Het Hof van Justitie van de Europese Unie heeft een klacht van de steden Brussel, Madrid en Parijs rond de grenswaarden voor de emissies van stikstofoxiden door auto’s afgewezen. Omdat de steden niet rechtstreeks bij de gecontesteerde directieve van de Europese Commissie zijn betrokken, is hun klacht volgens de hoogste rechtbank van Europa niet ontvankelijk.
Tegelijkertijd wordt echter opgemerkt dat deze uitspraak de introductie van stedelijke emissieregels voor het autoverkeer niet in de weg staat.
Dieselgate
Het dispuut draait om de introductie van nieuwe emissieregels door de Europese Commissie na het Dieselgate-schandaal dat midden vorig decennium was uitgebroken. Door de nieuwe regelgeving dienden emissietests niet langer uitsluitend in laboratoriumomstandigheden, maar ook onder reële rijcondities te worden uitgevoerd.
Tevens kregen personenwagens en lichte bedrijfsvoertuigen nieuwe emissielimieten voor stikstofoxiden opgelegd.
De autofabrikanten vroegen echter dat gedurende een overgangsperiode bepaalde toleranties zouden worden toegestaan, waarbij een aantal modellen de gestelde limieten zouden mogen overschrijden.
Dat moest volgens sommige partijen onder meer de afwijkende resultaten van de meetapparatuur opvangen. Die vraag werd door de Europese Commissie gevolgd.
De steden Parijs, Brussel en Madrid verzetten zich echter tegen die maatregel. Zij voerden daarbij aan dat hun inspanningen om de lucht te zuiveren door de nieuwe regelgeving teniet werden gedaan.
Niet rechtstreeks betrokken
Het dispuut werd vier jaar geleden voor het Gerecht van de Europese Unie gebracht. De rechters bleken daarbij de standpunten van de steden te volgen, maar Duitsland, Hongarije en de Europese Commissie beslisten echter de uitspraak aan te vechten en stapten naar het Hof van Justitie.
Daar is de uitspraak van het Gerecht van de Europese Unie verworpen. “De richtlijn van de Europese Unie had uitsluitend betrekking op de registratie en verkoop van voertuigen en niet op het gebruik op de weg”, werd daarbij geargumenteerd.
“Dit betekent dat de steden Parijs, Brussel en Madrid door deze verordening niet rechtstreeks worden getroffen. Hun vraag tot nietigverklaring van de verordening moet dus als niet ontvankelijk worden bestempeld.”
Het Hof van Justitie zei tegelijkertijd echter ook dat de steden het autoverkeer nog steeds kunnen beperken om het leefmilieu te beschermen, zonder de wet van de Europese Unie te schenden.
(am)