Bedrijfsleiders vinden de snelheid van de technologische verandering één van de grote bedreigingen voor de groeivooruitzichten van hun ondernemingen. Dat blijkt uit een studie van consulent PricewaterhouseCoopers (PwC), gebaseerd op interviews met bijna veertienhonderd leidinggevenden in meer dan negentig landen.
Het onderzoek toont dat 63 procent van de respondenten van mening is dat kunstmatige intelligentie een grotere impact zal hebben dat het internet. Bovendien erkent 55 procent door een gebrek aan beschikbaar talent niet in staat te zijn om efficiënt te kunnen innoveren.
Bezorgdheid
“In het bedrijfsleven blijkt een reële bezorgdheid dat men moeilijk gelijke tred zal kunnen houden met de technologische ontwikkelingen,” zeggen de onderzoekers. “Kunstmatige intelligentie staat daarbij helemaal bovenaan. De technologie blijkt nu al een duidelijke impact te hebben. Daarbij maken de executives gewag van betere mogelijkheden om geschikte content te herkennen. De technologie zou ook een positieve impact hebben op de verkopen en het klantenbehoud.”
Het rapport wijst er wel op dat niet alle regio’s op dezelfde manier op de technologie regeren. In het Midden-Oosten bleek immers 78 procent van mening dat artificiële intelligentie een grotere impact zal hebben dan het internet. In Noord-Amerika verklaarde zich daarentegen slechts 44 procent met die stelling akkoord.
Terwijl de executives de kracht van kunstmatige intelligentie erkennen, blijkt een grote groep in praktijk terughoudend op te treden. De onderzoekers stelden immers vast dat ongeveer 58 procent van de bedrijven de technologie nog steeds niet in zijn organisatie heeft geïntroduceerd.
Bij de resterende groep zegt 35 procent binnen een periode van drie jaar artificiële intelligentie in zijn bedrijf te zullen introduceren. Tegelijkertijd erkent 23 procent momenteel nog geen enkel plan terzake te hebben. In Noord-Amerika valt dat cijfer wel terug tot 18 procent.
Pessimistisch
Het onderzoek toonde ook aan dat de executive zich pessimistischer opstellen tegenover de toekomst. Vorig jaar gaf slechts 5 procent aan de volgende periode voor een verslechtering van de economische omstandigheden te vrezen. Dat cijfer is dit jaar echter tot 29 procent opgelopen.
Ongeveer 28 procent van de leidinggevenden erkent extreem bezorgd te zijn over de snelheid van technologische verandering, terwijl 34 procent op de beperkte beschikbaarheid van cruciaal talent wijst.
Tevens blijkt dat de executives de Verenigde Staten minder als een belangrijke pijler voor de groei van hun bedrijven bestempelen. Wereldwijd zegt nog slechts 27 procent de Verenigde Staten tot zijn drie belangrijkste groeimarkten te rekenen. Vorig jaar haalde de Amerikaanse markt daarbij nog een score van 46 procent.