De sovjet-architectuur legt een aanzienlijke hypotheek op de plannen van de Europese Unie om zijn huisvesting klimaatneutraal te maken. De beruchte en troosteloze woonblokken die in de jaren vijftig van de voorbije eeuw overal in de Sovjet-Unie werden opgetrokken, zijn op het gebied van duurzaamheid immers een complete ramp. Dat zegt de redactie van het magazine The Economist in een commentaar op een project van het initiatief SmartEnCity in de Estse stad Tartu.
Daar worden een aantal appartementsblokken omgebouwd tot intelligente moderne woonomgeving. Er is inmiddels ook interesse uit andere voormalige sovjet-gebieden.
Chroesjtsjov
De sovjet-woonblokken hebben de bijnaam khrushchyovka gekregen. Die titel verwijst naar voormalig Sovjet-leider Nikita Chroesjtsjov, die de infrastructuur overal in de Sovjet-Unie liet optrekken. De architectuur zorgde voor troosteloze uniforme wijken met geprefabriceerde appartementsgebouwen.
Gemikt was op een levensduur van maximaal dertig jaar, maar een groot deel van deze constructies karakteriseren nog altijd de buitenwijken van een groot aantal steden in Rusland, maar ook in de voormalige satelliet-landen van de Sovjet-Unie in Oost-Europa. Daar vormen ze nu nog altijd een groot probleem voor een klimaatneutrale huisvesting.
Dat is onder meer het geval in de Baltische staten Estland, Letland en Litouwen, gewezen deelrepublieken van de Sovjet-Unie. In deze landen woont 68 procent van de bevolking in appartementen. Dat is het hoogste niveau van de hele Europese Unie. De troosteloze khrushchyovka vormen er dan ook nog altijd een belangrijk bron van huisvesting.
De panden bezorgen de bewoners en de overheid echter heel wat kopzorgen. In eerste plaats zijn de gebouwen slecht geïsoleerd. De verwarming valt bijzonder duur uit. In Litouwen kan de verwarming van een appartement met twee slaapkamers tijdens de koudste maanden van het jaar 20 procent van het gemiddelde salaris opslorpen.
Thermostaat
De khrushchyovka-wijken zijn meestal bewoond door ouderen en lagere inkomens, die deze kosten het minst gemakkelijk kunnen dragen. De gebouwen zijn ook afhankelijk van de gecentraliseerde stadsverwarming. “Dat leidt tijdens de winter tussen de bewoners vaak een bittere strijd om de thermostaat,” aldus The Economist.
Maar ook voor het beleid vormt de sovjet-architectuur een grote uitdaging. De Europese Unie wil tegen het midden van deze eeuw klimaatneutraal zijn. Huisvesting vereist daarbij de grootste inspanning. De sector verbruikt immers 40 procent van alle Europese economie. Gebouwen zijn ook voor 36 procent van de Europese uitstoot van koolstofdioxide verantwoordelijk.
De Europese Unie heeft beslist dat nieuwbouw voortaan nog amper energie mag verbruiken. Oude panden vormen echter een groot probleem. Een massale afbraak is duur en bijzonder onpopulair. Toen Moskou twee jaar geleden aankondigde achtduizend khrushchyovka te willen afbreken, rees bij de bewoners zwaar protest.
Ook renovaties liggen echter niet altijd voor de hand. Dergelijke werken vergen vaak dure ingrepen. Het is bijzonder moeilijk om hierover tussen de betrokken partijen een consensus te vinden. De Baltische staten bieden bij dergelijke operaties wel subsidies aan, maar het succes van die programma’s blijft beperkt.
De residenten zien dikwijls weinig reden voor de verandering. De armere bevolkingsgroepen ontvangen immers verwarmingssubsidies. Zij voelen dan ook weinig aandrang om moderniseringswerken te laten uitvoeren.
Europa
SmartEnCity probeert voor de situatie toch een oplossing te vinden. De organisatie bouwt in Tartu negentien khrushchyovka om tot energie-efficiënte en intelligente woningen. De panden hebben inmiddels al de nieuwe bijnaam smartovka gekregen. De appartementen zijn omgevormd tot een woonomgeving met een hoge levenskwaliteit.
Onder meer zullen de bewoners voor de eerste keer in staat zijn om hun eigen energieverbruik op te volgen en te controleren. Bedoeling is het energieverbruik met twee derden te verlagen. Het project wordt geleid door de Universiteit van Tartu en krijgt financiële steun van de Europese Unie.
De belofte van een aangenamere leefomgeving zorgde ervoor dat de overgrote meerderheid van de bewoners zich achter het project schaarde. R wordt nu gekeken naar andere locaties om het project te dupliceren. Estland heeft ongeveer zesduizend woonblokken die in het sovjet-tijdperk werden opgetrokken.
Er is dan ook al interesse uit andere Estse steden, maar eveneens uit Letland en Litouwen. Dat geldt ook voor Polen en Bulgarije, die ook nog vele sovjet-woonblokken hebben.