Het callcenter dat verantwoordelijk is voor de contacttracing in Vlaanderen blijft met kinderziektes kampen. Zo kunnen de contactonderzoekers maximaal tien personen registreren. En de besmette patiënt kan niet terugbellen, schrijft de krant De Standaard.
Het systeem van contacttracing blijft een moeilijk verhaal. Vlamingen bij wie een besmetting met Covid-19 vastgesteld wordt, krijgen een telefoontje van een contactonderzoeker. Die moet nagaan welke personen er mogelijk nog besmet raakten. Het initiële idee was om een applicatie in het leven te roepen, maar na een hele reeks omzwervingen werd dat idee tijdelijk opgeborgen. Tot twee weken geleden, toen minister van Welzijn Wouter Beke (CD&V) bekendmaakte dat hij alsnog een tracingapp wil.
Intussen koos de Vlaamse regering voor manueel contactonderzoek, in samenwerking met een consortium dat bestaat uit de vijf mutualiteiten, een aantal callcenters en consultant KPMG. Alleen loopt dat nog altijd niet zo vlot. Behalve het feit dat er voor elke 100 besmettingen in de samenleving slechts 40 gevallen opgespoord worden via een coronatest, is het ook geen sinecure om de vastgestelde gevallen aan de lijn te krijgen. Uiteindelijk geeft zo’n 13 procent van alle besmette personen contacten op.
Niet terugbellen
En dan zijn er nog enkele kinderziekten, eigen aan de software voor het contactonderzoek. Als patiënten meer dan tien personen doorgeven komt de onderzoeker voor een probleem te staan. Het digitale registratieformulier laat maar tien contacten toe, in de veronderstelling dat iedereen zich aan het maximumaantal van de Nationale Veiligheidsraad houdt. Vanaf nummer elf moet de contactonderzoeker handmatig noteren, wat nefast is voor de informatieverwerking.
‘Het aantal geregistreerde contactpersonen moet onbeperkt zijn’, stelt Karine Moykens, de voorzitter van het Interfederaal Comité voor Testing & Tracing. Zeker nu we vanaf 1 juli zelfs officieel 15 personen per week mogen ontmoeten. Maandag zou de software een update krijgen die een einde maakt aan die grens van tien personen.
Nog een ander struikelblok zijn de ‘inbound calls’. Wie een gesprek van het contactcenter gemist heeft, kan op eigen initiatief niet terugbellen. Ook als u contacten opgeeft en bij het neerleggen beseft dat u er eentje vergeten bent, is dat pech. Bovendien kunnen contactonderzoekers elkaars dossiers, om privacyredenen, niet consulteren. Vanaf 22 juli moet dat aangepast worden en zal het mogelijk zijn om een algemeen nummer te bereiken.