Key takeaways
- In het VK woonde vorig jaar 18 procent van de personen tussen 25 en 34 jaar bij hun ouders.
- Mannen (23 procent) wonen in deze leeftijdsgroep vaker bij hun ouders dan vrouwen (15 procent).
- Het aandeel thuiswonende 25- tot 29-jarigen is gestegen van 20 procent in 2006 naar 28 procent vorig jaar.
De toename van jonge volwassenen die bij hun ouders wonen
Het aantal jongvolwassenen in het VK dat bij hun ouders woont, is aanzienlijk gestegen en markeert de drukste periode voor deze trend in decennia. Uit een analyse van het Institute for Fiscal Studies (IFS) blijkt dat ongeveer 18 procent van de personen tussen 25 en 34 jaar vorig jaar bij hun ouders woonde, een stijging van meer dan een derde ten opzichte van 13 procent in 2006. Hoewel dit cijfer licht is gedaald ten opzichte van de pandemische piek van 21 procent, betekent de stijging van vijf procentpunten nog steeds dat er in 2024 naar schatting 450.000 meer jonge volwassenen bij hun ouders wonen dan in 2006.
Geslacht speelt een rol in deze trend: mannen (23 procent) wonen in deze leeftijdsgroep vaker bij hun ouders dan vrouwen (15 procent). Bovendien hebben in het Verenigd Koninkrijk geboren jongeren met een Bengaalse en Indiase achtergrond hogere percentages, respectievelijk 62 procent en 50 procent. De trend onder jonge dertigers is relatief stabiel gebleven, maar het aandeel 25- tot 29-jarigen dat thuis woont is gestegen van 20 procent in 2006 naar 28 procent vorig jaar.
Factoren die bijdragen aan de trend
Het IFS schrijft deze stijging toe aan factoren zoals stijgende huren en stijgende huizenprijzen, die vooral mensen met lagere inkomens treffen die vaker bij hun ouders wonen. Er zijn ook geografische verschillen: in regio’s waar de huizenprijzen sinds 2006 aanzienlijk zijn gestegen, is het aantal thuiswonende jongvolwassenen het sterkst gestegen. Met name in het oosten van Engeland was de stijging het grootst, van 14 procent naar 22 procent. Het zuidwesten en zuidoosten stegen van 12 procent naar 18 procent, terwijl het noordwesten en Londen beide stegen van 14 procent naar 20 procent. Schotland (van 13 procent naar 18 procent), Wales (van 17 procent naar 20 procent) en Noord-Ierland (van 21 procent naar 23 procent) kenden ook opmerkelijke stijgingen.
Hoewel het voor sommige jongvolwassenen mogelijk is om meer te sparen door bij hun ouders te wonen – 14 procent spaart meer dan 10.000 pond in een periode van twee jaar, vergeleken met naar schatting 10 procent van degenen die een particuliere huurwoning hebben – is dit niet overal het geval. Sommige mensen hebben te maken met hogere reiskosten omdat ze verder van hun werk wonen, terwijl anderen misschien naar huis zijn teruggekeerd vanwege een scheiding of werkloosheid, wat tot extra uitgaven leidt.
Inzicht van experts
Bee Boileau, auteur van het rapport en onderzoekseconoom bij de IFS, erkent zowel de positieve als negatieve aspecten van deze trend: “In de afgelopen anderhalf decennium is het aandeel van jongvolwassenen die bij hun ouders wonen aanzienlijk toegenomen… Voor sommigen biedt het wonen bij hun ouders de mogelijkheid om sneller spaargeld op te bouwen dan wanneer ze huren… Anderen wonen echter waarschijnlijk in het ouderlijk huis als gevolg van een grote schok, zoals het einde van een relatie of een ontslag, of gewoon omdat ze het zich niet kunnen veroorloven om zelfstandig te wonen.”
Wil je toegang tot alle artikelen, geniet tijdelijk van onze promo en abonneer je hier!