De Spaanse regering stemt in met een nieuwe digitale taks die technologiegiganten aan een extra belasting onderwerpt. Spanje is het zoveelste Europese land dat zich de woede van de Verenigde Staten op de hals dreigt te halen.
Na Italië, Oostenrijk, het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk wil nu ook Spanje werk maken van een digitale taks. Concreet zal er een belasting van 3 procent geheven worden op de inkomsten uit online advertenties en uit de verkoop van gebruikersgegevens. Alleen bedrijven die wereldwijd meer dan 750 miljoen euro omzet draaien, zijn onderworpen aan de heffing.
‘Spanje kan het zich niet veroorloven om een belastingsysteem uit de vorige eeuw te hebben’, stelt bevoegd minister María Jesús Montero. ‘Deze maatregel moet oneerlijke concurrentie met de traditionele bedrijven vermijden.’ De regering hoopt de schatkist jaarlijks met 968 miljoen euro te spekken dankzij de belasting.
OESO werkt eraan
De beslissing van de Spaanse regering is niet zonder risico. Omdat zo’n taks vooral Amerikaanse giganten – zoals Facebook, Apple, Amazon en Google – pijn doet, trokken de Verenigde Staten al fel van leer tegen gelijkaardige initiatieven. President Donald Trump dreigde bijvoorbeeld met wraakheffingen van 100 procent op Franse kaas, wijn en handtassen.
De minister van Begroting gaf wel aan dat de taks er nog niet meteen komt. Pas op 20 december zou de digitaks in voege treden, om de onderhandelingen op het OESO-niveau niet te belemmeren. De Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling werkt al maanden aan een internationale regeling. Die zou er zeker nog dit jaar moeten komen.
Lees ook: