Chipambities van Europa lijken nu al een verloren zaak

De Europese Commissie stelde in september een plan voor om de productie van computerchips, zoals halfgeleiders, serieus op te voeren. Nu blijkt dat het Europese budget, in vergelijking met het Amerikaanse chipplan van Joe Biden, serieus aan slagkracht mankeert. Zo dreigen de chipambities van de regio voortijdig verlamd te raken.

De EU Chip Act: zo noemt het gewaagde investeringsplan van de Europese Unie dat de lokale productie van computerchips moet opvijzelen. Die chips, zoals halfgeleiders, zijn essentieel voor de energietransitie en worden bovendien in bijna elk denkbaar stukje technologie gebruikt. Chips worden op dit moment vooral in Azië geproduceerd. Zo levert de democratie Taiwan dankzij chiptitaan TSMC zo’n 58 procent van alle chips ter wereld af. 

Europa behield in de jaren 90 een globaal marktaandeel van 35 procent van de chipproductie. Vandaag blijft daar volgens denktank Bruegel nog maar 9 procent van over. Een EU Chips Act zou die achteruitgang moeten omdraaien. Het plan van de Europese Commissie is om via een reeks stevige financiële injecties (Duitsland zou om te beginnen al 3 miljard dollar in chipfabrieken pompen) en de betrokkenheid van kenniscentra, zoals imec in België, tegen 2030 opnieuw een globaal marktaandeel van 20 procent te veroveren.

Maandag rapporteerde persbureau Bloomberg echter dat de voorziene begroting voor de Chips Act tot nu toe zal neerkomen op zo’n 5 miljard euro. Dat budget is minder dan 15 procent van wat verschillende EU-functionarissen beloofden. De Europese Commissie wil namelijk in totaal 42 miljard euro bij elkaar zoeken om de competitie met producenten zoals Taiwan en de VS aan te gaan.

Europese cijfers zijn lachwekkend vergeleken met budgetten VS en Taiwan

In het bedrag van 5 miljard euro zit 1,65 miljard euro uit het Europese budget voor onderzoek naar technologie, 1,65 miljard euro dat voorzien wordt voor digitale ontwikkelingsprogramma’s en zo’n 1,3 miljard euro die uit een bestaande samenwerking tussen de EU en de technologische privésector getrokken wordt. In 2027 zal er vervolgens nog een extra 1 miljard euro voor het specifiek produceren van halfgeleiders voorzien worden.

Als Europa inderdaad serieus is over zijn chipambities, zijn die cijfers lachwekkend. In april 2021 kondigde Amerikaans president Joe Biden aan dat hij een fonds van 52 miljard dollar zal voorzien om de chipproductie in de VS op te voeren. Biden ziet computerchips terecht als de infrastructuur van morgen en erkent dat Amerika moet zorgen dat het niet volledig afhangt van Aziatische leveranciers zoals Taiwan, Japan en Zuid-Korea.

Het Europese budget voor de komende decennia lijkt nog meer onbeduidend wanneer je het naast het budget van de Taiwanese chiptitaan TSMC legt. Voor 2022 alleen al maakt TSMC 44 miljard dollar vrij om te investeren in nieuwe chipfabrieken en zijn absolute dominantie te verzekeren. Een deel van dat geld zal vermoedelijk naar de EU-lidstaat en nieuwe Taiwanese bondgenoot Litouwen gaan. Taiwan onderzoekt namelijk de mogelijkheid om er een chipproductie op te zetten. Wellicht zal het echter gaan om een deel van de productie en geen volwaardige gelokaliseerde toeleverketen. Het succes van Taiwan bestaat er namelijk in dat de volledige productie van chips gecentraliseerd is binnen de faciliteiten op het eiland.

Budget serieuzer nemen als Europa wil meewerken aan de technologie van de toekomst

De Europese Commissie denkt, zoals eerder aangegeven, dat het totale budget voor chips uiteindelijk neerkomt op zo’n 42 miljard euro. Hoewel dat een redelijke raming is voor de chipplannen, is het helemaal nog niet zeker dat deze fondsen bij elkaar gesprokkeld kunnen worden. Daarvoor zullen alle lidstaten samen nog zo’n 5,6 miljard euro moeten ophoesten om de totale begroting naar 11 miljard euro te brengen. Daarnaast verwacht de EU tenslotte nog 30 miljard euro aan lokale staatshulp aan belangrijke pioniers die zich het eerst wagen aan het optrekken van nieuwe chipfabrieken. 

Het investeringsplan van de EU voor chips lijkt zo voorlopig redelijk broos en vooral kwetsbaar voor geschillen tussen lidstaten. Europa zal zijn bestedingen aan deze essentiële tech-ingrediënten een pak serieuzer moeten nemen indien het echt hoopt om ooit een significant globaal marktaandeel te veroveren en niet uit de boot te vallen om mee te werken aan de technologie van de toekomst.

(am)

Meer