De begroting is geen prettige zaak, maar druk is er niet

“Eigenlijk is De Croo toch een ongelofelijke gelukzak. Net nu corona is afgelopen, en hij niets meer had om zich achter weg te stoppen met zijn regering, duikt er een nieuwe crisis op: Oekraïne. En hup, alles kan weer lekker verder”, zo maakte een fractieleider van Vivaldi afgelopen week de analyse in de Kamer.

  • Feit is dat de federale regering voor een lastige opdracht staat, want de cijfers zijn niet bepaald positief. De regering had tegen deze week, waarin vrijdag normaal gezien de begrotingscontrole wordt afgerond, gevraagd aan de Nationale Bank (NBB) om een update te geven. Het rapport is vanmorgen klaar.
  • Het enige goede nieuws: we gaan zeker niet naar een recessie (en dus stagflatie), zoals een pak doemdenkers ondertussen al voorspelden, volgens de NBB. Die voorziet wel een kleine krimp in de economie in het tweede kwartaal, maar al bij al blijft de economie volgens de bank dit jaar stevig groeien, met 2,4 procent. Er moeten dus maar 0,3 procentpunten af.
  • Voor volgend jaar is er wel een veel minder optimistisch vooruitzicht: dan zou men maar 1,5 procent groeien, wat veel minder is dan de 2,4 procent die voor de oorlog in Oekraïne werd geprojecteerd. De ‘roaring twenties’, het idee dat na corona een enorme economische boom zou volgen, is dus wel opgeborgen.
  • Want tegelijk blijft de inflatie opspelen. En die wordt brutaal: op jaarbasis voorspelt de Nationale Bank zelfs 7,4 procent geldontwaarding. Die stond in eerdere prognoses nog op 4,9 procent.
  • Dat laatste is vooral van belang voor de regering op twee fronten: ten eerste dreigt de rente in de eurozone zo onvermijdelijk te stijgen. En dat is slecht nieuws voor de staatskas, die de grootste schuldenberg van heel het land heeft: dat gaat over miljarden euro’s rente extra te betalen, in de kering.
  • Maar daarnaast is er de automatische indexering van de lonen. Die belooft heftig te worden: met projecties tot 10 procent meer loonkost op twee jaar, voor Belgische werknemers. Dat is meteen iets waar de overheid geld voor moet ophoesten, in de vorm van de lonen van de ambtenaren en de uitkeringen zoals de pensioenen.
  • Minder inkomsten en meer uitgaven: niet bepaald rozengeur en maneschijn dus. Meteen heeft de Vivaldi-ploeg ook beslist dat er dus geen grote bijkomende uitgaven komen, tenzij dan voor de opvang van de vluchtelingen.
  • Maar door de oorlog zijn er vooral weer “uitzonderlijke omstandigheden”, en hoeft ook niemand zich zorgen te maken om de ontsporingen op de begroting. Vorige week nog kwam er één miljard bij aan nieuwe uitgaven voor Defensie. Dat passeerde zonder veel discussie. En er waren de bijkomende maatregelen voor energie, die toch ook snel aantikken.
  • Want daarbij duikt één discussie onvermijdelijk op: de lage taksen, met name de verlaagde btw op gas en elektriciteit, zijn nu slechts tijdelijk opgenomen in de begroting.
  • Maar de socialisten hebben al met grote trom verkondigd dat zij vasthouden aan die verlaging, als de prijzen niet zijn gedaald tegen september. Daar lijkt dan geen ontsnappen aan, maar dat gaat op termijn nog fel wegen op de begroting.

Wat er niet wordt aangepakt: De begrotingsoefening zou er een moeten zijn waarbij men verder hervormt. Dat zit niet in de pijplijn.

  • De hervorming van de fiscaliteit lijkt nu al dood en begraven: het was nochtans een van de voornemens van Vivaldi. Maar tegelijk blijft een ander stokpaardje overeind: het optrekken van de werkzaamheidsgraad, meer mensen aan de slag dus, tot 80 procent van de arbeidsgeschikte bevolking.
  • Plus, daaraan gekoppeld, de hervorming van de pensioenen. Daarbij werden de laagste pensioenen fors opgetrokken (de PS verkreeg dat al) maar moet er ook nog een duurzame oplossing komen om het allemaal betaalbaar te houden.
  • Beide dossier gaan hand in hand, en beide kampen met dezelfde problemen: er lijken geen oplossingen in de maak, waar zowel de socialisten, met de bevoegde ministers Pierre-Yves Dermagne (PS) voor Werk als Karine Lalieux (PS) voor Pensioenen aan de ene kant, als de liberalen aan de andere kant, kunnen achter staan.
  • Met de automatische indexering van de lonen is er bovendien een tikkende tijdbom. Enerzijds stijgen de loonkosten zo onvermijdelijk sneller dan in de buurlanden, waar men via onderhandelingen zal moeten zorgen dat de koopkracht bij dergelijke inflatie bewaard blijft. In Duitsland, Frankrijk en Nederland volgt men dus, met wat vertraging.
  • Tegelijk kosten die lonen de werkgevers vermoedelijk zo’n 20 miljard euro extra: de Belgische competitiviteit komt zo fors onder druk. Maar het zet heel het sociaal overleg ook op scherp: want door de wet van ’96 zal er zo geen enkele marge meer zijn om nog over lonen te onderhandelen.
  • De vraag is of Vivaldi het aandurft om die bom te ontmijnen, en met inventieve oplossingen te komen, los van de achterban. Alles wijst in de tegenovergestelde richting.
Meer