China wil zijn geografische structuur grondig hervormen. Centraal in het nieuwe model staan negentien stedelijke clusters die in het land worden gecreëerd en die de pijlers van de Chinese samenleving en economie moeten worden. Dat heeft het magazine The Economist gemeld.
Deze clusters zullen bestaan uit een aantal bestaande mega-metropolen, die verbonden worden met een aantal kleinere agglomeraties. Deze clusters moeten worden samengehouden door een netwerk van hogesnelheidstreinen. Niet iedereen gelooft echter in de slaagkansen van het nieuwe Chinese plattegrond.
Productiviteit
De Chinese steden hebben op dit ogenblik een gezamenlijke bevolking van 813 miljoen mensen. Dat betekent een vervijfvoudiging op veertig jaar tijd. Tegen eind volgend decennium zal China 20 procent van de wereldwijde stadsbevolking vertegenwoordigen.
“Die groei heeft echter geleid tot een aantal belangrijke problemen,” aldus The Economist. “Onder meer moet worden vastgesteld dat deze metropolen ook ongeveer 250 miljoen inwoners tellen die als tweederangsburgers worden beschouwd. Deze populaties zouden in principe terug naar hun geboortestreek kunnen worden teruggestuurd. Dergelijke problemen vormen een rem op de groei van de Chinese steden.”
“Een beperkte groei baart de autoriteiten zorgen,” zegt het magazine nog. “Grotere steden worden immers gekenmerkt door een hogere productiviteit en een snellere economische groei. Daarom wil men de Chinese landkaart hertekenen. Gehoopt wordt dat de clusters een economische groeimotor zouden kunnen worden, waardoor China zich tot een rijke en innovatie wereldmacht zou kunnen ontwikkelen.”
Op dit ogenblik kunnen al drie clusters op een gevorderd traject van realisatie worden geïdentificeerd. Daarbij wordt gewezen op de delta’s van de Pearl River in de omgeving van Hongkong en de Yangtze River rond Shanghai. Het derde cluster isJingjinji rond Peking.
Schaalgrootte
“Velen zullen bij deze clusters denken aan locaties zoals Londen of Manhattan, maar de Chinese superregio’s worden door drie bijzondere kenmerken onderscheiden,” zegt The Economist. In de eerste plaats is er de schaalgrootte, die mikt op clusters die tot 150 miljoen inwoners kunnen tellen. De grootste agglomeratie van de wereld is op dit ogenblik Tokio, waar ongeveer 40 miljoen mensen wonen.
De Chinese clusters hebben ook een grotere oppervlakte, waarbij de Pearl River Data tot 42.000 vierkante kilometer omvat. Dat is ongeveer even groot als Nederland. Een groot netwerk van hogesnelheidslijnen, die de steden uit de clusters snel bereikbaar moeten maken, is het tweede kenmerk.
Tenslotte wordt erop gewezen dat de Chinese clusters geen organische groei kennen, maar door de overheid worden gecreëerd. Ook elders in de wereld probeert men de stedelijke ontwikkeling te sturen, maar China gaat daarmee veel verder.
“Onder meer worden in de rijkste steden zwaardere voorwaarden voor een residentiële vergunning opgelegd,” zegt The Economist. “In de satellietsteden wordt daarentegen een grotere soepelheid getoond, waardoor automatisch een geografische herschikking van de bevolking volgt. Mogelijk was de verwijdering van een groot aantal tweederangsburgers uit Peking vorige zomer daarvan al een eerste aanzet.”
Gehoopt wordt dat de clusters de economische groei kunnen versnellen. Werkgevers kunnen er immers putten uit een grotere voorraad beschikbare arbeidskrachten. Bovendien zou de geografische nabijheid tevens de onderlinge samenwerking tussen de ondernemingen moeten stimuleren. Ook de kennis krijgt de mogelijkheid zich sneller te verspreiden.
Stadsvervoer
Studies hebben al uitgewezen dat een verdubbeling van de stedelijke populatie een productiviteitsverhoging tussen 2 procent en 5 procent zou kunnen genereren. In China zouden die operaties mogelijk nog een groter rendement kunnen opleveren.
De Chinese regering wil vooral vermijden dat zijn steden te groot zouden worden en daarmee ook een aantal problemen, zoals de verkeerscongestie, nog gevoelig zouden verergeren. De clusters moeten dan ook de voordelen van de megastad bieden, terwijl tegelijkertijd een aantal knelpunten kunnen worden vermeden.
Critici merken echter op dat tussen de plannen en de realiteit grote verschillen kunnen bestaan. Daarbij wordt erop gewezen dat de beste resultaten mogen worden verwacht van clusters die op een organische manier zijn gegroeid. Bovendien wordt benadrukt dat de clusters weliswaar goed zijn uitgerust met hogesnelheidslijnen, maar vaak vormt het verkeer binnen de individuele steden een gigantisch probleem.