Het aantal nieuwe windparken- en molens gebouwd in 2020 is vergelijkbaar met vorige jaren, ondanks zware verstoringen in de productie en installatie in de eerste helft van het jaar. Dat weet persagentschap Euractiv op basis van cijfers vrijgegeven door de sector.
Precorona voorspelden analisten wel een grotere groei. Het totaal aantal installaties die er in 2020 in Europa bijkomen zal dus waarschijnlijk zo’n 20 procent onder die projecties liggen.
‘Het was totaal geen normale gang van zaken tijdens de eerste helft van dit jaar’, zegt Pierre Tardieu, topman van koepelorganisatie WindEurope in een persbericht. ‘Maar windenergie bleef veerkrachtig’, gaat hij verder. ‘Onze turbines produceerden een recordhoeveelheid elektriciteit. Nationale regeringen hielden competitieve veilingen. En onze industrie bleef nieuwe windparken bouwen met toepassing van strikte gezondheids- en veiligheidsprotocollen.’
Bijkomende windparken
De belangenorganisatie publiceerde donderdag een rapport dat de impact van de Covid-19-pandemie op de Europese windsector onderzoekt. In het eerste semester kwam er een totaal vermogen van 3,9 gigawatt aan windturbines bij, op het land welteverstaan. Ter vergelijking: de voorbije drie jaar was dat gemiddeld 3,7 gigawatt, telkens in het eerste semester.
Ondanks de lichte stijging blijkt uit het rapport dat ‘Europa niet op schema ligt voor de verwachte installatieniveaus in 2020’.
De groei van offshore windparken ging zelfs achteruit. In de eerste zes maanden van dit jaar kwam er 1,2 gigawatt aan vermogen bij. Vorig jaar was dat in dezelfde periode 1,9 gigawatt, het gemiddelde over drie jaar is 1,5 gigawatt.
Maar dat moet genuanceerd worden; de schaal van individuele offshore windprojecten maakte dat de groei van offshore vermogen sterk verschilt van jaar tot jaar. Bovendien was 2019 een recordjaar qua nieuwe offshore installaties.
Verstoring door pandemie
Geen slecht nieuws dus, maar toch de sector 2020 graag anders gezien. De bouw van nieuwe windparken werd serieus geraakt doordat toeleveringsketens geblokkeerd raakten. Onderdelen uit China waren nauwelijks te verkrijgen in januari en februari. Europese lockdowns verstoorden het verkeer van werknemers en goederen in de maanden daarna.
De bouw van nieuwe windmolenparken voldeed niet aan de verwachtingen, maar bestaande installaties braken wel records tijdens de pandemie.
Naarmate de vraag naar elektriciteit over het hele continent afnam, werden nucleaire en gasvoorraden afgebouwd. Hernieuwbare energiebronnen voorzagen daardoor een groter aandeel in de totale elektriciteitsvoorziening.
In die mate dat er voor het eerst meer elektriciteit werd opgewekt uit hernieuwbare bronnen dan uit fossiele brandstoffen. In totaal produceerden hernieuwbare energiebronnen 40 procent van de elektriciteit van de Europese Unie in 2020, terwijl fossiele brandstoffen in die periode 34 procent voor hun rekening namen. Windenergie was de grootste hernieuwbare energiebron, gevolgd door waterkracht, bio-energie en zonne-energie.