Unilever geeft zijn bijzondere Brits-Nederlandse bedrijfsstructuur op, en evolueert naar één Britse onderneming. Dat is een volledige ommezwaai van eerder pogingen om één hoofdzetel in Rotterdam te installeren.
Unilever wordt gekenmerkt door een dubbele bedrijfsstructuur: de voedingsgigant heeft een zetel in Londen én in Rotterdam. Dat is nog een erfenis van de fusie van de Nederlandse margarineproducent Margarine Unie, en de Britse zeepmaker Lever Brothers 90 jaar geleden.
Nederlands no more
Hoewel het de facto opereert als één bedrijf, maken zo’n twee juridische entiteiten overnames en fusies zeer complex. Om flexibeler te zijn probeert het Brits-Nederlandse bedrijf die ingewikkelde bedrijfsstructuur al enkele jaren te vereenvoudigen.
Aanvankelijk was het plan om volledig Nederlands te worden. Maar de Britse aandeelhouders stemden steevast tegen. Een van de redenen voor de Britse ‘no’ was het feit dat het aandeel zijn plek in de FTSE 100 zou verliezen, de belangrijkste index op de Londense beurs. Dat zou een negatief effect hebben op de aandelenkoers, aangezien indexbeleggers hun aandeel zouden moeten verkopen.
Nu verandert het voedings- en verzorgingsmiddelenconcern het geweer van schouder. Het bedrijf wordt volledig Brits op papier, het zwaartepunt van de macht komt in Londen te liggen. Omgekeerd speelt het beurskoersprobleem niet, de notering op de Amsterdamse beurs komt daarmee niet in het gedrang.
Aandeelhouderskapitalisme
De Nederlandse politiek wordt hiermee wel een beetje te kijk gezet. De afschaffing van de dividendbelasting die premier Rutte twee jaar geleden doorvoerde, was speciaal ontworpen om bedrijven zoals Unilever in Nederland te houden.
De Unilever-topman Alan Jope benadrukt wel dat de voedselafdeling van het bedrijf in Rotterdam blijft. Volgens de CEO zijn er geen plannen om Nederlandse activiteiten af te bouwen. Hoewel het bedrijf de voorbije jaren verschillende fabrieken verkocht, of de productie verplaatste naar Oost-Europese landen, zegt de Nederlandse minister van Economie dat hij garanties op zak heeft dat Unilever banen en activiteiten in Nederland zal houden.
Toen het bedrijf achter merken zoals Ben&Jerry’s en Dove in 2018 op papier naar Rotterdam wou verhuizen, werd dat gezien als een keuze voor het zogeheten ‘profit & purpose’-model. Dat houdt in dat bedrijven naast winst maken, ook een positieve impact op de maatschappij willen hebben. In theorie houden die actief rekening met bijvoorbeeld het klimaat en arbeidsomstandigheden.
Onder CEO Jope werd een terugkeer ingezet naar het aandeelhouderskapitalisme. Het besluit om naar Londen te trekken, versterkt die perceptie alleen maar.
Beleggers verwelkomen de verhuis alvast: na twee uur handelen staat het aandeel al 2,12 procent hoger.