Hoe China op en kwarteeuw een wetenschappelijke supermacht werd

China heeft zich op een kwarteeuw tot een wetenschappelijke en technische supermacht omgevormd. Dat zegt een column van Robert Samuelson, redacteur economie bij de Amerikaanse krant Washington Post.

Samuelson wijst erop dat China amper vijfentwintig jaar geleden slechts een bescheiden economie kende. Zeker van een Chinese hightechsector was nauwelijks sprake. Sindsdien is er echter heel wat veranderd. Die evolutie kon volgens de columnist echter worden verwacht. Wetenschap en technologie vormen immers de basis voor economisch geavanceerde maatschappijen en militaire grootmachten. Die twee sectoren behoren tot een gebied waarin China absoluut wereldleider wil worden.

Onderzoek

China is onder meer wereldwijd de tweede grootste investeerder in onderzoek en ontwikkeling. Het land vertegenwoordigt 21 procent van het wereldwijde onderzoeksbudget, dat midden dit decennium bijna 2 biljoen dollar vertegenwoordigde. Alleen de Verenigde Staten zijn met een marktaandeel van 26 procent nog groter. Indien de huidige trends zich verderzetten, zal China echter snel de eerste plaats hebben gegrepen. De eerste helft van dit decennium kenden de Chinese onderzoeksbudgetten jaarlijks een gemiddelde groei met 18 procent. In de Verenigde Staten was er tijdens diezelfde periode sprake van een gemiddelde toename met 4 procent. Verder kan worden vastgesteld dat Chinese instellingen ook een groot aantal wetenschappelijke studies publiceert. De Verenigde Staten en de Europese Unie voeren weliswaar de wereldwijde ranglijst in biomedische onderwerpen aan, maar op het gebied van technologie staat China op de eerste plaats. Amerikaanse publicaties worden wel vaker geciteerd dan Chinese rapporten. Daardoor kan een grotere activiteit op het gebied van fundamenteel onderzoek kan worden veronderstel. China blijkt echter die kloof steeds verder te dichten. Bovendien maakten in China vier jaar geleden 1,65 miljoen afgestudeerde technologie-specialisten hun debuut op de arbeidsmarkt. In de Verenigde Staten werden op datzelfde ogenblik 742.000 kandidaten geteld.

Evenwicht

“In een gezond wereld – zonder dreigende nationalistische, economische, raciale en etnische conflicten – zouden die Chinese ontwikkelingen geen bekommernis mogen zijn,” zegt de columnist. “Technologie is mobiel en de vooruitgang van China zouden ook de rest van de wereld profijt kunnen opleveren.” “De realiteit is echter helemaal anders. De Chinese technologische vaardigheid kan een belangrijke bedreiging worden. Dat geldt onder meer voor de militaire sector. Indien China in cruciale militaire technologie een doorbraak zou maken, zou een verschuiving in het strategisch evenwicht kunnen volgen. Dat zou de dreiging op een mogelijke oorlog kunnen versterken.” “De Chinese ambities om nieuwe industrieën – zoals artificiële intelligentie of telecommunicatie – te domineren, zou echter ook een economische oorlogsvoering tot gevolg kunnen hebben,” zegt Samuelson. Onder meer wijst hij op het gevaar van dumping, waardoor de productie en tewerkstelling elders in de wereld ernstig in het gedrang zou kunnen komen. Dat probleem wordt volgens hem nog groter indien er ook nog sprake is van een diefstal van patenten en industriële spionage. Om die bedreigingen af te weren, moet volgens de columnist onder meer de eigen Amerikaanse technologische basis opnieuw verder worden versterkt. Daarbij moet ook defensie in nieuwe technologie investeren. Fundamenteel moet eveneens worden gesteund. (mah)