De vraag van 1 miljard: moet de btw op elektriciteit weer naar 6 procent?

De stijgende energieprijzen hebben het jarenlange debat over de btw op elektriciteit de voorbije dagen weer in alle hevigheid doen oplaaien. Uiteenlopende stemmen roepen op om het tarief te verlagen van 21 naar 6 procent, maar de federale regering ziet daar geen heil in.

Iedereen die al eens zijn stroomfactuur heeft uitgeplozen, weet dat ze allesbehalve eenvoudig in elkaar zit. In de elektriciteitsrekening zitten zoveel soorten belastingen vervat, dat ze wel eens “de tweede belastingfactuur” genoemd wordt.

Elke stroomfactuur omvat vier componenten:

  • de energieproductie zelf
  • de netkosten voor transport en distributie
  • een heleboel heffingen en toeslagen
  • de btw, een procentuele belasting berekend op het gros van de overige componenten

De verborgen kosten van de stroomfactuur

Hoe ondoorzichtig een elektriciteitsfactuur is, blijkt uit de oplijsting door toezichthouder Creg van wat er in de wat mysterieuze pot heffingen zit. Het gaat onder meer om:

  • accijnzen
  • kosten voor groene stroom en warmtekrachtkoppeling
  • bijdrage voor federale diensten
  • bijdrage energiefonds (alleen in Vlaanderen)
  • toeslag voor de aan de leveranciers opgelegde openbare dienstverplichtingen (alleen in Brussel)
  • retributie voor de aansluiting op het elektriciteitsnetwerk en op het gasnetwerk (alleen in Wallonië)
  • tarief voor de opgelegde openbare dienstverplichtingen van de distributienetbeheerder

Het btw-tarief van 21 procent wordt overigens ook toegepast op de accijnzen. Dat betekent dus dat je een belasting betaalt op een andere belasting.

1.000 euro per jaar

Wat betekent dat alles voor je portemonnee? Elektriciteit kost een doorsnee gezin bij de huidige prijzen ruim 1.000 euro op jaarbasis. Het grootste deel daarvan gaat niet naar de energieproducenten, maar naar distributiekosten en belastingen. Concreet is dit de afgeronde opsplitsing voor een factuur van 1.000 euro:

  • Energie: 321 euro
  • Transmissie en distributie: 260 euro
  • Heffingen: 247 euro
  • Btw: 171 euro

De btw-belasting is dus goed voor ruim een zesde van een elektriciteitsfactuur en stijgt mechanisch mee met de oplopende stroomprijzen op de internationale markten. Bij een btw-tarief van 6 procent in plaats van 21 procent, zou de rekening van 1.000 euro krimpen tot 876 euro, of een daling met 124 euro.

Btw naar omlaag?

Verscheidene waarnemers, waaronder fiscaal advocaat en VUB-professor Michel Maus, pleiten bij de huidige torenhoge energieprijzen voor zo’n verlaging van het btw-tarief op elektriciteit. Het vaakst gehoorde argument is dat energie een basisgoed is en dus om sociale redenen aan het laagste tarief belast moet worden. België hanteert, over alle producten en diensten heen, 21 procent als het “normale” btw-tarief en 6 of 12 procent als het verlaagde tarief.

“Ik doe een warme oproep om de energiefiscaliteit te gaan bijsturen”, schrijft Maus in een opiniestuk in De Morgen. “De meest voor de hand liggende piste is het verlagen van het btw-tarief op energie van 21 naar 6 procent. Daar valt veel voor te zeggen nu energie toch als een basisproduct kan worden beschouwd.”

“Enig probleem hierbij is dat een btw-verlaging zijn effect zal hebben op de index, en de facto tot een indexsprong kan leiden zoals onder de regering-Di Rupo het geval was. Maar daar kan uiteraard rekening mee gehouden worden.”

“Wat de federale en regionale energieheffingen betreft, doe ik een oproep om een cliquetsysteem in te voeren. Binnen een dergelijk systeem zou de prijsstijging van energie maar beperkt kunnen leiden tot nominale belastingverhogingen, die als het ware dan worden afgetopt.”

Opmerkelijk: zowel het Vlaams Belang als de PVDA voeren campagne voor een btw-verlaging naar 6 procent. Het moet een van de weinige thema’s zijn waarover beide oppositiepartijen het eens zijn.

Regering zegt nee

De kans dat het lagere tarief er komt, lijkt evenwel onbestaande. Na minister van Energie Tinne Van der Straeten (Groen) verklaarde ook minister van Financiën Vincent Van Peteghem (CD&V) in het VRT-programma Terzake geen voorstander te zijn van een btw-verlaging, en wel om twee redenen:

  • “Dat is een heel generieke maatregel die ook van toepassing is voor wie een groot verwarmd zwembad heeft en dat gaat niet aanzetten om energiezuinig te zijn.”
  • “Daarnaast heeft dat een ongelofelijke budgettaire impact. Dat zou ons bijna 1 miljard euro kosten en het is vandaag al moeilijk om de begroting rond te krijgen.”

Van Peteghem bevestigt dus dat er naast het ecologische argument, er ook een pragmatisch-financieel argument meespeelt: de Belgische staat heeft de btw-inkomsten uit elektriciteit simpelweg nodig.

Vande Lanotte

De discussie doet erg denken aan de periode 2013-2015, waar Maus naar refereerde. Op initiatief van toenmalig SP.A-vicepremier Johan Vande Lanotte verlaagde de regering-Di Rupo het btw-tarief in april 2014 van 21 naar 6 procent.

Maar amper anderhalf jaar later, op 1 september 2015, werd het tarief door de regering-Michel weer opgetrokken naar 21 procent. De tegenstanders van het hoge tarief noemden dat “een verhoging”, de voorstanders “een logisch herstel van de oude situatie”.

Hoe gaat het verder?

Als de btw niet omlaag kan, zal het van lagere heffingen moeten komen. De regering-De Croo beloofde in het regeerakkoord dat “het federale deel van de elektriciteitsfactuur daalt.” Van Peteghem herformuleerde dat subtiel in Terzake en had het over “niet laten stijgen.”

Fragment uit regeerakkoord-De Croo

Van Peteghem bevestigde dat de federale regering verscheidene pistes bewandelt om de heffingen die meevariëren met de kosten voor groene stroom om te zetten in accijnzen. Dat zijn immers vaste belastingen die losgekoppeld zijn van allerhande marktvariaties en de regering dus beleidsruimte geven, is zijn redenering. Als de stroomprijzen door het dak gaan, zou de regering bijvoorbeeld tot een tijdelijke accijnsverlaging kunnen overgaan.

Of we het effect ervan daadwerkelijk op onze factuur gaan zien, blijft een open vraag. Het versterkende effect van de btw zal aan het hoogste tarief maximaal blijven spelen en doet mogelijk een accijnsverlaging teniet: als de internationale stroomprijzen stijgen, zal het btw-bedrag onvermijdelijk mee de hoogte ingaan.

Lees ook:

Meer