De handel in voetbalclubs zet zich onverminderd voort. Na de verkoop van AC Milan en Olympique Lyonnais dit jaar moet ook nu Liverpool FC de deur uit. De biedingen moeten nog starten maar nu maken insiders al gewag van de duurste prijs ooit voor een sportclub.
Liverpool staat te koop
De eigenaar van Liverpool, Fenway Sports Group, zet zijn parel in de etalage. De sterke man achter FSG, John W. Henry, zal absoluut een gouden zaak doen. Hij kocht de club in 2010 voor 350 miljoen dollar en zal er waarschijnlijk meer dan 5 miljard dollar krijgen. Dat kan tellen als rendement.
De redenen van de verkoop zijn niet zo ver te zoeken:
Zelfs Liverpool heeft te weinig geld voor spelers
Liverpool FC heeft, vooral dankzij zijn coach Jürgen Klopp, heel mooie resultaten geboekt in de laatste jaren, waaronder winst in de Champions League in 2019 en de English Premier League in 2020, 2 prijzen die deze fiere ploeg lang niet heeft mogen koesteren. De beste in Europa dateerde al van 2005 en voor de Premier League moeten we al terug naar 1990.
Maar dit jaar loopt het niet, want Liverpool bengelt wat in de middelmaat. Jürgen Klopp ziet er één reden voor: Geld. “We cannot act like them. Not possible. They can do what they want.” De ‘They ‘waarop hij doelt zijn PSG, Manchester City en Newcastle. Alle drie in handen van petrostaten met onmetelijk diepe zakken. Erling Haaland speelt nu bij Manchester City en niet bij Liverpool FC. Er moet dus geld op tafel komen.
De eigenaar moest zijn staart intrekken
Vervolgens heeft de eigenaar een blauwtje opgelopen toen hij zich achter de European Super League (ESL) schaarde. De supporters keerden zich tegen hem en hij moest schoorvoetend zijn excuses aanbieden. Supporters vergeten niet makkelijk. Henry had gelijk natuurlijk. Er is echter een groot verschil tussen ‘gelijk hebben’ en ‘gelijk krijgen’.
De ESL is een zeer goed idee voor topclubs, want ze garandeert dat de beste clubs een recurrente inkomstenstroom zouden krijgen en niet te afhankelijk zijn van te onzekere inkomsten zoals winst in de Champions League of uitgaande spelerstransfers. Henry wil waarschijnlijk die stress niet meer, stress die veel minder bestaat in de Amerikaanse sportcompetities – hij is ook eigenaar van de honkbalclub Boston Red Sox – die een gesloten systeem vormen en waar inkomsten veel beter gespreid worden tussen alle clubs. In Europa is het omzeggens ‘winner takes all’. Recurrentie en zekerheid van inkomsten zijn de basis van een stabiel bedrijf en laat dat net nu iets zijn wat je niet terugvindt in de voetbalwereld.
De vraag van 5 miljard is dan ook: Wie wil Liverpool kopen? Als Chelsea FC een referentie is, zijn er heel veel geïnteresseerden. Voor Chelsea waren er 200 biedingen. Dat zal deze keer zeker niet minder zijn.
Baptiste de Leudeville, aandelenanalist van Kepler Cheuvreux, gespecialiseerd in sportclubs geeft aan welke valorisatietechnieken worden gebruikt. Ik voegde er nog een vierde methode aan toe.
Methode 1: De beurskoers
De beste indicatie is natuurlijk de beurskoers. Opvallend is echter dat bijna alle sportclubs in privé-handen zijn. In het voetbal heb je de notoire uitzondering van Manchester United, dat vandaag 2,2 miljard dollar waard is op de beurs.
Methode 2: De Discounted Cash Flow
De tweede manier is de meest gebruikte wijze voor heel wat bedrijven maar bijna niet toe te passen op voetbalclubs: de Discounted Cash flow -methode (DCF). Deze methode kijkt naar welke toekomstige cash flows (winst + afschrijvingen) het bedrijf mag verwachten. Deze worden dan verdisconteerd naar het heden. Verdisconteren is het toepassen van een rentevoet op de toekomstige inkomsten omdat geld minder waard is in de toekomst.
Alleen is dat bij een voetbalclub moeilijk omdat er zoveel onzekere inkomstenstromen zijn.
De 2 enige bronnen die relatief stabiel zijn:
- inkomsten uit TV-en streaming contracten,
- inkomsten uit ticketing
Maar er zijn 3 bronnen die in heel goede tijden heel hoog kunnen zijn of omgekeerd heel laag:
- inkomsten uit internationale competities (en vooral de Champions League),
- transferinkomsten,
- inkomsten uit merchandising (afhankelijk van de sterren in de ploeg).
En dan is er nog de grootste onzekerheid, met name de kost om goede spelers aan te trekken die alsmaar toeneemt. Deze methode is dan ook moeilijk te hanteren bij een emotionele aankoop als de aankoop van een voetbalclub.
Methode 3: ‘Multiple’ van de inkomsten
Daarom wordt er dikwijls gebruik gemaakt van een heel brute methode, met name een ‘multiple’ van de inkomsten. Voor Liverpool zouden die in 2022, post-corona, rond de 700 miljoen dollar bedragen. Voor topclubs (Tier 1) gebruikt men een ‘multiple’ van 4 of 5. Als de club wordt verkocht voor 5 miljard dollar is ook die valorisatie verleden tijd want dan zitten we al op een onwaarschijnlijke 7 keer de inkomsten.
Toch even een vergelijking met AB Inbev, het grootste bedrijf in de Bel 20. AB Inbev is een goede 100 miljard euro waard en maakt een omzet van 60 miljard euro, dat is dus nog geen twee keer de omzet. Of bijvoorbeeld Colruyt dat 10 miljard euro omzet maakt maar slechts 3,5 miljard euro waard is.
Methode 4: De hoogste bieder
Maar er is natuurlijk nog de meest courante manier waarop dergelijke prijsbeesten worden verkocht. Wie het meeste biedt, los van enige ratio. Het is zoals een Picasso of Basquiat. De hoogste bieder wint omdat die nu eenmaal het object wil.
Het wordt interessant om te zien of dit het geval zal zijn én of Liverpool het laatste record breekt van de Denver Broncos uit de Amerikaanse NFL League. *
*Nota: Chelsea werd verkocht voor 3,2 miljard dollar, wel met een verplichting dat de nieuwe eigenaar Todd Boehly nog eens 2,1 miljard moest investeren in infrastructuur en het team. Volgens sommigen bronnen is Chelsea dan ook de duurste verkoop geweest als je de 2 bedragen bij elkaar telt. (ddw)
Xavier Verellen is auteur en ondernemer. Zijn recente boek ‘Topsporters zijn CEO’s’, dat aantoont dat leiderschap het verschil maakt tussen kampioenen en superkampioenen, is te koop in de Standaard Boekhandel of online via https://topsporterszijnceos.businessam.be/