‘Anti-allergiemiddelen halen voordelen uit lichaamsbeweging’

Dat hardlopen onze conditie verbetert, wisten we al. Maar wie antihistaminica tegen hooikoorts slikt voor het sporten, zal hier waarschijnlijk minder de vruchten van plukken, zo blijkt uit onderzoek. 

Wetenschappers van de Universiteit Gent en de Universiteit van Kopenhagen hebben ontdekt dat de geneesmiddelen die mensen nemen tegen allergieën ook enkele van de voordelen van lichaamsbeweging saboteren. Zo zouden antihistaminica de normale toename van de bloedstroom naar de spieren tijdens het sporten met 35 procent verminderen.

Sportwetenschapper en hoofdauteur Wim Derave (UGent) heeft daar een logische verklaring voor. Antihistaminica werken door histamine, een chemische verbinding in het lichaam, te blokkeren. Die verbinding is ‘essentieel voor je om je lichaam beter te laten functioneren’, legt hij uit aan het tijdschrift Inverse. ‘Als je dat wegneemt, je blokkeert dat, dan gaat het niet gebeuren.’ 

Verminderd uithoudingsvermogen

Uit de studie, die werd gepubliceerd in het vaktijdschrift Science Advance, blijkt ook dat anti-allergiemiddelen het uithoudingsvermogen verminderden en de verbeteringen tegenhielden op zowel het aderstelsel als op het vermogen van het lichaam om glucose te verdragen.

‘Ze zweetten evenveel, ze sportten evenveel en er was dus geen verschil – ze konden het ook zelf niet zien’, zei Derave aan Inverse. ‘De gunstige effecten vonden niet plaats, hoewel ze dachten en hoopten dat dat wel zou gebeuren.’

Coauteur Thibaud Van der Stede (UGent) benadrukt wel dat mensen met allergieën niet zomaar moeten stoppen met het innemen van antihistaminica in het licht van deze resultaten. In hun onderzoek gebruikte het team namelijk hogere doses dan normaal zouden worden ingenomen. De onderzoekers stellen dat de bevindingen wel zouden kunnen helpen bij de ontwikkeling van een nieuw geneesmiddel om de voordelen van lichaamsbeweging te versterken.

Meer