In Champagne worden het, letterlijk én figuurlijk, hete weken. Druiventelers en de champagnehuizen botsen over hoeveel druiven er mogen geoogst worden.
Normaal circuleert er begin van de zomer, zeker in juli, reeds een akkoord tussen alle betrokken partijen – vooral de druiventelers en wijnbouwers enerzijds, en de maisons de champagne en merken anderzijds, aangezien deze laatsten onvoldoende eigen wijngaarden bezitten en dus druivenmateriaal moeten inkopen bij de eerste categorie – over de maximale rendementen van de nieuwe oogst. Tegelijk wordt ook de kiloprijs van de druiven vastgeprikt, naargelang hun kwaliteitsstatus.
Maar deze keer ziet het plaatje er compleet anders uit. Amper enkele weken voor de start van de pluk – in de Aube wil men al rond 15 augustus beginnen oogsten – is er nog steeds geen afspraak.
De verklaring? Ook hier heeft Covid-19 weer roet in de bubbels gegooid. De verkoop van Champagne, die ook al de invloed van de nakende brexit moest slikken, maakte het voorbije jaar een ferme duik, tot zelfs beneden de symbolische 300 miljoen flessen-grens.
Als de grote merken en huizen echter het pleit winnen, zullen duizenden hl/ha potentiële champagne gedistilleerd moeten worden, of rotten de overtollige druiven simpelweg aan de ranken
De grote huizen zitten op een surplusstock van ongeveer 400 miljoen flessen en pronostikeren bovendien dat er het komende jaar nog eens zeker 100 miljoen flessen minder zullen worden verkocht, wat opnieuw een verlies van 1,7 miljard euro impliceert, vooral dan qua export.
Beperking van de opbrengsten
Daarom ijvert de UMC (Union des Maisons de Champagne) voor een strenge beperking van de opbrengsten tot hooguit 6.000 à 7.000 kg/hectare, daar waar het SGV (Syndicat Général des Vignerons), zeg maar de druivenleveranciers, pleiten voor een minimumrendement van 8.500 kg/ha.
Onder die drempel zijn ze volgens hen bedrijfseconomisch niet leefbaar en bovendien gaat het ditmaal om een kwalitatief hoogstaande oogst. Ter vergelijking: vorig jaar werd een maximale opbrengst van 10.200 kg/ha overeengekomen.
Als de grote merken en huizen echter het pleit winnen, zullen duizenden hl/ha potentiële champagne gedistilleerd moeten worden, of rotten de overtollige druiven simpelweg aan de ranken. Veel vignerons zullen dan de boeken moeten sluiten.
Maar de Maisons de Champagne houden het been stijf: de markt is nu reeds gesatureerd, verbetering zit er voorlopig niet in, en als we opnieuw een groot volume produceren, zullen de verkoopprijzen finaal kelderen. En is héél de regio de klos.
Hoe moet het nu verder? Niemand die het weet, ook niet het CIVC, het Comité Interprofessionnel du Vin de Champagne dat de actoren van de Champagne-productie en -handel (telers, coöperaties en handelaren) onder de vleugels van de regering groepeert en normaal in deze onderhandelingsronde bemiddelt.
Een situatie kortom die vergelijkbaar is met onze regeringsonderhandelingen, want telkens analisten denken dat de oplossing nabij is, duiken er wel nieuwe hindernissen of confrontaties op …