Nergens in de wereld wordt meer talent opgeleid en aangetrokken dan in Zwitserland. Dat blijkt uit een rapport van het World Competitiveness Center aan het International Institute for Management Development (IMD) in Lausanne, gebaseerd op een analyse van 63 landen.

De onderzoekers wijzen er daarbij op dat Zwitserland al voor het vierde jaar op rij de wereldwijde talent-ranglijst aanvoert. 

Europa

Denemarken staat op de tweede plaats, gevolgd door Denemarken, Luxemburg, IJsland en Zweden. De top tien bestaat verder uit Oostenrijk, Noorwegen, Canada, Singapore en Nederland. De onderzoekers wijzen er daarbij op dat acht plaatsen in de top tien door Europese landen worden opgeëist. België eindigde op een zestiende plaats. Dat betekende een verlies met twee plaatsen tegenover vorig jaar.

‘Zwitserland kan onder meer rekenen op een onderwijssysteem met een bijzonder hoog kwaliteitsniveau,’ zeggen de onderzoekers. ‘Daarnaast wordt er ook intensief gebruik gemaakt van stages. Maar het land heeft tevens belangrijke troeven die kunnen worden uitgespeeld om buitenlands talent aan te trekken. Zwitserland kent immers een hoge levensstandaard en kan hoge salarissen aanbieden.’

Denemarken dankt zijn tweede plaats volgens de onderzoekers aan zijn nadruk op de mogelijkheden voor gelijke kansen die in de samenleving kunnen worden opgemerkt.

Luxemburg liet anderzijds de voorbije jaren een opmerkelijke verbetering optekenen. Vijf jaar geleden stond het land nog op een elfde plaats. Die positieve ontwikkeling is volgens de onderzoekers in sterke mate te danken aan voortdurende inspanningen op het gebied van investeringen en ontwikkeling.

Helemaal onderaan staat Mongolië, voorafgegaan door India. Ook de Zuid-Amerikaanse landen Mexico, Colombia, Brazilië en Venezuela staan bij de laagste tien naties gerangschikt. Dat geldt echter ook voor vier lidstaten – Roemenië, Bulgarije en Slowakije – van de Europese Unie. Rusland bevindt zich eveneens in dit gezelschap.

Pandemie

De studie heeft betrekking op een enquête die tussen januari en april van dit jaar werd georganiseerd. De resultaten geven dan ook geen complete weerspiegeling van de impact die de coronapandemie op de wereldwijde economie heeft gehad.

‘Toch zijn er een aantal indicaties die kunnen aangeven welke arbeidsmarkten de grootste sociale en economische terugslag hebben gehad,’ zegt José Caballeros, hoofdeconoom van het World Competitiveness Center.

‘Landen uit de hoogste regionen van de rangschikking blijken meestal relatief sterk presteren. Lager in de rangschikking kunnen echter wel fluctuaties worden opgemerkt.’

‘Onder meer Maleisië en Indonesië kenden een sterke terugval. Dat was het gevolg van een braindrain, terwijl het ook bijna onmogelijk bleek buitenlands talent aan te trekken. De pandemie zal dat probleem ongetwijfeld nog hebben verergerd.’

‘Maar ook andere landen die sterk van buitenlands talent afhankelijk zijn – zoals Singapore, Australië, de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk – zouden een negatieve impact van de strengere reisvoorwaarden kunnen ervaren.’

‘Maar voor vele landen kan de pandemie tevens een opportuniteit zijn om in de opleiding van hun eigen onderdanen en hun arbeidssystemen te investeren,’ zegt Caballeros nog.