Wat is het verschil tussen een alleenheerser en een dictator? Die vraag proberen Sergei Guriev (hoogleraar economie aan Sciences Po in Parijs) en Daniel Treisman (hoogleraar politieke wetenschappen aan de Universiteit van Californië) te beantwoorden in hun boek Spin Dictators: The Changing Face of Tyranny in the 21st Century.
In de afgelopen 40 jaar is het gezicht van dictatuur sterk veranderd, aldus het duo. De beruchtste tirannen van de 20e eeuw – van Adolf Hitler, Jozef Stalin en Mao Zedong tot Idi Amin in Oeganda en François “Papa Doc” Duvalier in Haïti – regeerden door middel van bruut en massaal geweld. Ook streefden ze naast ideologische conformiteit, een allesomvattende censuur na. Verder zetten ze ongewenste buitenlandse invloed buitenspel. Dat er toen geen sociale media bestonden, hielp uiteraard ook. Moordpartijen en andere misdaden tegen de menselijkheid bleven vaak verborgen. Beide auteurs leggen uit hoe dictators kunnen overleven in een digitaal tijdperk, dat gekenmerkt wordt door snelle maatschappelijke veranderingen.
Dictators gaan vandaag anders om met hun macht. Ze zijn zuiniger op geweld en ook totale censuur en internationaal isolement zijn minder gebruikelijk. Uiteraard zijn er uitzonderingen op de regel. Denk aan Bashar al-Assad in Syrië en Kim Jong Un in Noord-Korea.
Regimes gehuld in de symbolen en retoriek van de democratie
Maar anderen doen hun uiterste best om een schijndemocratie te faken, de rechterlijke macht met aanhangers te overladen, toezichthoudende instellingen te controleren en de media en de publieke opinie te manipuleren. Zij hullen hun regimes in de symbolen en de retoriek van de democratie, terwijl zij de bevoegdheden van de staat gebruiken om de oppositie geleidelijk te verzwakken en het zwijgen op te leggen. De nieuwe dictaturen zijn moeilijker te bestrijden omdat zij meestal opereren binnen het kader van constitutionele en parlementaire stelsels. Deze autoritaire regimes maken rechtse groeperingen het hof en huren lobbyisten in om hun imago in het Westen te verbeteren. Ze kunnen ook vaak rekenen op de sympathie van populisten als Donald Trump en Jaïr Bolsonaro.

Wie zijn de ‘spindictators’?
Guriev en Treisman noemen hen “spindictators”, die een autocratie verbergen binnen formeel democratische instellingen. Maar wie zijn ze? Vladimir Poetin, uiteraard, maar ze besteden ook aandacht aan Hugo Chávez, de Venezolaanse sterke man die in 2013 overleed. Dan is er Lee Kuan Yew, de overleden leider van Singapore – die volgens hen de oorspronkelijke spindictator was. Verder zijn er Nursultan Nazarbayev, de voormalige president van Kazachstan en Alberto Fujimori, de Peruviaanse president die uiteindelijk in de gevangenis zou eindigen. Ook Viktor Orbán in Hongarije past volgens de twee auteurs in het rijtje.
Is er hoop dat autocratieën met geavanceerde economieën en goed opgeleide samenlevingen uiteindelijk tot democratieën zullen evolueren? De auteurs denken van wel. “Het actieve verzet van de geïnformeerden” – mensen die in autocratieën wonen en hoger opgeleid zijn, over goede communicatievaardigheden beschikken en internationale connecties hebben” speelt daarbij een cruciale rol.

Het Westen gaat niet vrijuit
Maar ze hekelen ook het feit dat westerse regeringen en bedrijven spindictators te vaak in staat hebben gesteld te floreren. “Zonder de hulp van legers westerse advocaten, bankiers, lobbyisten en andere eliteklussers zouden autocraten het moeilijker hebben om het Westen uit te buiten,” schrijven ze.
Opvallend afwezige of onderbelichte spindictators in het boek zijn de Indiase premier Narendra Modi. Volgens de waakhond Freedom House legt die de burgerlijke vrijheden in zijn land aan banden. Ook is er Turkije onder president Recep Tayyip Erdoğan. Naarmate deze laatste langer aan de macht blijft, krijgen zijn methoden en zijn manier van regeren steeds meer autoritaire trekken. Vooral het gemilitariseerd buitenlands beleid valt daarbij op.