De beursweek startte in mineur voor de grote Amerikaanse tech-aandelen. Tesla donderde 8,5 procent lager en Apple ging met 3 procent onderuit.

De koers van Tesla, een van de beurstoppers van 2020, zakte tot 714,5 dollar, of ongeveer evenveel als tijdens de jaarwisseling. Beleggers zien de e-autobouwer niet zozeer als een autoconstructeur, maar eerder als een technologiebedrijf. Er rijzen twijfels over het stijgingspotentieel van Big Tech-aandelen, omdat de Amerikaanse rentestanden stijgen. Dat maakt Amerikaans vastrentend papier aantrekkelijker, en aandelen minder aantrekkelijk.

Ook opperen almaar meer analisten dat er mogelijk een beurscorrectie aankomt. Terwijl traditionele aandelen nog redelijk standhouden, lijkt voor veel beleggers de tijd rijp om hun Big Tech-aandelen van de hand te doen. Zo ging Apple maandag 3 procent lager, Amazon ruim 2 procent en boerde Alphabet (Google) 1,7 procent achteruit.

Elk van die bedrijven behoort tot de technologie-index Nasdaq, dat met 2,5 procent zakte tot 13.533 punten. De andere twee grotre beursgraadmeters geven een ander beeld, een teken dat er meer optimisme is over de traditionele economie. De Dow Jones-index eindigde 0,1 procent hoger, op ongeveer 31.522 punten. De brede S&P 500 verloor 0,8 procent, tot 3.876 punten.