidelijk of Truss wel zo klassiek-liberaal is als het op monetair beleid aankomt. In lijn met de “hard money”-filosofie schrok ze er weliswaar niet voor terug om het debat over de rol van de Centrale Bank te openen, door plannen aan te kondigen om het mandaat van de Bank of England te herzien, wat doet denken aan de “End the Fed“-campagne van het voormalige Amerikaanse Congreslid Ron Paul. Erg duidelijk was ze daarij echter niet.

Parlementslid Suella Braverman, nog een voorstander van Truss, gaf hier meer details over: “Er zal in detail worden gekeken naar wat de Bank of England precies doet, en of het wel een goed idee is dat ze exclusief bevoegd is om onafhankelijk de rentetarieven te zetten. (…) De laatste keer dat dit is gedaan was in 1997 – een goede zaak en de tijd is nu rijp om te bekijken of dat de juiste regeling is.”

In reactie hierop hebben Sunak en vele anderen hun bezorgdheid geuit over de voorstellen van Truss met betrekking tot de Bank of England, waarbij Marc Ostwald, hoofdeconoom van ADM Investor Services International, erop wees hoe “elk idee van inmenging (…) zal worden verdisconteerd in de Britse tarieven, en als risicofactor voor het pond.”

Of Truss wel zo happig zal zijn om de ongebreidelde geldcreatie door de Centrale Bank een halt toe te roepen mag worden betwijfeld omdat zij in het verleden het mislukte extreem expansieve monetaire beleid van Japan heeft geprezen, dat in feite neerkomt op een plundering van toekomstige generaties. 

Belangrijke vragen blijven

Het zwakke punt van Truss draait rond de vraag hoe de door haar beloofde belastingverlagingen zullen worden gefinancierd. Haar idee is om de afbetaling van de staatsschuld opgebouwd tijdens de Covid-periode uit te stellen. In april stelde ze voor om die 400 miljard pond in een aparte begroting onder te brengen, om deze veel langzamer af te betalen, vergelijkbaar met de manier waarop het VK met zijn oorlogsschuld is omgegaan. Het is geen verrassing dat dit op veel scepsis stuitte.

Haar plan om de groei te stimuleren met belastingverlagingen zou wel eens kunnen werken om de belastinginkomsten te verhogen ter compensatie van de begrotingstekorten die het gevolg zijn van die belastingverlagingen. Wat degenen ook mogen zeggen die sceptisch staan tegenover het “Laffer“-effect, waarbij lagere belastingen leiden tot meer groei en paradoxaal genoeg hogere overheidsinkomsten: we hebben al veel voorbeelden van dit effect gezien, maar de vraag is altijd wel waar we ons precies op de Laffer-curve bevinden: op het punt waar hogere taksen nog meer inkomen voor de overheid genereren, of op het punt waar de economische schade die ze veroorzaken te groot wordt. Daarom moet men eerlijk zijn. Zeker in het huidige volatiele internationale klimaat, met recessiegevaar en exploderende energieprijzen, is het evengoed mogelijk dat belastingverlagingen voor minder overheidsinkomsten zorgen. In dat geval is er iets nodig waar Truss voor terugschrikt: grootschalig doorgevoerde bezuinigingen op de overheidsuitgaven. Dat is wat Thatcher deed, en uiteindelijk hielp dat de kwakkelende Britse economie er bovenop. Als Truss de nieuwe Thatcher wil worden, is dit wat ze moet doen.


De auteur Pieter Cleppe is hoofdredacteur van BrusselsReport, een webstek die zich richt op nieuws en analyse met betrekking tot EU-politiek.

Meer