Belgische lonen worden een maand vroeger geïndexeerd dan verwacht

Met een inflatie die niet aan kracht verliest, wordt de spilindex in ons land (opnieuw) vroeger overschreden dan verwacht. Dat zorgt ervoor dat de lonen wederom stijgen dankzij de automatische loonindexering.

De jongste maandelijkse prognoses van het Federaal Planbureau, die vrijdag zijn gepubliceerd, wijzen op een snellere loonindexering dan eerder was verwacht. De volgende overschrijdingen van de spilindex zal naar verwachting in september van dit jaar gebeuren, een maand vroeger dan verwacht. In januari 2023 zal er nog een overschrijding volgen.

Lonen, maar ook de huurprijzen

Volgens Le Soir zal de inflatie dit jaar oplopen tot 8,1 procent, tegenover 7,8 procent in een vorige prognose. In 2023 zou de geldontwaarding 3,5 procent bedragen. De stijging van de “gezondheidsindex”, die onder meer wordt gebruikt voor de berekening van de indexering van salarissen, sociale uitkeringen en huurprijzen, zal 7,6 procent bedragen in 2022 en 3,6 procent in 2023, tegenover 2,01 procent in 2021 en 0,99 procent in 2020.

Pas op: als de lonen van een groot deel van de bevolking gaan stijgen, kunnen ook de huurprijzen stijgen. Het huurgeld wordt beschouwd als een inkomen voor de verhuurder, en wordt daarom ook gecorreleerd aan de “gezondheidsindex”; verhuurders kunnen de huur dienovereenkomstig wijzigen op de verjaardag van het lopende huurcontract.

De sociale uitkeringen en de ambtenarensalarissen zullen dankzij de automatische loonindexering in respectievelijk mei 2022 en juni 2022 met 2 procent stijgen.

Meer