Het aantal bankkantoren in ons land is zienderogen aan het afnemen. Dat komt als geen verrassing aangezien we almaar vaker een beroep doen op onze pc of smartphone om onze financiële zaken te regelen. Uit een onderzoek van de bankenfederatie Febelfin blijkt dat meer dan de helft van de mensen nooit of minder dan één keer per jaar een bezoekje brengt aan een bankkantoor.
De digitale trein raast tegen een rotvaart door de banksector. Voor nagenoeg alle basisdiensten, zoals een zichtrekening openen of geld overschrijven, hoef je niet langer een beroep te doen op een adviseur in een kantoor of een bankautomaat. Dat alles kan je zeer eenvoudig doen door gebruik te maken van het webplatform of de app van je bank.
Aantal bankkantoren slinkt
Door de digitalisering sluiten de banken almaar meer kantoren. Zo kondigde de grootbank BNP Paribas Fortis vandaag aan dat het fors wil snoeien in het kantoornet. Van de 386 kantoren eind vorig jaar zullen er eind 2025 nog 220 overblijven. Tegelijk neemt de bank bpost bank over, waardoor klanten voor een aantal basisdiensten terechtkunnen in één van de 657 postkantoren in ons land.
Eind 2021 telde ons land 3.815 fysieke bankkantoren. Dat is bijna 10 procent minder dan het jaar voordien. Toen stond de teller op 4.232 kantoren. “Dit is een evolutie die we ook in andere Europese landen zien. Ondanks de neerwaartse trend, beschikt België in vergelijking met andere Europese landen over één van de dichtste kantoornetwerken”, verduidelijkt Febelfin.
Digitaal bankieren
Een onderzoek van Febelfin bevestigt overigens dat we almaar vaker onze bankzaken digitaal regelen. Zo geeft 91 procent van de respondenten aan dat ze hun pc gebruiken om hun financiën te regelen. Bij de senioren is dat zelfs 93 procent. 81 procent van de Belgen doet ook een beroep op de bankapp. Dat is een opvallende stijging in vergelijking met vorig jaar. Toen greep 71 procent de Belgen naar zijn smartphone om te bankieren.
Dankzij die digitale oplossingen neemt de noodzaak om een bezoekje te brengen aan een bankkantoor af. 59 procent van de Belgen maakt geen of minder dan één keer per jaar een afspraak met een adviseur. Opvallend: ook bij de senioren is het aantal bezoeken aan de bank eerder beperkt. 53 procent is vorig jaar nooit of minder dan één keer per jaar langsgeweest bij een adviseur. Slechts 6 procent van de senioren geeft aan meer dan drie keer per jaar naar het kantoor te gaan.
Indien we afzakken naar een kantoor, doen we dat voornamelijk om advies in te winnen over onze financiële situatie (30 procent), beleggingen op te volgen (26 procent) of om een lening aan te vragen of te beheren (23 procent).
Het zijn vooral de jongeren (-34 jaar) die op een bepaald moment in hun leven meermaals per jaar een afspraak maken in kantoor (14 procent) om specifiek advies in te winnen, bijvoorbeeld voor het afsluiten van een woonkrediet.
Papieren overschrijving verdwijnt met mondjesmaat
Voorts blijkt ook dat de meer traditionele dienstverleningen traag maar zeker verdwijnen. Papieren overschrijvingen zijn op 15 jaar tijd gedaald met ongeveer 91 procent. Dezelfde tendens zien we ook bij senioren. Slechts 4,4 procent van de 55-plussers begeeft zich nog naar het bankkantoor om overschrijvingen te doen.
Om tegemoet te komen aan de mensen die alsnog willen gebruikmaken van de traditionele verrichtingen heeft de Belgische overheid in samenwerking met Febelfin de universele bankdienst gelanceerd. Voor maximaal 60 euro per jaar krijg je onder meer toegang tot jaarlijks 24 gratis geldafhalingen en zestig manuele verrichtingen.
(fjc)
