Covid is ook een drama voor pensioenen: ‘Sommigen zullen langer moeten werken, anderen zullen genoegen moeten nemen met een lagere levensstandaard’

De economische crisis die een gevolg is van de coronaviruspandemie vergroot de pensioenonzekerheid voor miljarden mensen overal ter wereld. Die zullen nu langer moeten werken. Anders zullen ze zich op op latere leeftijd tevreden moeten stellen met minder inkomen. Dat staat te lezen in het jaarlijkse Global Pension Index-rapport van hr-adviesbureau Mercer.

Al voor de crisis stonden pensioenstelsels onder druk door de vergrijzing en de historisch lage rentevoeten. Pensioenfondsen krijgen het steeds moeilijker om beleggingsrendementen te halen. De pandemie heeft die situatie enkel verergerd. Voor overheden zit er weinig anders op dan hervormingen door te voeren om de pensioensystemen in leven te houden. Het verhogen van de pensioengerechtigde leeftijd lijkt daarbij een moeilijke, maar onvermijdelijke ingreep.

Onvermijdelijke gevolgen voor toekomstige pensioenen

‘De economische recessie als gevolg van de pandemie heeft in de meeste landen geleid tot lagere pensioenpremies, een lager rendement en een hogere staatsschuld’, aldus David Knox, senior partner bij Mercer en hoofdauteur van de Global Pension Index-studie.

‘Dit zal onvermijdelijk gevolgen hebben voor de toekomstige pensioenen. Wat betekent dat sommige mensen langer zullen moeten werken, terwijl anderen genoegen zullen moeten nemen met een lagere levensstandaard.’

De analyse – gepubliceerd in samenwerking met het Monash Centre for Financial Studies en het CFA Institute – vergeleek de pensioensystemen in 39 landen. Die bestrijken samen twee derde van de wereldbevolking. Daarna werd een rangschikking opgemaakt in functie van hun duurzaamheid, dekking en toereikendheid.

Coronamaatregelen hebben pensioenonzekerheid vergroot

Volgens de studie hebben de maatregelen die landen hebben genomen om op korte termijn het hoofd te bieden aan de coronacrisis, de pensioenonzekerheid voor de burgers veelal vergroot. Sommige landen lieten burgers toe een deel van het voor hun pensioen gereserveerde geld aan te spreken. Vooral in Australië kende de maatregel succes. Niet minder dan 3 miljoen burgers – veelal jongeren-, of bijna een kwart van de beroepsbevolking van het land, maakte gebruik van een regeling die hen in staat stelde om tot 20.000 dollar uit hun pensioenpot te halen. 

Andere regeringen, spaarders en werkgevers stonden toe om de verplichte pensioenbijdragen te verlagen. Ook werd de druk op huishoudens en individuen, die tijdens de crisis met een liquiditeitscrisis te maken hadden, verlicht.

De twee belangrijkste pensioensystemen in de Global Pension Index, Nederland en Denemarken, gaven burgers geen toegang tot hun pensioenuitkeringen, hoewel de activa van elk pensioensysteem meer dan 150 procent van het bbp van het land bedragen.

Wat met België?

Het Belgische pensioensysteem scoort op een 16de plaats op 39. Ons land scoort 4de op de factor integriteit, 6de op adequaatheid, maar amper 33ste op de duurzaamheid van het systeem. Aangeraden wordt, onder andere, om de werkzaamheidsgraad onder oudere werknemers te verhogen en een minimum aan pensioensparen te verplichten.

Uit de analyse blijkt dat overheden in de toekomst weinig speelruimte zullen hebben om hun oudere bevolking te ondersteunen met pensioenen en andere diensten, zoals gezondheidszorg. Dat vanwege de schulden die Covid-19 met zich meebrengt.

Het rapport beveelt de regeringen aan om een reeks hervormingen door te voeren om de toekomstige pensioenvoorziening te verbeteren.

Deze omvatten maatregelen om het pensioensparen onder zelfstandigen te stimuleren en de pensioenleeftijden aan te passen aan de gestegen levensverwachting. Enkel op die manier kunnen de kosten van de door de overheid gefinancierde pensioenuitkeringen worden verlaagd.

‘Aanzienlijke pensioenhervorming is nu dringender dan ooit. Deze hervormingen zijn echter niet eenvoudig en vereisen mogelijk lange overgangsperiodes,’ besluit het rapport.

Meer