De duurste en goedkoopste Vlaamse gemeentes om een woning te kopen

De vastgoedprijzen zitten nog steeds in de lift. Uit cijfers van notaris.be blijkt dat de gemiddelde woningprijs in Vlaanderen vorig jaar met 7,6 procent is gestegen tot 329.747 euro. Hoeveel je betaalt voor een woning is voornamelijk afhankelijk van de ligging.

Jaar na jaar komen we tot de conclusie dat vastgoed duurder wordt. Dat was in 2021 niet anders, leren cijfers van notaris.be, waarover Het Laatste Nieuws bericht. Daaruit blijkt dat je vorig jaar voor een woning in Vlaanderen gemiddeld 329.747 euro op tafel moest leggen: een stijging van 7,6 procent in vergelijking met 2020.

Vlaams-Brabant

Vlaams-Brabant is de duurste Vlaamse provincie om een woning te kopen. De gemiddelde prijs in die provincie is vorig jaar gestegen met 8,5 procent tot 384.237 euro. Dit is meteen ook de stevigste (gemiddelde) prijsstijging van alle Vlaamse provincies.

  • Duurste gemeente in Vlaams-Brabant: Kraainem was vorig jaar de duurste gemeente in Vlaams-Brabant om een woning te kopen. De gemiddelde woningprijs aldaar bedroeg 579.189, een toename van 2,5 procent in vergelijking met 2020.
  • Goedkoopste gemeente in Vlaams-Brabant: Landen was in 2021 dan weer de goedkoopste Vlaams-Brabantse gemeente om een woning te kopen. Wie toen aldaar een woning kocht, betaalde gemiddeld 243.018 euro, ofwel 7,2 procent meer dan vorig jaar.

Antwerpen

Wie een woning zoekt in Antwerpen moet eveneens diep in de buidel tasten. De gemiddelde woningprijs in die provincie is vorig jaar gestegen met 8,4 procent tot 355.391 euro.

  • Duurste gemeente in Antwerpen: Wie vorig jaar in Hilde een woning kocht, betaalde daar gemiddeld 554.986 euro voor, oftewel 11,4 procent meer dan in 2020.
  • Goedkoopste gemeente in Antwerpen: Wie een kleiner budget heeft, vindt misschien zijn gading in Boom, de goedkoopste gemeente om een woning te kopen in de provincie. De gemiddelde prijs kwam daar in 2021 uit op 251.693 euro. Dat is 2,8 procent meer dan in 2020.

Oost-Vlaanderen

Op de derde plek staat Oost-Vlaanderen met een gemiddelde woningprijs van 320.157 euro, een toename van 7,9 procent in vergelijking met 2020.

  • Duurste gemeente in Oost-Vlaanderen: Sint-Martens-Latem was vorig jaar met een gemiddelde woningprijs van 768.265 euro niet alleen de duurste gemeente van Oost-Vlaanderen, maar meteen ook van Vlaanderen. De prijs is vorig jaar gestegen met maar liefst 25,4 procent.
  • Goedkoopste gemeente in Oost-Vlaanderen: In Ronse kwam de gemiddelde woningprijs vorig jaar uit op 206.353 euro. Een stijging van 10,7 procent in vergelijking met 2020.

West-Vlaanderen

West-Vlaanderen was vorig jaar de op één na goedkoopste Vlaamse provincie om een woning te kopen. De gemiddelde woningprijs kwam daar uit op 289.800 euro. Dat is 4,9 procent meer dan in 2020.

  • De duurste gemeente in West-Vlaanderen: Knokke-Heist was in 2021 de duurste gemeente in die provincie om een woning te kopen. De prijs was daar gestegen met 10,2 procent tot 716.186 euro.
  • De goedkoopste gemeente in West-Vlaanderen: Met een gemiddelde woningprijs van 180.967 euro was Menen vorig jaar de goedkoopste gemeente van zowel West-Vlaanderen als Vlaanderen. Ook daar is de prijs in 2021 toegenomen. De stijging bleef wel beperkt tot 1,1 procent.

Limburg

Limburg was in 2021 de goedkoopste provincie om een woning te kopen. De gemiddelde woningprijs aldaar is toen gestegen met 6,8 procent tot 277.491 euro.

  • De duurste gemeente in Limburg: Hamont-Achel was vorig jaar de duurste Limburgse gemeente om een woning te kopen. De gemiddelde prijs bedroeg toen 352.145 euro, ofwel een stijging van 16,2 procent in vergelijking met 2020.
  • De goedkoopste gemeente in Limburg: De goedkoopste woningen vonden Limburgers dan weer in Heers. De gemiddelde woningprijs bedroeg vorig jaar 222.567 euro. Dat is 7,6 procent meer dan in 2020.

Vraag blijft natuurlijk wat de vastgoedprijzen dit jaar zullen doen. De economen van Belfius verwachten alvast dat de residentiële vastgoedprijzen dit jaar met 2,8 procent gaan stijgen. Volgend jaar zou de stijging van de vastgoedprijzen dan verder vertragen en met een ritme van 1,5 procent weer lager uitvallen dan de inflatie.

(lb)

Meer